“No matter what truth you discover about India, the opposite is also true.”
De Malabar kust is het zuidwestelijk stukje van India,
tegenwoordig de deelstaat Kerala. Er lag een aantal kleine vorstendommen. Met
een bergketen in de rug was de streek van oudsher op de zee georiënteerd. Men
dreef er meer handel met de Romeinen, Alexandrië en Arabië via de Rode Zee en
de Perzische Golf, dan met het achterland.
Via die handelsroutes maakten christendom en islam een
hele vroege entrée in Kerala. De apostel Thomas (“de ongelovige”) zette er voet
aan wal, en de eerste brengers van de Islam kwamen al tijdens Mohammeds’ leven.
Een deel van de bevolking bekeerde zich tot christen en moslim, maar de
koningshuizen bleven hindoe.
Vanaf hun oostelijke kust verspreidden de
Tamil-koninkrijken intussen boeddhisme en hindoeisme naar Zuid Oost Azië. Het
hoogtepunt daarvan was in de 9de eeuw dan weer onder invloed van de
Kerala Brahman Sankkaracharya. Denk aan de Boroboedoer op Java, Angkor Wat in
Cambodia, en van alles daar tussenin.
Portugese admiraal in kokosnootboot |
Rond 1500 kwamen ongeveer tegelijk “indringers” over land
naar Noord India en over zee naar Zuid India. Vanuit Centraal Azië kwamen de
Moghuls. Uiteindelijk overheersten ze heel noordelijk India, waar de islam de
godsdienst van de heersers werd, en de cultuur nog te zien is in gebouwen als
de Taj Mahal.
Begin 16de eeuw verschenen de Portugezen over
zee, en bouwden de eerste forten langs de kust van Kerala. Behalve dat ze in
specerijen handelden, bekeerden de Portugezen ook locals en huwden met
ze. Toen ze later in Goa een inquisitie opzetten, werden ze snel minder populair.
Bovendien dwarsboomden de Portugezen de lucratieve handel van de Zamorin van
Calicut (de heerser van een van de koninkrijken) met Arabië.
|
Begin 17de eeuw sloot de Zamorin een verdrag met de eerste Nederlanders. Samen verdreven ze de Portugezen en de Nederlanders namen sommige forten in, andere vielen ten prooi aan Indiase krijgsheren en koningen. Uit kostenoverwegingen verkleinden de Nederlanders (de VOC) de forten en sloten ze liever handelsverdragen met lokale heersers dan gebieden te veroveren. Op een gegeven moment controleerden ze de hele Zuid Indiase kustlijn, zowel oost als west.
Gezichten op Cannanore en Cochin aan de kust van Malabar. J.Vinckboons, 1662-1663. Rijksmuseum Amsterdam. |
In de 18de eeuw was noord Kerala in oorlog met
Sultan Tipu die vanuit Mysore oprukte. Onder druk van Tipu vluchtten
belangrijke families uit Kannur (Cannanore) naar het zuiden, waaronder de verre
voorouders van Sethu Lakshmi Bayi (1).
Met behulp van de Britten werd Tipu verslagen, waarna de
Britten Noord Kerala zelf rechtstreeks bestuurden. In Zuid Kerala bleef het
oude koninkrijk Travancore een soort vazalstaat. I.t.t de Portugezen en de
Nederlanders beperkten de Britten zich niet tot de kuststrook, maar
kolonialiseerden ze nagenoeg heel India, gebruikmakend van de ineenstorting van
het islamitische Moghul systeem in Noord India.
India werd onafhankelijk in 1947. In 1956 werd de huidige deelstaat Kerala gevormd uit verschillende gebieden en koninkrijkjes. De forten in diverse stadia van verval en behoud zijn een herinnering aan de roerige geschiedenis.
Bronnen
·
History of the Portuguese Navigation in India, 1497-1600. By K. M. Mathew 1988
·
De VOC in India. Een reis langs
Nederlands erfgoed. Bauke van der Pol, 2011
·
India, A concise History. By Francis Watson, 1974
Meer
(1) Lees het verhaal van het wonderlijke leven van Sethu Lakshmi Bayi, de bescheiden vrouw die kortstondig koning werd.
(2) Meer over de forten langs de kust van Kerala:
Wie is de Nederlandse Susanna in fort Kannur?
In de voetsporen van een controversieel Indiaas duo
(3) Meer blogjes over India.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten