zaterdag 1 februari 2025

Thailand Reisverslag 2025/2 Tien jaar Satun

 

Tien jaar Satun

Het was heerlijk en meteen helemaal vertrouwd om weer in Satun te zijn, in hetzelfde mini-resort als altijd. We komen hier nu tien jaar en het is nog geen jaar te veel. Hoewel we niet veel bijzonders deden, vlogen de dagen voorbij. Hier een kopje koffie, daar een lunch, een paar boodschappen doen, even naar het zwembad. De night market of een food festival zorgden voor de nodige gezelligheid.

Inmiddels hebben we er zoveel favoriete cafés en restaurants, dat we de hele eerste week nodig hadden om bekende gelegenheden te bezoeken.
De tweede week was het soms jongleren met afspraken met kennissen. Als we op straat een bekende tegenkwamen, maakten we een praatje. Diegene vroeg dan of we de volgende dag iets hadden? Nee, zullen we dan samen koffie drinken, of een ijsje eten, of wat dan ook. Leuk, zeiden wij, wanneer ongeveer? Dan was het antwoord: ik stuur je wel een berichtje als ik onderweg ben. Maar ja, wij wilden natuurlijk niet de hele dag zitten wachten. En als we dan op pad waren en het berichtje kwam, moesten we zeggen: nu komt het niet uit.

Intussen werd de fiets bezorgd. Die hadden we een paar dagen eerder in Bangkok bij de Decathlon besteld. Eén dag later dan gepland, dus dat viel alles mee. Er was al aangekondigd dat de bezorger zou bellen. We namen aan om te horen hoe laat er iemand thuis was. Dus ik had het Thaise zinnetje voor "je kunt ieder moment komen" al uit mijn hoofd geleerd. Maar daar waren ze niet tevreden mee. Na de nodige onbegrepen uitwisselingen hoorde ik op de achtergrond iemand in langzaam en verstaanbaar Thai vragen "waar is je huis?". Hoewel we natuurlijk een bezorgadres hadden opgegeven, moesten we dat toch een paar keer herhalen. Toen was iedereen blij. Een uur later werd de fiets bezorgd. Het uitpakken en in elkaar zetten ging gemakkelijk met de hulp van de tuinman / klusjesman van ons resort.

Bij de motor cycle repair shop hadden ze fietsmandjes. Eerst werd nog even een motor met zijspan gerepareerd terwijl de boodschappen en een kind er nog in zaten. Een oudere man kon het mandje er op zetten, wat nog met de nodige schroeven en bouten gepaard ging. Hij deed ze netjes steeds iets vaster, dan weer stellen, dan weer ietsje vaster, dan alles helemaal vastdraaien. Nog even de banden wat harder oppompen. Nog even de remkabels checken. Klaar. Ondanks de montage service werd de rekening naar beneden afgerond.

Na tien jaar kan ik er nog steeds gelukkig van worden: de mensen in Satun lijken oprecht blij om bezoekers aan hun stad te zien. We worden gegroet, toegelachen, geholpen waar nodig, en al onze culturele onhandigheden en verkeerd uitgesproken Thaise zinnetjes worden vergeven. Sterker nog, mijn falende pogingen om iets in het Thai te zeggen worden met groot enthousiasme ontvangen. Als ze niet helpen in de communicatie, dan toch wel in het contact maken.

Contact onderhouden doe je hier door eten te geven. Van iedereen die we wat beter kennen krijgen we voortdurend eten toegestopt. Van een toetje in het lunchrestaurant tot snoepjes van de receptioniste, van vruchten-ijsjes van de eigenaresse tot fruit uit Patthalung van haar vriendin.

 

Ter ere van children's day was er een evenement op het plein voor het museum. Er trad een dansgroep op in traditionele kostuums - al vraag ik me af of de hoofddoek onder het kroontje traditioneel is. Eerst een klassiek nummer en dan een bewerking van een pop liedje, dat met luid gejuich werd ontvangen. Dan een groepje hele kleine kinderen die een dansje deden. Het publiek zat deels op rijen plastic stoelen voor het podium, en deels picknickend op de grond daaromheen. Ik vond een stoel om op te zitten bij een stalletje dat door twee meisjes van 13 gerund werd. Ze gingen enthousiast met de vertaal app in de weer om met ons te kunnen praten. Zo druk dat ze vergaten de klanten van hun stalletje te bedienen. Ze wezen er op dat het museum vanavond gratis toegankelijk was. Gingen we toch ook maar even kijken. Ook daar veel mensen en veel foto momenten.

 

Het blijft koel voor de tijd van het jaar, vaak is het onder de 30 graden. Sommige dagen zijn mooi en zonnig, andere bewolkt. We hebben zelfs een paar flinke regenbuien gehad. De paraplu die we kochten als parasol, gebruiken we vaker tegen de regen.

We zijn gewend dat in de schemering, zowel ochtend als avond, de vogels, insecten en reptielen een kakofonie van geluiden voortbrengen. Maar met dit weer is het nog veel meer. Als het koeler is zijn de vogels overdag actiever. Als er een donkere wolk overdrijft denken de dieren dat de schemering komt. En na een regenbui slaan de krekels op dubbele kracht aan. Zelfs midden in de nacht.

Per saldo is dit wisselvallige weer wel beter uit te houden dan de schroeiende hitte van vorig jaar.


Intussen brak in Bangkok de jaarlijkse paniek uit toen de altijd aanwezige luchtvervuiling heftiger en zichtbaarder werd, omdat het seizoen aanbrak dat akkers afgebrand worden. De regering beloofde allerlei twijfelachtige maatregelen. Tot de wind draaide en het probleem naar volgend jaar doorgeschoven kon worden.

 

Ik had al een keer een middelgrote varaan onder onze heg zien verdwijnen. Ik zag 'm maar half, en die helft was een halve meter lang. De volgende dag zag Evelyn 'm ook. Maar waar was-ie nou zo snel gebleven? Evelyn keek nog eens goed en zag dat er een holletje ónder ons huisje was, waar nog net een stukje staart uit stak. We hadden benedenburen! We dachten dat al dat geritsel en getrippel van vogels en eekhoorns kwam, maar er was nog een mogelijkheid...

De volgende dag zagen we 'm zitten op het grasveldje voor ons huisje. Stokstijf, alsof-ie was opgezet, met zijn kop aandachtig in de lucht. Waarschijnlijk had hij mij een seconde eerder gezien dan ik hem, en dacht hij, als ik niet beweeg zien ze me niet. Hij was zeker 1m lang, maar meer dan de helft daarvan was staart. Een prachtig dier dat uit een ander tijdperk leek geteletransporteerd. We adopteerden hem onmiddellijk als ons huisdier. Waarschijnlijk is het een clouded monitor, een alles-eter.

 


Eerder schreef ik dat mijn pogingen wat Thais te praten goed ontvangen worden. Maar sommige interacties gaan ook prima zonder woorden. We waren in een 7-eleven buurtwinkel voor yoghurt en drankjes. De kassière vroeg, zonder een woord te zeggen, maar met een expressieve vragende blik, of we een lepeltje bij de yoghurt wilden, door een lepeltje omhoog te houden en haar grote donkerbruine ogen nog iets verder open te sperren. Idem met een plastic tasje, zich bewust van haar beste feature: die ogen. Toen werd de magie doorbroken met een luide schreeuw – E had per ongeluk de sojamelk in haar tas gedaan voordat die was afgerekend. De kassière schrok er zelf nog het meeste van.

Satun Geopark

We maakten één "grote" excursie, naar Mu Ko Phetra National Park, onderdeel van "Satun Geopark". (Daartoe horen onder andere grotten, en karstgebergten die als eilanden loodrecht uit zee en uit het vlakke land oprijzen. Maar dat is een ander verhaal.)

Om te beginnen reden we via een landelijke achteraf-route. Hier nog enorme plantages van rubberbomen, die vroeger héél zuid Thailand bedekten. Nog vroeger was het allemaal tropisch regenwoud en op deze vlakke stukken laaglandbossen.

Eerst reden we naar het strand van Pakbara, een klein plaatsje dat bekend is omdat er boten naar veel van de populaire Thaise eilanden vertrekken. Het strand is een smalle strip met visrestaurants er langs. Want we begonnen de dag met een flinke lunch. Een paar goed doorvoede katten liepen wat te bedelen bij de tafels, eentje liep zelfs het strand op om te bedelen bij een visser, die tot zijn schouders in zee staand een net uitwierp en kleine kreeftjes ving. Het was de zonnigste dag tot nu toe in Satun, wat maakte dat strand, zee en de rotsige eilanden in de verte op hun best uitkwamen.

Daarna reden we naar de ingang van het NP, een berg/rots die als een schiereiland in zee uitstak. Er was een haven met vissersbootjes, en onder de schaduw van de bomen lagen de NP gebouwen. Een paar agenten van de toeristenpolitie maakten een praatje met ons. Er was een wandelpad gebouwd om de rots heen, op pijlers in zee. Zo had je een origineel perspectief op de kustlijn, die hier verticaal omhoog ging. Op waterniveau uitgesleten grotten, wat hoger dichte begroeiing.



Door verschuivingen in de aardkorst bestond de berg uit gesteente van verschillende geologische tijdperken. Op één punt zag je overgang heel duidelijk: je stapte van het witte Ordovician in het rode Cambrian tijdperk (respectievelijk 450 en 500 miljoen jaar oud). Na 1½ km was de steiger afgelopen en kon je nog een stuk over een weg op het schiereiland lopen. Hier en daar een klein strandje onder je, een eenzame boom die in zee stond, een overhangende palm, het was allemaal even mooi.

Als laatste reden we nog een stukje om om een Batik werkplaats / winkel te bekijken. Hier zag je nog eens goed dat dit deel van Thailand oorspronkelijk Maleis was. Binnen hingen kleding en tasjes en hoedjes en grote zijden lappen stof, sommige met populaire opdrukken, andere met klassieke natuurlijke kleurstoffen bewerkt. Buiten waren een oude man en een jonge vrouw textiel aan het bewerken met was en verf (?).


Meer

Geen opmerkingen: