vrijdag 4 november 2022

Reizen met Ramadan, Jemen 1996 (1/2)


Sana’a

Jemen kent een moeilijke jonge geschiedenis. Al in de jaren negentig was het er vaak onrustig. In een relatief rustige tussenperiode ging ik er met J en S naartoe.

Om kwart over elf ‘s avonds landden we in Sana’a, de hoofdstad van Jemen. Ondanks de hoogte, 2300 meter, was het niet koud maar aangenaam koel.

In de hal voor de immigratie stonden al lange rijen. Heel langzaam en druppel voor druppel kwam er een koffer over de band. Uitein­de­lijk werd het steeds rustiger in de aankomsthal en bleven we als enigen over. Zonder bagage. Moeizaam werd een registratie-formulier ingevuld. De douane-beambten moesten speciaal teruggeroepen worden om onze handba­gage te controleren, eigenlijk werd de tent gesloten.

Buiten een typische lucht van kerosine en rotte eieren. We namen een taxi. In het centrum was het (tegen één uur!) onverwacht heel erg druk. Dwars door een paar overvol­le marktstraten, waar het verkeer zo nu en dan vast zat als er ook nog een tegenligger kwam. Dit was een effect van Ramadan dat we niet voorzien hadden.

Een maand lang mogen de Moslims van zonsopgang tot zonsondergang niet eten, drinken, roken, vrijen, etc. Veel activiteiten verplaatsen zich naar de avond en de nacht, en de dag komt maar langzaam op gang.

Het is per land verschillend hoe streng de Ramadan toegepast wordt; in Jemen kon je als buitenlander op je hotelkamer wel eten en drinken. Overdag op pad smokkelden we wel eens een ijsbonbon in onze mond; soms een slok water op een afgelegen plekje. Zo hielden we het wel vol tot we eind van de middag op onze kamer waren en nootjes, rozijnen en bananen gingen snoepen.

De volgende dag maakten we een wandeling door de oude stad. In tegenstel­ling tot de nacht was het nu bijna uitgestorven op straat. Tussen de ingepakte marktkraampjes was een enkele geopend, en hingen en sliepen wat mannen. Verder overal veel kleine kinde­ren, die je met open bruine kijkers aanstaarden. Half verharde wegen tussen de huizen, meestal 3 tot 5 verdiepingen hoog, bijzonder mooi, allemaal in oude stijl, steen, boogramen, afgestreken met gips, dikke houten deuren.

We dronken een kruising tussen koffie en thee met de hoteleigenaar, die ons graag van allerlei tips en tours wilde voorzien. Ze belden ook voor ons naar het vliegveld of de KLM maar er was nog geen nieuws te melden van de tassen.

In de middag maakten we nog een wandeling door de oude stad. Het was intussen al flink drukker aan het worden. Overal markt.

Wij bekeken vooral de kledingkraampjes en sloegen wat luchtige kleding in. Eigenlijk was het zo veel leuker de suk te bekijken, nu we echt wat te kopen hadden.

Verder veel te zien aan Jemenieten: mannen in colbertjes, rokken of lappen. Vrouwen meestal helemaal zwart, altijd het gezicht helemaal bedekt. Een geweldige sfeer om tussen rond te lopen.

's Middags kon je al wel volop etenswaren op de markt en bij kraampjes kopen. We kochten ook cola ‑die we in de winkel mochten opdrinken, wat later een uitzondering zou blijken‑ en nootjes voor op de hotelkamer.

Om zes uur gingen we er op uit om wat te eten. Net als alle Jemenieten, die klokslag zes aanvielen.

Zuid: Ibb

In het hotel van de niet zo strenge eigenaar kregen we zelfs ontbijt.

Vanuit Sana’a wilden we vier excursies in de vier windrichtingen maken. We lieten wat spullen in het hotel achter omdat we hier over een paar dagen toch terug zouden komen ‑ onze bagage hopelijk ook.

De was bus vol. Dan maar doorge­lopen naar een terrein verderop dat vol stond met service-­taxi's. Met zijn tienen in een Peugeot 504-station. Wij zaten gewoon klem, een kleine Arabier werd ge­plet.

Langzaam werd het steeds landelijker. Kale rotsige bergen en dalen. Op de bergrug soms een dorp, de dalen veelal akkers, waarvan de meeste er dor uitzagen en een enkele opvallend groen.

Na een uur pauze in een dorpje om te bidden

Na twee uur werd het écht bergachtig. We slingerden naar boven en hadden uitzicht op een spectaculair diepe en brede canyon ‑wel een kilometer‑ helemaal volgebouwd met terrassen. Nu keken we van bovenaf op lagere bergtoppen met organisch daarop gegroeide stadjes. Het was hier ook duidelijk natter, er groeide meer: rijst, bana­nen, wortels, bloeiende cactussen.

Na ruim drie uur kwamen we in Ibb aan. Een flinke stad tegen twee bergpunten waarop de vesting/fort en de oude stad lagen, op 1850 meter hoogte.

We liepen omhoog naar de oude stad, op de ene berg­top. Een unieke verzameling stenen toren‑huizen die zo dicht op en kriskras door elkaar stonden, dat er een waar doolhof tussen lag. Bovendien gingen de steegjes voortdurend omhoog en omlaag. Overal sprongen groepjes kinderen vrolijk om ons heen, soms in vodden, soms mooi aangekleed, soms verlegen, soms brutaal, steeds met grote bruine ogen.

We aten beneden in een restaurant met tl‑verlichting en rijen formica tafels. Bestellen ging met handen en voeten: aanwijzen wat op een andere tafel staat; nee gebaren tegen de kip; gebaren van het dopen van brood in een sausje: zet maar wat neer. Brood, rijst, saus‑in‑een‑ovenschotel‑met‑kaas en kip voor J en S. Cola werd van elders gehaald.

Daarna een wandeling door de lange hoofdstraat met allerlei winkeltjes en ambachtszaken (o.a. de halfronde 'glas‑in‑steen' ramen, deuren), cafés waar mannen waterpijpen rookten of qat kauwden; nieuwe gebouwen in traditionele stijl.

Je zag hier zo nu en dan ongesluierde vrouwen lopen, die een Afri­kaans uiterlijk en kleurige gewaden hadden. De vrouwen leken hier zo-wie-zo wat opener dan in Sana’a, ze keken of spraken je soms aan ‑ waar dan geen antwoord op te geven was. We zagen hoe drie in het zwarte gehulde jonge-meiden liepen te giechelen; eentje jatte een aardewerk potje van een stalletje; ze zagen dat wij het gezien hadden dus nog meer gegiechel.

Zuid: Jibla en Taiz

Vanuit Ibb maakten we een excursie naar Jibla en Taiz. We namen de service-taxi naar Jibla, een klein stadje nog geen 10km van Ibb. De aanblik van beneden af, hoe het tegen de helling lag, was fantastisch. De rood-witte minaretten staken fel af bij de zandrotskleurige huizen. De grote moskee lag te pronken boven de vallei. We wandelden door wat smalle straat­jes ‑een paar kraampjes vormden de markt‑ naar de moskee en mochten de buitenplaats en een torentje bezoeken. S met sjaal over haar hoofd.

De kinderen kregen hier concurrentie van wat oudere mannen ‑ iedereen wilde wel onze gids zijn. Na de moskee nog een paar straatjes door het prachtige stadje. Er stond ook nog een half ingestort paleis van de koningin die Jibla tot hoofd­stad van Sana’a gemaakt had, en waar het zijn beroemde bouwwer­ken aan te danken had.

Taiz was zo'n 60 km verder naar het zuiden. Het was een grote stad op 1400 meter, onder een woeste 3000 meter hoge berg. We gingen op zoek naar de enige moskee van Jemen die je van binnen zou mogen bezoeken. Hij was net hele­maal opnieuw gewit. In een hoekje probeerden we gauw stiekem een slokje water te drinken, maar zelfs die kwart liter kregen we niet weg voor er alweer iemand aan­kwam.

Er kwam een man met een grote sleutel die ons graftom­bes van oude koningen liet zien. Allemaal een beetje vervallen maar de restanten van mooi houtsnijwerk en steenhouwerij waren nog goed zichtbaar. We mochten ook een kijkje nemen in de gebedsruimte, hoewel er mensen aan het bidden waren.

Daarna wandelden we terug naar beneden. We raakten steeds meer in de ban van de dorst. J bedacht dat we naar het duurste hotel van de stad konden gaan, waar je binnen waarschijnlijk wel wat mocht drinken. De wandeling ernaartoe, de andere heuvel op, was zwaar door hitte en dorst. Maar het plan slaagde. Behalve een liter eerder gekocht water ging er ook een flesje cola p.p. in. Daar knapte je weer helemaal van op.

Bij de taxistandplaats waren we dit keer zo slim om niet in de eerste de beste taxi te gaan zitten, maar in een die met ons vol was en dus meteen vertrok. Toen de zon ondergegaan was, een extra stop om snel te gaan eten en drin­ken.

Vreemd genoeg was de einddatum van de Ramadan niet van tevoren bekend. Zondagavond om twaalf uur zou bekend gemaakt worden, aan de hand van de maan, of het maandag afgelopen was. We meenden zondagavond ook al meer opgewonden/uitgelaten kinderen op straat te zien en er werden al wat rotjes afgestoken. Maar tevergeefs: maandag hoorde er dit keer ook nog bij.

Sinterklaas en Eid al Fitr

Maandagmiddag waren we terug in ons nu al vertrouwde hotel in Sana’a, waar men zei dat de bagage op het vliegveld was.

We charterden een taxi naar het vliegveld. In de openbare aankomst/vertrekhal waren de KLM en de Bagage Claim gesloten. J glipte langs de militairen tegen de stroom aankomende passagiers in, naar de hal met douane en bagagebanden. S probeerde de gang met kantoren in te komen en moest haar tas laten controleren. Dat kantoor leverde niets op en ook J was teruggestuurd naar het KLM-kantoor. Dat waar­schijnlijk woensdag pas weer open zou zijn als de volgende vlucht aankwam.

Nog maar eens terug die andere hal in ‑ J gebaarde tegen de militairen dat wij bij hem hoorden en dat het OK was. Er was een hokje met lost and found luggage, en daar zagen we S' tas liggen. Nu nog een ambtenaar vinden die hier bij hoorde. En daarna degene die de sleutel ervan had. Uiteindelijk kwam dat allemaal bij elkaar en konden we onze tassen uit de grote stapel zoeken. Hebbes.

Terug in het hotel was het een soort Sinterklaas. Het meest blij was ik met mijn slippers (op blote voeten in die gemeen­schappelijke badkamers was niet alles), scheermesjes (elektrisch scheerapparaat was nergens aansluitbaar; maar nu was er net geen water dus scheren moest uitgesteld worden) en zonnebrandcrème (hoewel de ergste schade al aangericht was).

Dinsdag, onze zesde dag in Jemen, was het dan de eerste feestdag! Eid al Fitr. Op straat was iedereen in zijn/haar netste/feestelijkste kledij, omdat de Ramadan voor­bij was. Vooral de kinderen zagen er speciaal uit in hun kleurige jurkjes en pakken met stropdasje. De mannen hadden een schoon lichtpaars gewaad aan, een colbertje en hun sjaal in driehoek over de rug hangend. Iedereen leek op weg, door de stad flanerend.

Meer

Geweren en Bedoeïenen, Jemen 1996 (2/2)

Meer midden-oosten blogs


maandag 31 oktober 2022

Gezond en duurzaam kiezen is gemakkelijk met deze tabel

Gezond, bewust en lekker eten kunnen heel goed samengaan. 
En het is ook niet moeilijk. 
Nog gemakkelijker wordt het met deze tabel. De linker kolom is het meest duurzaam en gezond; de rechter kolom is het minst duurzaam en gezond.

Peulvruchten (bonen, linzen, kikkererwten)

Tofu, tempé 

Noten

Kip, Vis (haring, makreel, kweekvis, bijvangst)

Vlees (*)

Vis (overige, kweekzalm)

Eiwit, Protein

Toetjes en broodbeleg (zelf­gemaakt van tofu etc.) 

Hummus.

Soja-yoghurt, soja-kaas, soja-drink, rijst- amandel-  of haverdrank

(mits suikervrij)

Ei, melk- producten, zachte kaas

Harde kaas

Zuivel, beleg, toetje

Tarwe­producten (volkoren)

Rijst, pasta en granen 

Brood 

Quinoa (en andere exotische granen)

Granen

Koolzaadolie, raapzaadolie

Plantaardige margarine.

Soja- en olijfolie.

Zonnebloem­olie, maisolie, arachideolie, lijnzaadolie.

Room, roomboter.

Dierlijke vetten.

Palmolie, kokosolie.

Olie en vet


Europees fruit van het seizoen, van de volle grond.

Citrusfruit, bananen, ananas, kiwi.

Fruit dat over het seizoen heen gekoeld bewaard wordt.

Import fruit, voorgesneden fruit

Fruit

Europese groente van het seizoen, van de volle grond.

Padden­stoelen. 

Groente uit de diepvries.

Tomaat.

Aardappelen.

Groente die over het seizoen heen gekoeld bewaard wordt.

Groene slablaadjes, komkommer.

Kasgroentes, ingevlogen groentes

Groente

Thee (los of in papieren zakjes),

Filerkoffie,

Kraanwater

Espressokoffie

Limonade­siroop

Koffie in cups.

Thee in nylon zakjes.

Frisdrank, vruchtensap, verpakt water.

Alcoholische dranken

Drank

 

 

Suiker

Snoep, snacks

Chocolade

Zoetigheid

Zelfbereide maaltijden

(met verse en afwisselende ingredienten)

Zelfbereide maaltijden

Kant-en-klare maaltijden en ingrediënten

Kant-en-klare sauzen

 

Bereiden

Vers, onverpakt, papier of karton

Diepvries

Blik, statiegeldglas

Glas, PET-flessen

Bewaren





Opmerkingen

(*) Als je naar duurzaamheid kijkt, verdient “vlees”, en zeker rundvlees, eigenlijk een aparte kolom, ver naar rechts uitstekend en donkerrood gekleurd. De “footprint”, het beslag op landoppervlakte en water, de uitstoot van schadelijke stoffen en de verspreiding van ziektes zijn vele malen hoger dan bij al het andere voedsel.

(NL) Deze tabel is bedoeld voor de Nederlandse situatie. Op andere plaatsen kan het anders uitpakken ivm klimaat en transport. De invloed van het transport van het product, zolang het niet overgevlogen wordt, is echter kleiner dan je denkt. Met welk vervoersmiddel jij naar de winkel gaat, weegt zwaarder dan of het product per boot uit Zuid Amerika of per vrachtauto uit Spanje komt.

(0) Denk eraan, het gaat altijd om een gevarieerd en afwisselend eetpatroon - er is niet één ingrediënt of gerecht dat je helemaal gezond of helemaal ziek maakt.

(0) Over ieder product op zich is een hele verhandeling te houden. En op andere plekken gebeurt dat ook. Het doel van deze tabel is alles kort en bondig in overzicht te zien.

Bronnen (o.a.):

-Voedingscentrum: "Oer-Hollands voedingspatroon opvallend duurzaam en gezond" 20 maart 2018, artikel over onderzoek C v Dooren
-Volkskrant: "Boodschappen doen voor de wereld" 24 februari 2018, Loethe Olthuis
-"Comparative analysis of environmental impacts of agricultural production systems, agricultural input efficiency, and food choice." Environmental Research Letters, Volume 12, Number 6. Clark & Tilman (2017). 
-thebreakthrough.org/images/ ritchie_response_graphic.png

-NRC: "Duurzamer eten zonder je gek te laten maken" 29oktober 2022, Martine Kamsma
-"Health Effects of Coconut Oil - A Narrative Review of Current Evidence." National Library of Medicine, Taylor C Wallace, 2019.

2018-2022

Meer foodblogs:

Hier vind je meer Waterlily foodblogs


Mini tabel om bij je te houden

donderdag 30 juni 2022

Spanje, Aragón, Alcazaba (#8)

Van de tien Alcazaba’s die er bestaan, ligt er één in Syrië, acht in zuid Spanje en één in midden/noord Spanje. Afgelopen winter hebben we er twee in zuid-Spanje bezocht. In juni gingen we op “jacht” naar die in noord-Spanje – nogal in de middle of nowhere. Het zou nummer acht moeten worden.

Een Alcazaba is een Moorse citadel of ommuurd stukje stad. Het is zowel militair als residentieel. De naam komt van het Arabisch al-casebah (“rock the casbah”).


Zaragoza, Aragón

De reis per trein  ging via Baskenland en Zaragoza.

Aragón was ooit een klein koninkrijk dat in de 9de eeuw ontstond in Jaca, aan de voet van de Pyreneeën, aan de rivier de Aragón. Op een gegeven moment heerste de koning van Aragón ook over delen van zuid Frankrijk en Italië, een soort tussenstap op weg naar de eenwording van allerlei Spaanse konkrijkjes. Nu is Aragón een autonome regio, met Zaragoza als hoofdstad.

Zaragoza is een grote stad met een klein historisch centrum. Het had een mondaine uitstraling, het was levendig en druk, en er was veel te zien. De Ebro, die het Iberisch schiereiland haar naam gaf, stroomde traag door de stad. Er was veel keus aan restaurants en terrasjes, en als je rustig aan deed waren de temperaturen tot 42 graden goed uit te houden.

Ebro in het avondlicht
De belangrijkste tijdperken waren vertegenwoordigd. Boven de grond was er nagenoeg niets over van de Romeinse tijd, maar door opgravingen de afgelopen decennia is er veel gevonden. We bekeken de fundamenten van het forum, met als meest interessante resten van de wateraanvoer (loden leidingen) en -afvoer: gootjes, kleine tunneltjes en grote riooltunnels die uitkwamen in de Ebro.

Romeinse rioleringen

Aljaferia is een legerplaats-tot-paleis-omgebouwd uit de Arabische tijd. Het was vaak verbouwd, een mengelmoes van stijlen, toen verwaarloosd en vervallen, en toen gerestaureerd en gemoderniseerd. Nu huist het parlement van Aragón er.

Aljaferia 


Aljaferia binnentuin in Moorse stijl

Er waren veel Mudejar kerken uit de katholieke tijd, als ook een gigantische kathedraal en een gigantische basiliek op 100 meter van elkaar.

Mudejar metselwerk aan de kathedraal

Molina de Aragón en Alcazaba #8

Molina de Aragón ligt, anders dan de naam doet vermoeden, net buiten Aragón. Ooit was het een Moors Taifa (koninkrijkje). Het dankt haar naam aan haar latere bevrijding van de Fransen door de koning van Aragón. Het ligt zó afgelegen dat we niet langer per trein konden reizen: een busrit van drie uur bracht ons er. Het landschap werd steeds leger en droger, maar nog steeds met veel wuivende graanvelden.

Molina is een oud stadje met een middeleeuws centrum. Smalle straatjes en talloze kerkjes, maar veel huizen waren in slechte staat. Toch hing er echt een sfeer van vroeger. Dat weekend was er een middeleeuws festival ter ere van de harmonieuze samenleving van katholieken, joden en islamieten. Er waren marktverkopers in middeleeuwse tenues, ridders met zwaarden en een Moorse buikdanseres.

Vanaf bijna ieder punt in het stadje zag je op de heuvel torens van wat ooit de alcazaba was, met muren die ooit het fort en het oude stadje omgaven. Er waren nog maar een paar originele Moorse stukjes over, maar een later katholiek kasteel op dezelfde fundamenten keek nog glorieus over de wijde omgeving uit.

Zoals het hoort bij een Alcazaba zijn er verschillende ringen, die in de tijd veranderden. Er was ooit een buitenmuur die ook het stadje omvatte. Een muur die de uitgebreide omvang van het fort omvatte. Een binnenring waarbinnen barakken lagen. En daar weer binnen het echte kasteel.

Een eerste wandeling om die “binnenring” heen was meteen een pittige tocht over steile geitenpaadjes, en vergde heel wat klauteren. Het middenterrein van het kasteel was leeg - de waterput / stepwell verraadde de originele Arabische bouwers. Je kon over de muren van toren naar toren lopen. Iedere toren had weer een ander uitzicht over de campo en over stukken kasteel onder je.

De ene ochtend bekeken we vooral het kasteel, de andere ochtend een iets verderop gelegen verdedigingstoren. Het was de lange reis helemaal waard en ik had mijn achtste alcazaba gezien!

Meer

Meer Spanje blogs.

woensdag 29 juni 2022

Europa per trein (4) Noord Spanje

Met de trein naar Spanje vergt wat plannen, maar het is goed te doen. Je bent er binnen een dag.

En ook binnenlandse treinreizen in Spanje zijn gemakkelijk, comfortabel en leuk: in dit artikel vind je sfeerimpressie en praktische tips.

Kaart treinreis
Noord-Spanje (groen) en
Zuid-West Spanje (paars)

Treinreis naar Spanje plannen, tickets kopen

Voor de meeste keuze en de beste prijzen plan je je internationale treinreis liefst drie maanden voor vertrek. De belangrijkste bestemmingen en verbindingen vind je op NS-international, maar op de SNCF website heb je méér bestemmingen en méér tijden.

Als je wilt vermijden dat je in Parijs met de metro naar een ander station moet, kun je zoeken op verbindingen vanaf Brussel. Soms moet je het deel Amsterdam-Brussel er dan nog los bijkopen.

Wij wilden naar Baskenland, dus we kochten bij NS een ticket Amsterdam-Parijs-Hendaye, de grensplaats bij San Sebastian aan de Golf van Biskaje. Het ticket is digitaal, dus er hoeft niets opgestuurd te worden.

In de zomermaanden is er ook een nachttrein van Parijs naar Hendaye, maar wij kozen de dag-verbinding.

Renfe MD spoorkaart Spanje

Tickets voor binnenlands treinreizen in Spanje koop je op het station terplekke, of vooraf op Renfe.com. Per type trein verschilt het nogal hoe lang van te voren het online te koop is, hoe lang de reis duurt, en hoe duur het is. Spanje heeft eigenlijk twee spoornetwerken: het oude met de eigen spoorbreedte en het nieuwe voor hogesnelheidstreinen. Op veel trajecten zijn er maar één of twee verbindingen per dag, dus weer een kwestie van goed plannen.

De treinreis door Frankrijk


We hadden de vroege Thalys uit Amsterdam. Meteen tussen Schiphol en Rotterdam lagen we al op snelheid – voor dat traject hadden we maar twee minuten meer nodig dan voor Amsterdam – Schiphol! Tussen Antwerpen en Brussel schoot het niet op, maar we hadden slechts een paar minuten vertraging. Dan de grauwe lege glooiende vlaktes van Noord Frankrijk.

In Parijs namen we de metro van Gare du Nord naar Montparnasse. Druk en flink wat stops, maar heel gemakkelijk. De vooraf besproken tunnel tussen het metrostation en het treinstation met moving walkways misten we, we moesten buitenom lopen door de plassen van een recente regenbui. Station Montparnasse was erg lelijk. Er voor was nog wel een modern stuk met winkels gebouwd, waar we een take away poké bowl meenamen voor onderweg. De hal voor de kil aandoende donkere perrons was druk met veel meer mensen dan bankjes.

De TGV naar Hendaye was een dubbeldekker en goed gevuld. We raasden door de glooiende vlaktes van midden Frankrijk. Eindeloze gele velden. Topsnelheid 316 km/u. Na Bordeaux was het even wat bewoonder. Dan bossen en houtverwerkende industrie. We waren nu geen TGV meer en deden nog een paar uur over het laatste stuk tot Hendaye. Maar al met al was het allemaal heel soepel gegaan, zonder vertraging.

Tot voor kort kon je op het Franse station in Hendaye het perron oversteken naar een Spaanse trein met andere spoorbreedte en direct door naar Madrid. Die verbinding is er niet meer. Maar er is aan de Franse kant wel een stationnetje van de Baskische Euskotren. Een soort stoptreintje naar San Sebastian en Bilbao. Met dat treintje ga je de grensrivier over.

Thalys, TGV, Station Euskotren, Grensrivier en oude spoorbrug
Drie weken later werd dit nieuwe stationnetje officieel geopend als Internationaal Multimodaal Knooppunt. Terwijl het eigenlijk symbool stond voor het ontbreken van een echte doorgaande verbinding.

We wilden die dag naar Hondarribia, het grensstadje aan de Spaanse kant. Daarvoor moesten we uitstappen op halte Irun. Op het perron stonden naambordjes met Irun-Colon. Er waren vier haltes in Irun, dus we dachten dat Irun dan nog zou komen. Dat was niet zo. Voor we het wisten waren we te ver. Bij de volgende halte stapten we uit en bekeken de verschillende mogelijkheden. We hadden geluk: er kwam al snel een trein terug de andere kant op.

Treinen door Baskenland en naar Zaragoza

Van Irun naar Vitoria, +- 140km in 2¾u



Behalve het stationnetje van Euskotren was er -op een andere plek- het grote station van Renfe/Adif. Hier vertrekken normaal de doorgaande treinen naar Madrid. Maar wegens werkzaamheden nu niet. Dus we moesten eerst met de Circanía, een soort Stadtbahn of stoptrein, naar San Sebastian en daar overstappen. Het leek op de MD zoals we in Extremadura hadden, maar nu wel geëlektrificeerd en we hadden overal dubbelspoor. Toch ging het langzaam door de talloze stops op kleine haltes. Urenlang uitzicht op Baskenland dus veel groene bergen, kleine stadjes met wat halfhoogbouw, industriële zones en landbouw. Wij stapten in Vitoria Gasteiz uit.

Van Vitoria naar Zaragoza, +-275km in 3½u


Op het station was het ongekend druk met mensen die naar San Sebastian gingen. Toen die trein eenmaal weg was, werd het rustiger. Maar zondag namiddag is beslist de drukste tijd met mensen die van hun thuisstad naar hun woonstad gaan.

We hadden een Regional Express zonder stoelnummers, maar met veel comfortabelere zachte stoelen dan de bankjes die we eerder hadden

We reden eerst een half uur terug over het spoor waar we eerder over waren aangekomen. Toen door naar Pamplona. Onderweg weer veel groen en uitzicht op verschillende bergtoppen die kale rotsen waren. Veel wuivend graan en dan ineens een paar natte rijstvelden. We reden een stukje langs de rivier de Aragón tot die samenvloeide met de Ebro. Verder langs de Ebro tot Zaragoza.

Zaragoza-Delicias is een heel groot ondergronds treinstation, waarschijnlijk gebouwd samen met de Madrid - Barcelona AVE. Ons treintje reed nog een paar haltes door. We stapten uit bij Zaragoza-Goya, meer een halte met een bovengrondse kiosk, op loopafstand van het centrum.

Lokaal vervoer per tram

Tram Zaragoza

Tram Vitoria

Zowel Vitoria als Zaragoza hebben een (1) tramlijn door het centrum. De tramstellen zijn gebouwd door CAF in Zaragoza, net als de nieuwste trams in Amsterdam.

De mooiste treinreis: naar Canfranc

Een eeuw geleden werd er een tunnel door de Pyreneeën gegraven en een spoorlijn aangelegd van Pau naar Huesca en Zaragoza. Aan de Spaanse kant werd een reusachtig station gebouwd om over te stappen van de Europese op de Spaanse spoorbreedte. Het gebouw was enorm groot en bijzonder indrukwekkend, klassiek, protserig. Eromheen werd een dorpje gebouwd, Canfranc, aan de rivier de Aragón die hier nog heel klein is – maar waar wel een Spaanse autonome regio naar genoemd is.

Een halve eeuw geleden stortte aan de Franse kant een viaduct in en sindsdien is er geen grensoverschrijdend treinverkeer meer. Maar twee keer dag rijdt er een stoptrein van Zaragoza naar Canfranc. Je doet er vier uur over. Enkele reis. En wij deden het. Een lange rit over slecht spoor, dus we schudden heel wat af. Het dieseltje steeds harder bonzen en wiebelen, zowel zijwaarts als op en neer. Er waren stukken waar de spoordijk zo slecht was dat we maar 20km/u mochten. En we stopten voor een onbewaakte overweg. Hoog in de bergen was er een heuse lus in de lijn, waar we in twee grote halve cirkels reden om minder steil omhoog te moeten.

Het uitzicht in de bergen is fantastisch, vooral op de stukken waar de spoorlijn niet de weg volgt. We keken omlaag naar een woeste bergbeek diep onder ons. We keken omhoog naar machtige kale rotsen ver boven ons. De rit eindigde op 1200 meter hoogte op een gloednieuw station, náast het oude gebouw. Na jaren van verwaarlozing werd dat nu opgeknapt en omgebouwd tot hotel.


Tunnel naar Frankrijk en het oude station Canfranc

We maakten een wandeling door de bossen in een flinke kring om het station, net waar de bergen omhoog rezen. We zagen bunkers die Franco had aan laten leggen uit angst voor een Franse inval, en we konden een stukje de oorspronkelijke treintunnel in. Daar was het koud en muf en je verwachtte ieder moment een vleermuis in je haren.

Spoorlijn komt uit de tunnel vlak voor Canfranc
’s Avonds namen we de trein terug naar Zaragoza. Naar beneden reed die heel wat sneller, maar toch liepen we weer een half uur vertraging op omdat we moesten wachten op de tegemoetkomende trein  (enkel spoor) eerst in zo’n bergstadje maar notabene ook in de spoortunnel onder Zaragoza door!? De tweede tunnelbuis lag er, maar er lag geen rails in…

Meer

Europa per trein (3) Zuid-West Spanje 

Europa per trein (2) Zuid-Oost Spanje 

Waterlily blogs over treinreizen

Waterlily blogs over Spanje