Tien jaar Satun
Het was heerlijk en meteen helemaal vertrouwd om weer in
Satun te zijn, in hetzelfde mini-resort als altijd. We komen hier nu tien jaar
en het is nog geen jaar te veel. Hoewel we niet veel bijzonders deden, vlogen
de dagen voorbij. Hier een kopje koffie, daar een lunch, een paar boodschappen
doen, even naar het zwembad. De night market of een food festival
zorgden voor de nodige gezelligheid.
Inmiddels hebben we er zoveel favoriete cafés en
restaurants, dat we de hele eerste week nodig hadden om bekende gelegenheden te
bezoeken.
De tweede week was het soms jongleren met afspraken met kennissen. Als we op
straat een bekende tegenkwamen, maakten we een praatje. Diegene vroeg dan of we
de volgende dag iets hadden? Nee, zullen we dan samen koffie drinken, of een
ijsje eten, of wat dan ook. Leuk, zeiden wij, wanneer ongeveer? Dan was het
antwoord: ik stuur je wel een berichtje als ik onderweg ben. Maar ja, wij wilden
natuurlijk niet de hele dag zitten wachten. En als we dan op pad waren en het
berichtje kwam, moesten we zeggen: nu komt het niet uit.
Intussen werd de fiets bezorgd. Die hadden we een paar
dagen eerder in Bangkok bij de Decathlon besteld. Eén dag later dan gepland,
dus dat viel alles mee. Er was al aangekondigd dat de bezorger zou bellen. We
namen aan om te horen hoe laat er iemand thuis was. Dus ik had het Thaise
zinnetje voor "je kunt ieder moment komen" al uit mijn hoofd geleerd.
Maar daar waren ze niet tevreden mee. Na de nodige onbegrepen uitwisselingen
hoorde ik op de achtergrond iemand in langzaam en verstaanbaar Thai vragen
"waar is je huis?". Hoewel we natuurlijk een bezorgadres hadden
opgegeven, moesten we dat toch een paar keer herhalen. Toen was iedereen blij.
Een uur later werd de fiets bezorgd. Het uitpakken en in elkaar zetten ging
gemakkelijk met de hulp van de tuinman / klusjesman van ons resort.
Bij de motor cycle repair shop hadden ze fietsmandjes. Eerst werd nog even een motor met zijspan gerepareerd terwijl de boodschappen en een kind er nog in zaten. Een oudere man kon het mandje er op zetten, wat nog met de nodige schroeven en bouten gepaard ging. Hij deed ze netjes steeds iets vaster, dan weer stellen, dan weer ietsje vaster, dan alles helemaal vastdraaien. Nog even de banden wat harder oppompen. Nog even de remkabels checken. Klaar. Ondanks de montage service werd de rekening naar beneden afgerond.
Na tien jaar kan ik er nog steeds gelukkig van worden: de
mensen in Satun lijken oprecht blij om bezoekers aan hun stad te zien. We
worden gegroet, toegelachen, geholpen waar nodig, en al onze culturele
onhandigheden en verkeerd uitgesproken Thaise zinnetjes worden vergeven.
Sterker nog, mijn falende pogingen om iets in het Thai te zeggen worden met
groot enthousiasme ontvangen. Als ze niet helpen in de communicatie, dan toch
wel in het contact maken.
Contact onderhouden doe je hier door eten te geven. Van
iedereen die we wat beter kennen krijgen we voortdurend eten toegestopt. Van
een toetje in het lunchrestaurant tot snoepjes van de receptioniste, van
vruchten-ijsjes van de eigenaresse tot fruit uit Patthalung van haar vriendin.
Ter ere van children's
day was er een evenement op het plein voor het museum. Er trad een
dansgroep op in traditionele kostuums - al vraag ik me af of de hoofddoek onder
het kroontje traditioneel is. Eerst een klassiek nummer en dan een bewerking
van een pop liedje, dat met luid gejuich werd ontvangen. Dan een groepje hele
kleine kinderen die een dansje deden. Het publiek zat deels op rijen plastic
stoelen voor het podium, en deels picknickend op de grond daaromheen. Ik vond
een stoel om op te zitten bij een stalletje dat door twee meisjes van 13 gerund
werd. Ze gingen enthousiast met de vertaal app in de weer om met ons te kunnen
praten. Zo druk dat ze vergaten de klanten van hun stalletje te bedienen. Ze
wezen er op dat het museum vanavond gratis toegankelijk was. Gingen we toch ook
maar even kijken. Ook daar veel mensen en veel foto momenten.
Het blijft koel voor de tijd van het jaar, vaak is het
onder de 30 graden. Sommige dagen zijn mooi en zonnig, andere bewolkt. We
hebben zelfs een paar flinke regenbuien gehad. De paraplu die we kochten als
parasol, gebruiken we vaker tegen de regen.
We zijn gewend dat in de schemering, zowel ochtend als
avond, de vogels, insecten en reptielen een kakofonie van geluiden
voortbrengen. Maar met dit weer is het nog veel meer. Als het koeler is zijn de
vogels overdag actiever. Als er een donkere wolk overdrijft denken de dieren
dat de schemering komt. En na een regenbui slaan de krekels op dubbele kracht
aan. Zelfs midden in de nacht.
Per saldo is dit wisselvallige weer wel beter uit te houden dan de schroeiende hitte van vorig jaar.
Intussen brak in Bangkok de
jaarlijkse paniek uit toen de altijd aanwezige luchtvervuiling heftiger en
zichtbaarder werd, omdat het seizoen aanbrak dat akkers afgebrand worden. De
regering beloofde allerlei twijfelachtige maatregelen. Tot de wind draaide en
het probleem naar volgend jaar doorgeschoven kon worden.
Ik had al een keer een middelgrote varaan onder onze heg
zien verdwijnen. Ik zag 'm maar half, en die helft was een halve meter lang. De
volgende dag zag Evelyn 'm ook. Maar waar was-ie nou zo snel gebleven? Evelyn
keek nog eens goed en zag dat er een holletje ónder ons huisje was, waar nog
net een stukje staart uit stak. We hadden benedenburen! We dachten dat al dat
geritsel en getrippel van vogels en eekhoorns kwam, maar er was nog een
mogelijkheid...
De volgende dag zagen we 'm zitten op het grasveldje voor
ons huisje. Stokstijf, alsof-ie was opgezet, met zijn kop aandachtig in de
lucht. Waarschijnlijk had hij mij een seconde eerder gezien dan ik hem, en
dacht hij, als ik niet beweeg zien ze me niet. Hij was zeker 1m lang, maar meer
dan de helft daarvan was staart. Een prachtig dier dat uit een ander tijdperk
leek geteletransporteerd. We adopteerden hem onmiddellijk als ons huisdier.
Waarschijnlijk is het een clouded monitor,
een alles-eter.
Eerder schreef ik dat mijn pogingen wat Thais te praten
goed ontvangen worden. Maar sommige interacties gaan ook prima zonder woorden.
We waren in een 7-eleven buurtwinkel voor yoghurt en drankjes. De kassière
vroeg, zonder een woord te zeggen, maar met een expressieve vragende blik, of
we een lepeltje bij de yoghurt wilden, door een lepeltje omhoog te houden en
haar grote donkerbruine ogen nog iets verder open te sperren. Idem met een
plastic tasje, zich bewust van haar beste feature: die ogen. Toen werd de magie
doorbroken met een luide schreeuw – E had per ongeluk de sojamelk in haar tas
gedaan voordat die was afgerekend. De kassière schrok er zelf nog het meeste
van.
Satun Geopark
We maakten één "grote" excursie, naar Mu Ko
Phetra National Park, onderdeel van "Satun Geopark". (Daartoe horen
onder andere grotten, en karstgebergten die als eilanden loodrecht uit zee en
uit het vlakke land oprijzen. Maar dat is een ander verhaal.)
Om te beginnen reden we via een landelijke
achteraf-route. Hier nog enorme plantages van rubberbomen, die vroeger héél
zuid Thailand bedekten. Nog vroeger was het allemaal tropisch regenwoud en op
deze vlakke stukken laaglandbossen.
Eerst reden we naar het strand van Pakbara, een klein
plaatsje dat bekend is omdat er boten naar veel van de populaire Thaise
eilanden vertrekken. Het strand is een smalle strip met visrestaurants er
langs. Want we begonnen de dag met een flinke lunch. Een paar goed doorvoede
katten liepen wat te bedelen bij de tafels, eentje liep zelfs het strand op om
te bedelen bij een visser, die tot zijn schouders in zee staand een net
uitwierp en kleine kreeftjes ving. Het was de zonnigste dag tot nu toe in
Satun, wat maakte dat strand, zee en de rotsige eilanden in de verte op hun
best uitkwamen.
Daarna reden we naar de ingang van het NP, een berg/rots
die als een schiereiland in zee uitstak. Er was een haven met vissersbootjes,
en onder de schaduw van de bomen lagen de NP gebouwen. Een paar agenten van de
toeristenpolitie maakten een praatje met ons. Er was een wandelpad gebouwd om
de rots heen, op pijlers in zee. Zo had je een origineel perspectief op de
kustlijn, die hier verticaal omhoog ging. Op waterniveau uitgesleten grotten,
wat hoger dichte begroeiing.
Door verschuivingen in de aardkorst bestond de berg uit
gesteente van verschillende geologische tijdperken. Op één punt zag je overgang
heel duidelijk: je stapte van het witte Ordovician in het rode Cambrian
tijdperk (respectievelijk 450 en 500 miljoen jaar oud). Na 1½ km was de steiger
afgelopen en kon je nog een stuk over een weg op het schiereiland lopen. Hier en
daar een klein strandje onder je, een eenzame boom die in zee stond, een
overhangende palm, het was allemaal even mooi.
Als laatste reden we nog een stukje om om een Batik
werkplaats / winkel te bekijken. Hier zag je nog eens goed dat dit deel van
Thailand oorspronkelijk Maleis was. Binnen hingen kleding en tasjes en hoedjes
en grote zijden lappen stof, sommige met populaire opdrukken, andere met
klassieke natuurlijke kleurstoffen bewerkt. Buiten waren een oude man en een
jonge vrouw textiel aan het bewerken met was en verf (?).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten