Aankomst
2018 begon niet zo goed. We stonden in een lange rij voor de immigratie op het vliegveld van Doha toen de figuurlijke klok sloeg. We wensten elkaar en de Maleisische moeder en dochter voor ons in de rij gelukkig nieuwjaar, maar vreemd genoeg bleef het verder erg stil en gelaten onder de duizenden wachtenden. Na een aangename vlucht met Qatar Airways viel Doha Airport erg tegen. Het mocht dan een prijs gewonnen hebben en overdadig veel glitter, marmer en luxe bevatten, de organisatie klopte voor geen meter. Er waren maar twee balies open voor de immigratie en de rij vulde al snel de hele aankomsthal. Mannen met portofoons renden druk gebarend heen en weer om wachtenden hun plek te wijzen, maar ze hadden beter paspoorten kunnen gaan afstempelen. Soms werden gezinnen met kinderen uit de rij gehaald, een enkele keer werd een extra balie geopend, maar dat kwam dan alleen ten goede aan de mensen die achterin stonden. Anderhalf uur stonden we te staan en te schuifelen voor we eindelijk aan de beurt waren.
Van de weeromstuit vergat ik vervolgens mijn tas nadat ik
Ryali gepind had achter de bagageband. Ik merkte het pas toen we al voorbij de
douane waren. Het viel niet mee me een weg terug te praten langs de beveiliging
en de douaniers, want dat is natuurlijk eenrichtingsverkeer. Gelukkig lukte het
en stond mijn tas er nog. De explosieven opruimingsdienst was nog niet uitgerukt.
Rondkijken
Behalve dat we een beetje vermoeid waren van die
nachtelijke escapade, genoten we ervan de volgende dagen Doha te bekijken. We
wandelden heel wat rond, voornamelijk door het oude centrum waarnaast o.a. een
nieuwe souk en een prachtig museum
gebouwd waren.
De nachten en ochtenden waren koel en heiig, maar midden
op de dag was het zonnig en aangenaam.
De Qatari liepen meestal in traditionele klederdracht. De mannen in witte jurken met
een sjaal om het hoofd, de vrouwen in dunne zwarte mantels over hun gewone
kleding. Daaronder hoge hakken of strakke spijkerbroeken. Hoofddoek en grote
zonnebril konden niet verhullen dat er veel aandacht aan make up en uiterlijk
besteed werd. Er waren overigens ook veel dames zonder hoofddoek. We zagen een groepje jonge moeders in een
café aan de waterpijp, terwijl hun Filipijnse kindermeisjes even verderop de
kinderen bezighielden.
Vegetarisch eten in het Midden-Oosten betekent al gauw
Indiaas of Libanees fast food. Het was
soms even zoeken, maar dan was het smullen van hummus, falafel, foul en
lekkere pita broodjes.
Qatar in ontwikkeling
Een fascinerende en gevarieerde stad met nieuw en oud,
rijk en arm, oosters en westers, noordelijk en zuidelijk. De mensen die je ziet
lijken uit alle windstreken te komen en daarmee zijn winkels en restaurants al
even afwisselend.
Doha is bezig met een inhaalslag om het oliegeld te
investeren en Dubai en Abu Dhabi te evenaren als handelscentrum. Ze hebben nog
een weg te gaan. In het oude stadscentrum is het een bonte lappendeken van 25
jaar oude hoogbouw, een enkel modern gebouw, heel veel bouwplaatsen waardoor
straten en stoepen versperd zijn, onverharde stukken land die als
parkeerterrein gebruikt worden, een paar vergeten blokken van 50 jaar oude
laagbouw – en overal tussenin charmante oude moskeetjes die wegvallen tussen de
hoogbouw. Hier en daar blokken met wat levendigheid op straatniveau, maar
meestal houdt dat niet over. In zijstraten met oude panden waarin oude kleine
winkeltjes en restaurantjes zitten, is 's avonds nog het meeste reuring.
Van de boycot door Saudi Arabië is op het oog niets te
merken (hoewel we in de krant lazen dat de huizenprijzen daalden). Dat ons
buurtwinkeltje een ochtend geen yoghurt had, kwam eerder door gebrekkige
logistiek. En daarmee heb je de makke te pakken. Een groot vliegveld bouwen,
heel veel stadsbussen kopen, een zebrapad schilderen op een zesbaans weg, een
metro intekenen - dat lukt allemaal wel. Maar het dan goed regelen, genoeg Marechaussee
oproepen, eenduidige kaartjes met busroutes publiceren, automobilisten leren te
stoppen voor het zebrapad – dat is een stuk moeilijker. Overal wordt aan de metro
gewerkt maar een openingsjaar durft niemand meer te noemen. Het zelfde geldt
voor het Nationaal Museum in aanbouw.
Als ik de FIFA was, zou ik me zorgen
maken over het WK 2022.
India connectie
Het
is een goede gewoonte om iedere reis naar een Indiaas aspect te kijken. In Qatar is
dat wel heel gemakkelijk. Van de 2 miljoen inwoners komt bijna de helft uit wat
vroeger Brits India was. Toen we de vliegtuigtrap afliepen, stond al een
ploegje Indiase schoonmakers klaar om aan boord te gaan. Ze hebben meestal de
zware beroepen in de bouw. Schoonmakers, koks en ook winkeliers komen meestal
uit zuid Azië. De vrouwelijke gastarbeiders komen vooral uit de Filipijnen en
zie je bv achter de receptie en als kindermeisje.
Nieuwjaarsavond gingen we uit eten in de Saravana Bhavan,
de internationale keten van Indiase restaurants die nu ook in Amsterdam zit.
Het zat er helemaal vol met Indiase gezinnen, wij waren de enige niet-Indiërs.
Het eten was authentiek zuid Indiaas op een bananenblad en bijzonder lekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten