donderdag 22 december 2022

Kalfjes voor kinderen - microkrediet wordt mini-ontwikkelings-fonds

Het was 2001. Het woord “microkrediet” bestond nog niet voor het grote publiek. Ik deed een maand vrijwilligerswerk in Zuid India, iets met studiefinanciering voor vrouwen. Dezelfde stichting had een neven-project om schooluitval onder meisjes te verminderen. Meisjes in arme gezinnen werden vaak thuisgehouden omdat ze in het huishouden moesten helpen of op het land werken. Zo’n gezin kreeg geld om een koe plus kalf te kopen. Op voorwaarde dat de dochter naar school ging. De melk die de koe opleverde, compenseerde het inkomensverlies. Als het kalf groot was kon het verkocht worden en de lening terugbetaald.

Op een dag ging ik mee op huisbezoek bij een gezin dat deelnam aan het kalfjes-programma. Na schooltijd, zodat we ook de dochter konden spreken. Achter op de motor bij een lokale medewerker reden we het dorpje in. Armoedige huisjes, onverharde straten, geen straatverlichting, geen water, geen riolering. Bij een huisje met muren van gewoven palmbladeren stopten we. Priya had haar schooluniform nog aan, en de haren in twee vlechten opgestoken met een bloem er in. Ze was een enthousiaste vrolijke meid met een stralende lach, die trots de koe en het kalf liet zien. De koe werd net gemolken. Of ik een bekertje verse melk wilde? Ik wist toen nog niet dat je die beter eerst kon koken. Zo lauw van de koe en heel romig was het wel een bijzondere sensatie.

Intussen werd gecontroleerd of het veevoer en de verzekering op orde waren. De ouders waren veel schuchterder maar vertelden erg blij te zijn met de extraatjes voor het gezin die ze uit de verkoop van de melk konden betalen.

Het is 2022. Het woord “microkrediet” is in India de facto verboden. In de tussenliggende jaren is de stichting waar ik toen voor werkte flink geprofessionaliseerd. Er worden nu allerléi projecten gefinancierd, juist ook om kleine bedrijfjes op te starten. Tot voor kort heette dit allemaal “microkrediet”. Maar nu niet meer. India heeft een nieuwe regel uitgevaardigd dat wie dat woord gebruikt in folders en op websites, aangemerkt wordt als een bank van lening. Dan moet je belasting gaan betalen en val je onder strenger toezicht. En daarvoor is deze stichting toch nog een maatje te klein. Gelukkig gaat het werk onder een andere naam gewoon door: mini-ontwikkelings-fonds.

---

Inzending voor Oikocredit verhalen wedstrijd met als thema "microkrediet", december 2022.

zondag 18 december 2022

WK2022, WK-Qatar, Een culinaire wereldreis

De food challenge: In vervolg op WK2014 en Euro2020(*) eten we iedere dag een gerecht uit een land dat die dag speelt.

(*) Euro2020 Lees onze culinaire rondreis nog eens door: Euro2020

In de poule-fase zijn alle gerechten veganistisch. In de knock-out-fase deels veganistisch en deels vegetarisch.

WK2022 Speelschema en uitslagen


De poule-fase

Qatar

Speeldag 1/23. Qatar- Equador 0-2

Het begon vandaag goed met een heerlijke Qatari rijstschotel: Vegetarian Paneer Machboos. Door de paneer te vervangen door tofu is het zelfs een vegan maaltijd geworden. Het Qatari eten is beter dan het Qatari voetbal 🙂

https://varadaskitchen.blogspot.com/2014/09/vegetarian-paneer-machboos.html

Geserveerd met pittige rode kool.

https://www.bbcgoodfood.com/recipes/sticky-spiced-red-cabbage

Senegal

Speeldag 2/23. Senegal – Nederland 0-2

20 jaar geleden was ik een week in Senegal. Een van de dingen die me goed is bijgebleven, is hoe leeg het binnenland was. Veel zand en doornstruiken. Op de eerste dag aten we cous-cous, de tweede dag stew.

Vandaag aten we Senegalese stew met cous-cous. Omdat we als kool “rode kool” gekozen hadden, zagen we halverwege de bereiding een felle kleur, maar tegen het eind juist wat vaags.
https://recipes.fandom.com/wiki/Senegal_Stew_with_Millet 

Saoedi-Arabië

Speeldag 3/23. Argentinië - Saoedi-Arabië 1-2

Een feestje in Saoedi-Arabië, maar misschien was het opzet van Argentinië om Nederland te ontlopen in de kwartfinale.

In Saoedi-Arabië heb ik nauwelijks voet aan de grond gezet. Of misschien wel helemaal niet, want tijdens de tussenlanding in Jeddah moesten we in het vliegtuig blijven. We waren onderweg van Jemen naar Nederland. Er stapte een grote groep bedevaartgangers in, gekleed in lange witte gewaden, met als cabine-bagage grote jerrycans heilig water. En ze praatten plat Vlaams (een hint voor wat we morgen eten).

Vandaag eten we Kabsa, het nationale gerecht in Saoedi-Arabië, en misschien wel in alle landen op het Arabisch schiereiland. Het is populair tot in de Negev woestijn, zuid Iran en de Malabar kust van India.

Kasba is een eenpansgerecht waar vlees, groente en rijst in een boullion of tomatensaus gaar worden gekookt. Wij eten een veganistische versie met tofu.

België

Speeldag 4/23. België – Canada 1-0

België… daar ben ik zo vaak geweest dat het niet meer te tellen is. De laatste keer was naar Luik, waar we o.a. het station van Calatrava en een kerstmarkt bezochten. Bij zulke winterse taferelen ben je blij dat erwtensoep óók in België populair is. En met eigen kruiden-melange, getuige deze website.

https://kruidenwijs.be/hoe-erwtensoep-kruiden/

Ghana  

Speeldag 5/23. Portugal - Ghana 3-2

Vandaag eten we een stevige gevulde Ghanese pinda soep.


Ecuador 

Speeldag 6/23. Nederland - Ecuador 

In Ecuador ben ik nooit geweest, maar uit de buurlanden heb ik toch een idee van de ijle lucht van de Andes-hoogvlaktes en de drukkende Amazone-valleien. Vandaag eten we een gerecht uit de derde geografische zone: de kuststrook. Vis in kokossaus. Uiteraard bestaat onze vis uit tofu.

Geserveerd met rijst en heuse Ecuadorese bakbanaan.

https://www.laylita.com/recipes/pescado-encocado-or-fish-with-coconut-sauce/


Australië

Speeldag 7/23. Tunesië – Australië 0-1

Een “veggy burger” is al jaren een bekend verschijnsel. Maar ik weet nog hoe anders dat was, 30 jaar geleden. Mijn allereerste veggie burger was in Cairns, #Australië. In een soort patat-kraam, je zou het nu een food truck noemen, stonden twee van gezondheid blozende Engelse meiden. Ze maakten macro-biologische vegetarische snacks, en die burger smaakte uitstekend na een dag op zee (koraalrif!).

Vandaag halen we onze veggy burger bij Rafael / Eatopia, onze favoriete snackbar.  https://waterlilyunlimited.blogspot.com/2017/07/bos-en-lommer-7-van-de-eufraat-naar-de.html

Geserveerd met patat en salade.

Marokko

Speeldag 8/23. België – Marokko 0-2

45 jaar geleden was ik in Marokko, oa een paar weken in de kustplaats Essaouira. Uit mijn dagboek:
“Er was een sfeervol haventje, waar 's ochtends de vissersvloot binnenliep, en je verse, op houtskool gegrilde vis kon krijgen met brood en een schijfje citroen.”

Vandaag eten we couscous-schotel met dadels en vijgen, gegrilde zoete aardappel en limoen-vis-saus. De vis-saus is uiteraard zonder vis, maar een saus die  ook bij vis zou passen.

https://waterlilyunlimited.blogspot.com/2017/11/reisblog-40-jaar-later-44-marokko-in-je.html

Zuid-Korea

Speeldag 9/23. Zuid-Korea – Ghana 2-3

22 jaar geleden was ik in Zuid Korea. Toen bepaald geen gemakkelijk land om te bereizen. Met engels kon je nauwelijks terecht, vegetarisch eten was nauwelijks te vinden, en als het er was smaakte alles naar de beruchte “kimchi”. Pizza en instant noodles sleepten me erdoorheen.

Voor vandaag vonden we een recept voor “yachaejeon”, een hartige Koreaanse groente-pannenkoek. Zonder “kimchi”.

https://www.maangchi.com/recipe/yachaejeon

Qatar

Speeldag 10/23. Nederland – Qatar 2-0

Vijf jaar geleden waren we een paar dagen in Qatar. Twee citaten uit mijn blogje van toen:
“Als ik de FIFA was, zou ik me zorgen maken over het WK 2022.”
“Vegetarisch eten in het Midden-Oosten betekent al gauw Indiaas of Libanees fast food.”

Vandaag een Libanese cake bij de koffie

En dat blogje waar die citaten uit komen:

https://waterlilyunlimited.blogspot.com/2018/01/india-nieuwsbrief-jaargang-2018.html

Argentinië

Speeldag 11/23. Polen – Argentinië 0-2

24 jaar geleden was ik in Argentinië. Ik kwam het land binnen in het uiterste noorden en verliet het 5000 km verderop in het bijna uiterste zuiden. Ik geloof dat het een Argentijnse was die me vertelde: “Er wordt wel eens gezegd dat voetbal een zaak van leven en dood is. Dat is niet waar. Het is veel belangrijker dan dat.”

Vegetarisch eten was er in niet in overvloed. Pas in Madrid hebben we de “empanadas Argentinas” leren kennen.

https://immigrantstable.com/authentic-argentinian-vegetarian-empanadas-three-ways-vvegan/




Japan

Japan - Spanje 2-1

In Japan ben ik nooit geweest, maar in Amsterdam zie je soms lange rijen oost-aziaten staan voor de Ramen-fast-food-shops. De zelfgemaakte smaakte vandaag ook uitstekend!

https://minimalistbaker.com/easy-vegan-ramen/


Uruguay

Ghana – Uruguay 0-2

In Uruguay ben ik nooit geweest, maar ik heb het aan de overkant van de baai zien liggen toen ik in Buenos Aires een uurtje over had bij de overstap van de ene binnenlandse vlucht op de andere.

In Argentinië en Uruguay wonen heel veel mensen van Italiaanse afkomst (zoals je ziet aan de naam van bv aanvoerder Cavani). Daarom is het niet vreemd dat pasta puttanesca een nationaal gerecht in Uruguay is.

https://kitchenconfidante.com/vegetarian-pasta-puttanesca




De knock-out-fase

Verenigde Staten van Amerika

Speeldag 14/23. Nederland – USA 3-1

Lang geleden was ik voor mijn werk in Amerika. De medewerkers van het KLM-kantoor dat we bezochten, namen ons voor de lunch mee naar een heuse diner voor American Pancakes. Grote stapels dikke pannenkoekjes met veel fruit en slagroom. Dat is mijn beste culinaire herinnering aan Amerika.

Om ze zelf te maken gebruik je extra baksoda, karnemelk of wat citroensap, en flink minder water.


Engeland

Speeldag 15/23. Engeland – Senegal 3-0

Traditioneel Engels eten is bepaald geen culinair hoogstandje. Maar modernere, vegetarische versies van oude gerechten kunnen dan toch ineens heel goed uitvallen. Zoals deze “shepherd’s pie”, die blijde gezichten opleverde!

https://www.bbc.co.uk/food/recipes/vegetarian_shepherds_pie_73637 


Kroatië

Speeldag 16/23. Japan – Kroatië 1-1

Hoe mooi de oude binnenstad van Dubrovnik ook is, eigenlijk herinner ik me meer van de grensovergangen van/naar #Kroatië. M.n. terug de EU in moest er lang gewacht en veel gecontroleerd worden bij een paar wachthokjes in een verder leeg gebied.

Vandaag hebben we hartige Kroatische koekjes bij de koffie. Erg lekker. Tips bij dit recept: gebruik bv Violife ipv boter, en verdubbel de hoeveelheden kruiden.

https://www.chasingthedonkey.com/croatian-medenjaci-recipe/ 

Spanje

Speeldag 17/23. Marokko – Spanje 0-0  

Wij eten “patatas a la pobre”, ofwel arme-lui’s aardappelen. Als je geen geld meer hebt om iets in de winkel te kopen, heb je toch altijd nog wel ergens in de kelder een ui en een paar aardappelen, en pluk je ergens een paprika. Daarmee zet je dit verrassend lekkere gerecht op tafel.

https://www.espanje.nl/spaans-recept-patatas-a-lo-pobre/

Als bijgerecht rode kool. De lekkerste rode kool ooit hebben we in Fuengirola gegeten, bij een Fins(!?) vegetarisch buffet-restaurant.

https://www.okokorecepten.nl/recept/groenten/rodekool/rodekool-appel-kaneel-rozijnen 


Argentinië

Speeldag 18/23. Kwartfinale Nederland – Argentinië 2-2

Een nieuwe aflevering van een klassieker. In 1978 was het de finale. In 2014 was het de halve finale. Maar de kwartfinale van 1998 is me het beste bijgebleven. Ik zag in een klein Indiaas stadje hoe Dennis Bergkamp het Nederlands elftal en een Indiaas huwelijk redde (*).

Mijn eerste dag in Argentinië (1998) was ik verrast hoeveel moderner en ontwikkelder het was dan Bolivia, waar ik net vandaan kwam. Maar vegetarisch eten viel die dag niet mee. Het enige vegetarische restaurant van Jujuy was alleen voor de lunch open, en de Argentijnen aten niet om deze tijd (7u), dus het was niet te zien welke café's ook eten serveerden. Uiteindelijk ging ik naar een veredelde snackbar. Welke pizza is zonder vlees? Deze is met 'zebozzo'. Inderdaad, de 'll' spraken ze als 'z' uit en het was onverstaanbaar. Maar goed, er zat inderdaad erg veel ui op die pilla en het pilsje erbij smaakte ook prima.

Vandaag eten we ook pizza cebollo, maar op de andere helft doen we o.a. paprika, kappertjes en geitenkaas.

(*) https://waterlilyunlimited.blogspot.com/2022/11/hoe-dennis-bergkamp-het-nederlands.html

Engeland

Speeldag 19/23. Kwartfinale Engeland – Frankrijk 1-2

In Londen ben ik een aantal keer overgestapt op weg naar India. Als je overstapt in Londen is het eerste wat opvalt als je uit een raampje van je vliegtuig of de transferbus naar het platform kijkt, dat de hele operatie wordt uitgevoerd door Zuid-Aziaten. Nagenoeg iedereen heeft een Indiaas of Pakistaans voorkomen.

Zoals Nederland decenia lang “Chin.Ind. Restaurants” had als meest exotisch eten, zo waren dat in Londen de Indiase en Pakistaanse restaurant. Van heel eenvoudige tentjes tot toprestaurants. Wij eten vandaag dus Indiaas: Murgh Makhani of “butter chicken”. Maar dan een geheel vegan variant. Een heerlijke romige saus met zelfgemaakte seitan.

https://bitofthegoodstuff.com/2019/03/butter-chicken-vegan-style/


Kroatië

Speeldag 20/23. Halve finale Argentinië – Kroatië 3-0

Net als in Argentinië, heb ik in Kroatië meer dan eens pizza gegeten om de vlezige keuken te ontwijken. Maar als ik Istrian frittata was tegengekomen, had ik dat wel geprobeerd. Wij maken dit groente-ei-gerecht in cup-cake-vorm.

Frankrijk

Speeldag 21/23. Halve finale Frankrijk – Marokko 2-0

Culinair gezien ben ik nooit enthousiast geweest over Frankrijk. Maar de laatste keer dat ik er was, zat het mee. Met de trein onderweg van Amsterdam naar Hondarribia in Baskenland (een gemakkelijkere reis dan je misschien zou denken) hadden we een overstap op Gare Montparnasse. Daar was een take-away die poké bowls had. En zo hadden we een lekkere lunch terwijl we door het glooiende Franse platteland raasden met de TGV.

Vandaag hadden we ook een poké bowl lunch. In een Amsterdamse lunchroom terwijl de toeristen voorbij wandelden.

Marokko

Speeldag 21/23. Halve finale Frankrijk – Marokko 2-0

Deze Marokkaanse linzensoep is een klassieker, Niet alleen omdat het een gemakkelijk en voedzaam gerecht is voor iedere gelegenheid. Ook omdat in het Marokkaans-Arabisch de naam van deze soep/stew en het woord voor linzen hetzelfde is (عدس). Ofwel: dit is de oervorm waarin je linzen consumeert. En laat men in Algerije nou net hetzelfde recept gebruiken…

https://mymoorishplate.com/authentic-moroccan-lentil-soup/

Kroatië

Speeldag 22/23. Kleine finale Marokko – Kroatië 1-2

Kroatië heeft vanzelfsprekend veel geërfd van het voormalige Joegoeslavië, maar niet het imago dat er veel goulash en paprika gegeten wordt. Toch kiezen we vandaag voor gevulde parika’s, een vega versie van dit recept:

https://foodblabla.nl/gevulde-paprikas-uit-kroatie/


Frankrijk

Speeldag 23/23. Finale Frankrijk – Argentinië 3-3

Een authentiek Frans diner in vega versie is niet zo gemakkelijk. Maar gelukkig heeft Frankrijk ook een rijke patisserie-traditie. We sluiten de WK #FoodChallenge dan ook af met een ovenheerlijke tarte au chocolat.

We gebruiken het recept voor chocolade-hazelnoot-pralinétaart uit het boek “Taart ende Koeck”

https://www.maartjeborst.nl/shop/

 




 

zaterdag 19 november 2022

De bescheiden vrouw die kortstondig koning werd

In 1925 ontmoette Mahatma Gandhi een bijzondere vrouw, die hij prees om haar bescheidenheid en eenvoud en uitriep tot lichtend voorbeeld voor andere vorsten. Zij was namelijk een koning. Een vrouw met de normaal voor mannen gereserveerde titel ‘maharaja’, wat letterlijk ‘grote koning’ betekent. En die niet eens uit een koninklijke familie stamde. Dit is het verhaal van het wonderlijke leven van Sethu Lakshmi Bayi, maharaja van Travancore, een koninkrijk in het huidige Kerala in het zuidwesten van India.

Sethu Lakshmi Bayi (1895-1985) en Sethu Parvathi Bayi (1896-1983) waren twee nichtjes uit een vooraanstaande familie die al 200 jaar de echtgenoten leverde voor de prinsessen van Travancore.

In het koninklijk huis van Travancore werd – net als in de hogere kasten in heel die regio – de familielijn doorgegeven via vrouwen (matrilineair systeem). Als het mannelijke hoofd van de familie overleed, werd hij opgevolgd door een zoon van zijn zus. Dus een man was de baas maar zijn zus zorgde voor de opvolger. De aanwezigheid van vrouwelijke familieleden was dus essentieel. Als die niet voorhanden waren, kon je ervoor kiezen om meisjes te adopteren, en dat was precies wat de maharaja van Travancore deed.

Zo kwam het dat de nichtjes Sethu Lakshmi Bayi (die we hierna Lakshmi zullen noemen) en Sethu Parvathi Bayi (Parvathi) in 1900 als kleuters van vijf en vier werden geadopteerd door de koninklijke familie en daarmee ook onmiddellijk een belangrijke koninklijke status verwierven als “senior rani” (oudste prinses) en “junior rani” (jongste prinses).

Lakshmi en Parvathi

De twee rani’s hadden een ongemakkelijke verhouding. Ze waren heel verschillend: de senior rani meer teruggetrokken en verlegen, de junior rani extravert. Hun moeders, die zussen waren, konden het ook al niet zo goed met elkaar vinden. En dat de teruggetrokken senior rani vanwege haar leeftijd in de hiërarchie boven haar nichtje stond, hielp ook al niet.

Op hun tiende mochten de beide rani’s een echtgenoot uitkiezen. Ieder kreeg een paar jongemannen gepresenteerd die ze mocht bekijken vanaf een balkon om vervolgens een keus te maken. Een paar jaar later werden beide huwelijken ook daadwerkelijk geconsumeerd. De jongste prinses kreeg als eerste een kind: een zoon. Daarmee was de troonsopvolging veilig gesteld. Lakshmi kreeg iets later twee dochters.

Lakshmi's trouwfoto
Zodra Parvathi haar zoon had gebaard, veranderde haar status. Van ‘jongere prinses’ was ze ineens de moeder van de troonopvolger geworden. En dat wilde ze weten ook. Ze eiste een speciale behandeling, zoals bv een nieuw onderkomen. 

In 1924 stierf de koning (maharaja) Moolam Thirunal. Zijn troonsopvolger, de zoon van de junior rani, was op dat moment 12 jaar oud en dus te jong om te regeren. Als er geen man voorhanden was in het matrilineaire systeem, fungeerde de oudste vrouw als hoofd van de familie. Daarom was het nu Lakshmi, de senior rani, die de positie van maharaja toekwam totdat de jonge prins volwassen zou zijn. Dus Lakshmi werd geen regentes, maar koning oftewel maharaja.  

Lakshmi regeerde zeven jaar over zes miljoen mensen en voerde veel veranderingen door in deze korte tijd. Ze moderniseerde het land door investeringen in infrastructuur, in gezondheidszorg en in onderwijs.

Onder druk van Gandhi stelde ze de toegangswegen naar een belangrijke tempel open voor iedereen, dat wil zeggen ook voor de kastelozen. Nou ja, bijna alle wegen, eentje bleef voorbestemd voor de hogere kasten – anders zou er teveel protest komen van de leden van de hogere kasten. Juist in Kerala werd het kastensysteem tot in uitersten doorgevoerd waarbij de laagste groepen zichzelf niet eens mochten laten zien in het openbare leven en alleen ’s nachts buiten kwamen.

Deze aanpak was kenmerkend voor haar: aan de ene kant doorbrak ze taboes, bijvoorbeeld door achtergestelden in de maatschappij (christenen, moslims, vrouwen uit lagere kasten) een rol in het publieke leven te geven. En aan de andere kant hield ze rekening met de gevoeligheden van de bevolking en hield ze zich zelf zeer strikt aan geldende normen voor gedrag voor vrouwen. Zo ontving ze mannelijke regeringsfunctionarissen nooit zonder dat haar eigen echtgenoot erbij was. Ondanks die voorzorgsmaatregel vond ze het toch nodig om een uit Engeland afkomstige functionaris de opdracht te geven te trouwen, zodat ze niet met een vrijgezel hoefde om te gaan.

Opmerkelijk is dat in haar regeerperiode het matrilineaire systeem dat haar de macht had gegeven werd afgeschaft. Dit gebeurde mede onder druk van de Britten en ook van delen van de lokale bevolking die het maar lastig vonden dat bezit (met name land!) niet verdeeld en ten gelde gemaakt kon worden, maar in z’n geheel werd overgedragen aan de volgende generatie. Het matrilineaire systeem werd gezien als ‘niet meer van deze tijd’.

Lakshmi was populair als maharaja door deze combinatie van vooruitstrevendheid en traditionaliteit, maar ondertussen bleef de verhouding met haar nicht Parvathi, de moeder van de troonopvolger, moeizaam. Parvathi hield ervan om het land door te reizen en deel uit te maken van het wereldje van de leden van de diverse koningshuizen die delen van India bestuurden en er vaak een uitbundige levensstijl op nahielden. Lakshmi vond het vooral belangrijk om zich onberispelijk te gedragen en het volk geen aanleiding te geven tot roddel. Zij waren als de onkreukbare koningin Elizabeth tegenover de flamboyante prinses Diana.

In 1931 werd troonopvolger Sree Chithira Thirunal 19 en nam hij de positie van maharaja over van zijn tante. Nu had deze kant van de familie de macht. Lakshmi werd gemarginaliseerd. Ze kreeg een heel beperkte toelage om van te leven, en toen India onafhankelijk werd van de Britten en koninkrijken zoals Travancore toetraden tot de Indiase staat deed de maharaja geen enkele poging om voor zijn tante een fatsoenlijke toelage en woonruimte te bedingen. Zelfs het paleis waar ze haar kinderen had grootgebracht moest ze opgeven.

Lakshmi geschilderd door haar kleindochter

In de jaren ’50 waren haar dochters het moeizame leven als uitgerangeerde prinsessen beu. Ze gaven hun koninklijke titels op en verhuisden naar Bangalore om daar als gewone burgers door het leven te gaan. Ze stuurden hun kinderen naar een gewone school aan de overkant van de straat waar ze woonden. Dit tot consternatie van hun grootmoeder Lakshmi die sinds haar adoptie als vijfjarige een volledig beschermd leven had geleid en niet kon aanzien dat haar kleinkinderen zelf de straat moesten oversteken. Als ze op bezoek kwam, stond ze erop dat de kinderen met haar auto naar de school aan de overkant gebracht werden, waarbij het verhaal gaat dat de auto langer was dan de straat breed.  

Uiteindelijk verhuisde ook Lakshmi zelf naar Bangalore, na een personeelsstaking die het leven in haar paleis onmogelijk maakte. Ook zij ging in het vervolg als gewone burger door het leven. Haar paleis, Satelmond Palace, werd met haar instemming in gebruik genomen door een medisch onderzoeksinstituut. Nu had ze alleen nog een bungalow in Bangalore, waar ze in 1985 na een lang ziekbed overleed.

<EvdV>


Bronvermelding:

Deze tekst is gebaseerd op een aflevering van de podcast 'The seen and the unseen' van Amit Varma, op 20 januari 2020. Hij interviewt in deze aflevering historicus Manu Pillai over zijn boek 'The Ivory Throne' dat het leven van Sethu Lakshmi Bayi beschrijft.

Meer:

Meer Waterlily blogs over India 

dinsdag 15 november 2022

Kerala: 2000 jaar komen en gaan in een (kokos)notendop

 

“No matter what truth you discover about India, the opposite is also true.”

 

De Malabar kust is het zuidwestelijk stukje van India, tegenwoordig de deelstaat Kerala. Er lag een aantal kleine vorstendommen. Met een bergketen in de rug was de streek van oudsher op de zee georiënteerd. Men dreef er meer handel met de Romeinen, Alexandrië en Arabië via de Rode Zee en de Perzische Golf, dan met het achterland.

Via die handelsroutes maakten christendom en islam een hele vroege entrée in Kerala. De apostel Thomas (“de ongelovige”) zette er voet aan wal, en de eerste brengers van de Islam kwamen al tijdens Mohammeds’ leven. Een deel van de bevolking bekeerde zich tot christen en moslim, maar de koningshuizen bleven hindoe.

Vanaf hun oostelijke kust verspreidden de Tamil-koninkrijken intussen boeddhisme en hindoeisme naar Zuid Oost Azië. Het hoogtepunt daarvan was in de 9de eeuw dan weer onder invloed van de Kerala Brahman Sankkaracharya. Denk aan de Boroboedoer op Java, Angkor Wat in Cambodia, en van alles daar tussenin.

Portugese admiraal in kokosnootboot

Rond 1500 kwamen ongeveer tegelijk “indringers” over land naar Noord India en over zee naar Zuid India. Vanuit Centraal Azië kwamen de Moghuls. Uiteindelijk overheersten ze heel noordelijk India, waar de islam de godsdienst van de heersers werd, en de cultuur nog te zien is in gebouwen als de Taj Mahal.

Begin 16de eeuw verschenen de Portugezen over zee, en bouwden de eerste forten langs de kust van Kerala. Behalve dat ze in specerijen handelden, bekeerden de Portugezen ook locals en huwden met ze. Toen ze later in Goa een inquisitie opzetten, werden ze snel minder populair. Bovendien dwarsboomden de Portugezen de lucratieve handel van de Zamorin van Calicut (de heerser van een van de koninkrijken) met Arabië.

  • Gevecht tussen de Nederlanders en de Portugezen op strand bij Kollam. Naar tekening van W.Schouten, 1676. Rijksmuseum Amsterdam.

Begin 17de eeuw sloot de Zamorin een verdrag met de eerste Nederlanders. Samen verdreven ze de Portugezen en de Nederlanders namen sommige forten in, andere vielen ten prooi aan Indiase krijgsheren en koningen. Uit kostenoverwegingen verkleinden de Nederlanders (de VOC) de forten en sloten ze liever handelsverdragen met lokale heersers dan gebieden te veroveren. Op een gegeven moment controleerden ze de hele Zuid Indiase kustlijn, zowel oost als west.

Gezichten op Cannanore en Cochin aan de kust van Malabar.  J.Vinckboons, 1662-1663. Rijksmuseum Amsterdam. 

In de 18de eeuw was noord Kerala in oorlog met Sultan Tipu die vanuit Mysore oprukte. Onder druk van Tipu vluchtten belangrijke families uit Kannur (Cannanore) naar het zuiden, waaronder de verre voorouders van Sethu Lakshmi Bayi (1).

Met behulp van de Britten werd Tipu verslagen, waarna de Britten Noord Kerala zelf rechtstreeks bestuurden. In Zuid Kerala bleef het oude koninkrijk Travancore een soort vazalstaat. I.t.t de Portugezen en de Nederlanders beperkten de Britten zich niet tot de kuststrook, maar kolonialiseerden ze nagenoeg heel India, gebruikmakend van de ineenstorting van het islamitische Moghul systeem in Noord India.

India werd onafhankelijk in 1947. In 1956 werd de huidige deelstaat Kerala gevormd uit verschillende gebieden en koninkrijkjes. De forten in diverse stadia van verval en behoud zijn een herinnering aan de roerige geschiedenis.

Bronnen

·         History of the Portuguese Navigation in India, 1497-1600. By K. M. Mathew 1988

·         De VOC in India. Een reis langs Nederlands erfgoed. Bauke van der Pol, 2011

·         India, A concise History. By Francis Watson, 1974

Meer

(1) Lees het verhaal van het wonderlijke leven van Sethu Lakshmi Bayi, de bescheiden vrouw die kortstondig koning werd.

(2) Meer over de forten langs de kust van Kerala:
Wie is de Nederlandse Susanna in fort Kannur?
In de voetsporen van een controversieel Indiaas duo

(3) Meer blogjes over India








zondag 13 november 2022

Hoe Dennis Bergkamp het Nederlands Elftal én een Indiaas huwelijk redde.

Zomer 1998. Het WK voetbal was in Frankrijk en ik was op reis in India. Ik kreeg er niet veel van mee, sommige wedstrijden waren op sport-betaal-zenders te zien, sommige waren als het daar midden in de nacht was. Eén keer heb ik een gezien op mijn hotelkamer.

Mijn reis voerde door de binnenlanden van Karnataka, bepaald geen toeristische route. Toch bleken in het kleine stadje Badami in mijn hotel nog een paar Nederlanders te zitten. We raakten aan de praat. Die avond speelde Nederland de kwartfinale tegen Argentinië en de dames zouden eigenlijk ook wel willen kijken. Het zou niet eens zo laat in de avond zijn in India. We informeerden bij het hotel. Eerst een heleboel gedoe om te achterhalen op welke zender de wedstrijd zou worden uitgezonden, want voetbal als sport leeft nu eenmaal niet in India. De betreffende satellietzender was in het hotel ontregeld door de regen. "No problem, we will fix" zeiden ze, maar ik had ernstige twijfels.

In het stadje informeerden we bij verschillende hotels en restaurants. Daar doorliepen we steeds dezelfde fasen: Voetbal? WK? TV? Zender? Nee, hier niet. Een man die ons gehoord had, sprak ons aan. Hij kon thuis de betreffende zender ontvangen, en hij nodigde ons uit om te komen kijken. We aarzelden geen moment en accepteerden het aanbod. Om 8u die avond zou hij ons voor het restaurant ophalen.

Wij stonden klaar, en hij kwam. Via donkere, smalle straatjes kwamen we bij zijn huis. Zoals je kon verwachten was het een kleine woning, lang en smal, betegeld en verlicht met tl-buizen. Netjes, opgeruimd en schoon. De vrouw des huizes leek niet zo blij met de gasten waar haar man haar mee had opgescheept, ze was koel maar beleefd. De bloedmooie 14-jarige dochter des huizes daarentegen straalde als een uit de hemel afgedaalde engel, en genoot ervan om ons thee en schalen met koekjes etc te presenteren.

De wedstrijd zelf was hoogstaand en zinderend voetbal. Een vroege treffer van Kluivert, de gelijkmaker, een uitblinkende Davids, langdurige aanvalsgolven van Nederland die pas werden gestaakt na een rode kaart voor Numan. Halverwege de tweede helft informeerde de vrouw hoe het nu zat. Zo’n wedstrijd duurde toch 90 minuten? Dat was duidelijk tot hoever ze had willen/moeten toegeven aan haar man. 90 minuten en geen minuut meer. Maar met blessuretijd en rust waren we pas goed halverwege de tweede helft. De man keek steeds vaker op zijn horloge en met de dreigende verlenging werd het steeds pijnlijker. We begonnen hem te knijpen. De reguliere speeltijd konden we er misschien nog bij traineren, maar verlengingen gingen we hier niet te zien krijgen.

Een opstootje en bijna-penalty voor Argentinië, maar in plaats daarvan een rode kaart, bracht Nederland terug in de wedstrijd voor de laatste vijf minuten. Een lange pass op maat van Frank de Boer over het halve veld, diep de lege helft van Argentinië in. Bergkamp en één verdediger waren de enigen die de afstand overbrugd hadden. Een perfecte aanname, een kap, een draai en een weergaloos schot. 2-1.

De verlenging was afgewend en wij konden dubbel-blij terug naar ons hotel. Terug in het hotel namen we nog een pilsje om het te vieren.

dinsdag 8 november 2022

Uitgedroogd in Syrië (1997)

25 jaar geleden maakten J en ik een reis door Syrië. Een prachtig land met veel geschiedenis, veel monumenten en een bijzonder hartelijke bevolking. De familie Assad had alles toen nog zo goed onder controle, dat je daar als bezoeker niets van merkte. We bekeken de graftombe van Johannes de Doper in Damascus en Romeinse bouwwerken in Palmyra. Daarna staken we de woestijn door naar Deir-ez-Zur, een levendige stad aan de oever van de Eufraat. Daar wandelden we over de brug en zetten voet in Mesopotamië – het land tussen Eufraat en Tigris dat wel als de wieg van de beschaving gezien wordt.


Een van de belangrijkste steden uit de oudheid was Dura Europos. Sinds ongeveer 300 n Chr. is het verlaten en om het archeologisch belang aan te duiden wordt het wel het “Pompeï van de woestijn” genoemd. Daar wilden we wel rondkijken. Het lag zo’n 90 km van Deir-ez-Zur, aan de weg naar Bagdad.


Vanaf de weg waar de bus ons afzette, was het nog 2 km lopen onder de schroeiende zon. De hoofdpoort was afgesloten, maar even verderop was een kleinere poort, met bewaker. Een oude man met mantel, hoofddoek en geweer. Waarschijnlijk stak hij de toegangsprijs in eigen zak, want een kaartje kregen we niet. Dura Europos was een leuke plek om rond te struinen. Het was helemaal verlaten en vooral stoffig en rotsachtig, oker- en grijskleurig. Er waren restanten van stadsmuren en -poorten, maar het meeste lag toch ondergronds. De Eufraat lag zo’n 50 meter lager, machtig stromend, met een groene strook erlangs.

We hadden ons bij zo’n belangrijke opgraving meer faciliteiten voorgesteld. We hadden geen proviand en drinken bij ons, dus het ontbreken van zelfs een eenvoudig stalletje langs de weg was een tegenvaller. We hadden ook geen idee of en wanneer een bus terug zou gaan. Onder de brandende zon begon de hitte en de dorst ons op te breken. We hadden nog één fles met een bodempje water erin. Iets om zuinig op te zijn. Teruglopend naar de weg filosofeerden we hoe we zouden reageren als de ander ineens die slok water op zou drinken? Hoe lang zou het duren voor het thuisfront ons ging missen, zich ongerust ging maken, een zoektocht zou beginnen?

Toen hoorden we stemmen. Ergens tussen de stadsmuren van Dura Europos en de weg bleken onder een vale, laaghangende tentdoek drie arbeiders te rusten. Ze gaven ons stukjes watermeloen. De zoete, sappige hapjes smolten in de mond en smaakten heerlijk, precies wat we nodig hadden. Nog een bekertje koud Eufraat-water erachteraan. Vriendelijke conversatie met veel glimlachen over en weer. Onze redders. We knapten er helemaal van op en waren weer vol goede moed. Bij de weg kregen we al snel een lift terug naar Deir-ez-Zur.

Wij waren gered, maar Syrië bleef een uitgedroogd land. Tien jaar later zouden watertekorten mede aanleiding zijn voor de protesten waaruit de opstand en de oorlog uit voortkwamen.

 

Deir-ez-Zur, 1997 – Amsterdam, 2002

zaterdag 5 november 2022

Geweren en Bedoeïenen, Jemen 1996 (2/2)

 

Oost: Marib

Dag zeven zouden we naar Marib gaan, 200km naar het oosten, laaggelegen in de woestijn.

Vervoer was vandaag wat moeilijker, vanwege Eid al Fitr reden er nauwelijks taxi's. Bij de taxi­standplaats vonden we aansluiting bij een klein groepje dat ook naar Marib wilde. Een aardige Soedanees, een rare snuiter, een oude man met een jongetje en een baasje in militair uniform met een machine­geweer. Die laatste wilde persé de onderhan­delingen voeren. Hij wilde een bodemprijs. Twee chauf­feurs hadden geen zin daarvoor te gaan en reden door. Bij de derde duurde de discussies eindeloos en soms ging het er hevig aan toe. Driftig werd dan nog eens de stapel geld geteld die de militair al had ingeza­meld. Dan moest iedereen weer wat bijleggen en werd er nog eens geteld.

Tegen elven vertrokken we eindelijk. Door rotsige bergen, overgaand in vlaktes van puin en gruis. Dan steenwoestijn met struikjes, uiteindelijk echte geelwitte zandduinen waar gitzwart vulkanische gesteente door­heen­ stak.

De militair zat de hele tijd met zijn geweer te hannesen, niet zo aangenaam want je wilde niet dat hij het per ongeluk op je gericht hield.

Toen ineens een harde knal en een stofwolk ín de auto. Dat was schrikken. We hadden een lekke band. Veel moeite om het reservewiel los te krijgen. Wachtend in de zinderende hitte langs de weg ging ons militairtje wat schietoefeningen doen. Al die tijd kwam er geen verkeer ach­terop. Uiteindelijk was het wiel vervangen, maar toen we wegreden liep het aan en rook je brandend rubber. Nog een keer stoppen en een stuk van de auto wegbuigen.

(Nieuw) Marib was een lelijke rij benzine­pompen langs de weg. Eerst cola in een restaurant, dan naar een hotel.

We wandelden terug naar de taxistandplaats. De temperatuur was hier heel wat hoger dan in het toch al aangename Sana’a; de wind was ook warm; door de droge lucht merkte je niets van zweet. We charterden een pick-up truck om ons naar Old Marib te brengen.

Old Marib lag op een kleine heuvel, hoogstens tweehonderd meter in doorsnee. Het waren de ruïnes van wat eens een dicht­bebouwde stad was met kleine steegjes en huizen van drie, vier verdiepingen hoog. Nu zag je de half ingestorte huizen; gaten; trappen die in niets eindigden; leem en stenen; boom­stammen die als draagbalk gediend hadden. Een spookachtige sfeer, terwijl er toch nog een paar gezinnen woonden. Het was heel vreemd hoe iets wat stuk en vervallen was toch (juist?) zo mooi en indrukwekkend kon zijn.

We lieten ons terugbrengen naar de taxistandplaats met de twee cafés. Het eenvoudigste had een terras. Daar gingen we wat drinken. We waren zelf weer evenveel bekijks als andersom. Een enkeling zei eens wat maar niemand kon Engels. In Marib was geen lokale vrouw te zien. Bijna alle mannen liepen met een groot geweer om de schouder. Een heel wat minder prettig gezicht dan de sierdolken in Sana’a.

Mannen in pick-up trucks reden af en aan en kauwden qat en dronken thee. Als zo’n groepje het terras op kwam, legden ze hun Kalasjnikovs op het lage tafeltje, zoals we dat tegenwoordig met onze telefoons doen. Dat had tegelijk iets gemoedelijks en iets vervreemdends.

Twee keer kwam er een pick-up-truck langs met militairen en een groot machinegeweer achterop gemonteerd. Op weg naar Marib en bij de ingang van het dorp ook veel meer controlepos­ten (dan naar Ibb) en we moesten ook geregeld ons paspoort laten zien. (Maar altijd waren ze vriendelijk en was het in orde.) Was het omdat we hier zo dicht bij Saoedi-Arabië waren of omdat de Bedoeïenen hier wel eens toeristen kidnapten?

De volgende ochtend maakten we een toertje langs de bezienswaardigheden rondom Marib. Eerst naar de 'nieuwe dam'. Opgetrokken uit stenen hield die water vast uit het kleine riviertje, waardoor in de omgeving landbouw mogelijk was en Marib kon bestaan.

Toen naar de 'oude dam', die 3000 jaar geleden dezelfde functie had. Dit was toen het land van de koningin van Sheba. Alleen de sluizen aan de zijkanten tegen de bergen waren nog enigszins te zien.

Vervolgens bezochten we twee opgravingen van wat ooit tempels of palei­zen geweest waren, met als meest karakteristieke acht, respec­tieve­lijk vijfeneenhalve kaarsrechte zuilen op een rij vlak naast elkaar. Verder veel zand, zand, zand.

Noord: Shihara (Shaharah)

Dag tien en elf. We hadden een tweedaagse privé‑tour bij het hotel geregeld. Ali was de chauffeur van onze 4wd Toyota landrover.

Halverwege de middag werd het terrein voor de 4wd. De weg was zand, keien, uitgesleten sporen, omhoog en omlaag. Vallei na vallei bestond uit droog uitziend land, dat verrassend veel bomen, akkers, struiken, bananen en cactussen opbracht. Andere stukken waren weer dorder en verlatener. Hier en daar een kudde witte schapen of zwarte geiten met in zwart gehulde hoedsters.

Na twee uur gehobbel reden we een ommuurd terrein op, een soort binnenplaats zonder buiten. De uitgang werd meteen geblokkeerd met een rotsblok. We werden 'overgedragen' aan de Bedoeïenen die de berg Shihara controleerden.

Achter in een van hún pick-up‑trucks, met boven op het dak van de cabine een met machinegeweer bewapend escorte, gingen we zwoegend in anderhalf uur de on­waarschijnlijk steile en slechte weg omhoog. Meestal niet meer dan stapvoets. Het uitzicht naar beneden was spectaculair. Enorme hellingen volgebouwd met terrassen.

Boven verscheen uiteindelijk Shihara. Shihara was een bergdorp op een 2500 meter hoge top, waar de rest van de bergen niet hoger dan 1500 meter was. Helemaal uit stenen huizen opgetrokken. Half vier waren we in het hotel, waar we eerst even thee dronken om bij te komen van de zware rit en het geschud. Daarna een wandeling door het dorp. De twee helften van het dorp lagen op twee bergtoppen, over het akelig diepe ravijn ertussen was een stenen boogbrug gebouwd. Onbe­grijpelijk hoe ze die 1000 jaar geleden hadden kunnen maken. De laagvlaktes aan weers­zijden leken inderdaad kilometers lager te liggen. Het pad van de brug omhoog terug naar het dorp maakte je buiten adem. De grote hoogte en de ijle lucht natuurlijk.

Daarna nog even door het dorp zelf gewandeld. Kinderen riepen ons na en waren ook later het enige geluid. Verder wandelden mensen heen en weer, maar was er vooral erg weinig te beleven.

Terug naar het hotel. De 'kamer' was prima, een lemen, fris beschilderde ruimte met in de muren uitgespaarde 'kasten' en zitmatten rondom. Het sanitair verdiende die naam niet: een gat in de buitenmuur en geen stromend water.

Er waren geen andere toeristen in het dorp, maar de Bedoeïenen wisten heel goed hoe ons geld uit de zak te kloppen. Het hotel was onverwacht duur, en onze onderhandelingspositie werd verzwakt omdat zij wel bewapend waren en wij niet. Als klap op de vuurpijl wilden ze nog eens 100 rial p.p. toen we om dekens vroegen. Dat ging toch echt te ver, en na een hele discussie ‑waarbij het ontbijt als ruilmiddel werd ingezet‑ kregen we ze zo. En allemaal even nors en onvriendelijk. Zo werd het vooroordeel dat de Jemenieten tegen de Bedoeïenen hadden aardig bevestigd.

Al met al had het toch wel wat van een ontvoering: we konden nergens heen; zij hadden de sleutel van de kamer; zij bepaalden hoe laat het licht aan en uit ging; zij schoven het eten naar binnen (wat trouwens best goed was: brood, rijst, omelet, bonensaus, zoete honingtaart).

Ik had het met het vallen van de avond steeds kouder gekregen en werd vervolgens echt ziek. Koorts. Koud, rillen, hoofdpijn en pijn in iedere spier en bot. Wat een ellende. Wat duurde die nacht lang.

Toen het licht werd mochten we opstaan. De zware rit de berg af ‑ ik mocht gelukkig voorin zitten. Beneden werden we na het betalen van nog een som geld 'teruggegeven' aan onze Ali. Liggend op de achterbank van de landrover ging het terug over de steppes, daarna over de asfaltweg. We deden nog een paar bezienswaardigheden aan, maar ik bleef in de auto slapen.

Meer