zondag 22 september 2019

De laatste koning van Burma en de laatste keizer van India (2/2) The Last Mughal - William Dalrymple


William Dalrymple - The Last Mughal

Dalrymple beschrijft de gebeurtenissen rond de grote opstand in India vanuit een origineel perspectief, wat behoorlijk afwijkt van de Britse geschiedschrijving.

Bahadur Shah Zafar was in naam de keizer of mughal van India, maar alle zeggenschap lag bij de Britse bezetters. Na een grote opstand in 1857-1858 werd hij verbannen (en passant het evenwicht tussen hindoes en moslims in India voorgoed verstorend) naar Rangoon in Burma - nu Yangon in Myanmar. Daar overleed hij in 1862. Hij werd zo snel mogelijk door de Britten begraven op een geheime plek, om geen pelgrimsoord voor anti-Britten te creëren. In 1991 werd zijn graf herontdekt.

Het graf

De plek van zijn graf was dus lange tijd geheim. Maar in het boek stonden een paar aanwijzingen waar het was, dus nu wilden we ernaar op zoek. De eerste stap was dat we een hotel gezocht hadden aan de kant van de stad waar het graf zou zijn (Theatre road had inmiddels een Burmese naam gekregen, maar de gok was dat die in de buurt van het National Theatre geweest moest zijn.).

De tweede stap was dat we bij de hotelreceptie informeerden naar het graf van de Sjah. Vijf mensen, waarvan drie actief, puzzelden het antwoord bij elkaar, en ze schetsten zelfs een kaartje. Het was een half uurtje lopen. Door de ambassadebuurt, met ook veel leegstaande ministeries. De hoofdstad was recent verplaatst naar een nieuw-gebouwde stad in het binnenland. De Russische ambassade was een ongekende vesting met hoge muren, veel prikkeldraad, zware bewaking en afgezette straten.

Op de bestemming aangekomen moesten we vragen naar de precieze plek. Vijf verschillende mensen gaven vier tegengestelde aanwijzingen. Maar na nog een kwartiertje hadden we de juiste plek gevonden.



Een kleine compound met Islamitische torentjes; enkele hallen ("in samenwerking met de regering van India opgericht"); drie "graven" die er uitzagen als een opgemaakt bed, voor de Sjah, zijn vrouw en zijn (schoon)dochter. Iets verderop, op de plaats waar in 1990 zijn echte graf gevonden was, een kelder en nog een tombe.

Er waren nog wat bezoekers, die de overledenen als heiligen vereerden (in de religieuze zin). Het was tegelijk levendig en sereen. Het geheel was eenvoudig maar maakte toch indruk.


Yangon, januari 2008

De laatste keizer van India was verbannen naar Burma. De laatste koning van Burma was juist verbannen naar India. Van beiden had ik nu de laatste woonplaats/rustplaats bezocht. Zo wordt geschiedenis iets wat je aanraakt.

PS Tegenwoordig zijn beide plaatsen gemakkelijk te vinden met Google Maps; het paleis is een museum en het graf trekt veel buitenlandse bezoekers.

Meer

Lees verder over de laatste koning van Burma.
Meer boekbesprekingen (o.a. Giles Milton, Kader Abdolah, Dave Eggers).

De laatste koning van Burma en de laatste keizer van India (1/2) Het Glazen Paleis - Amitav Ghosh


De Britten hadden een gewoonte om verslagen en afgezette heersers uit hun koloniën te verbannen naar andere landen. Daarmee voorkwamen ze dat ze een martelaar-figuur zouden worden die opstandelingen zouden kunnen inspireren.
De laatste koning van Burma en de laatste keizer van India werden naar elkaars land verbannen, en van allebei heb ik hun laatste woonplaats/rustplaats bezocht. In allebei de gevallen op aanwijzingen van een boek waarin ze voorkomen.

Amitav Ghosh - The Glass Palace (Het Glazen Paleis)

Het Glazen Paleis is een prachtig roman tegen de historische achtergrond van Thebaw, de laatste koning van Burma, en hoe het verder verging met mensen uit zijn staf en kennissenkring. De verschillende verhaallijnen spelen dwars door India, Burma en Maleisië. Het opmerkelijke is, dat ik bijna alle plaatsen waar het boek speelde, al ooit bezocht had: o.a. Mandalay, Rangoon, Calcutta, Penang en zelfs de verborgen archeologische opgravingen van Lembah Bujang.

Thebaw, de laatste koning van Burma, werd in 1885 afgezet. Hij werd verbannen naar Ratnagiri, een kleine stad aan de westkust van India, ruim 300 km onder Bombay - nu Mumbai. Er werd een klein paleis voor hem gebouwd. In 1916 overleed hij en werd begraven op een ommuurd gedeelte van de christelijke begraafplaats.


Het paleis

De reden dat ik Ratnagiri bezocht was dus om het paleis van de koning te bezoeken. Dat was een stuk indrukwekkender dan ik verwacht had: tamelijk groot, drie verdiepingen, veranda's en balkon, majestueus, op een flink stuk land. De bijgebouwen aan de achterkant waren nu van een archeologisch of onderwijsinstituut. Het hoofdgebouw stond leeg. Er groeide gras uit de kieren, dakpannen waren gebarsten, ruiten stuk. De deuren zaten op slot. Ik overwoog even of ik in zou breken, wat zeker zou lukken met wat geweld, maar dat ging toch te ver.

Ik liep een paar keer om het gebouw, en vond een trap waarmee ik op het achterbalkon kon komen. Daar zat een deur niet op slot. Zo kon ik naar binnen. Ik zwierf door de volkomen lege zalen en vertrekken, over de grote houten trap en tot het voor-balkon, van waaraf de koning uitkeek over de riviermonding en de baai. Dat was een belangrijk element in het boek, en ik vond het geweldig dat ik nu hetzelfde uitzicht kon genieten. 


Tegenover het paleis voerde een stenen trap de heuvel af. Ik ging tot een kleine nederzetting van armoedige hutjes. Waarschijnlijk kon je verder tot de rivieroever, maar dat deed ik nu niet. Ik liep terug naar boven en ging op zoek naar de Collector's Bungalow. De collector en zijn vrouw speelden ook een belangrijke rol in het boek. Deze plek was minder makkelijk te vinden, iedereen wees me een andere kant op. Wat het dan uiteindelijk zou moeten zijn, was een verrassend eenvoudig optrekje voor wat indertijd de belangrijkste Britse bestuurder van een district was. Iets onder de tuin was inderdaad een punt waar je kon zitten en over de rivier kijken.

Ratnagiri, november 2004

Meer

Lees verder over de laatste keizer van India.
Meer boekbesprekingen (o.a. Giles Milton, Kader Abdolah, Dave Eggers).

zaterdag 14 september 2019

Foulard: de zoektocht naar de sjaal van Alechinsky

Zo lang als ik me kan herinneren, hing er in het ouderlijk huis een doek (een lap stof) waar een abstract schilderij op was afgedrukt. Zachte pastelkleuren en woeste penseelstreken, waar je met wat fantasie enkele mythische wezens in zou kunnen herkennen. Afhankelijk van de invalshoek kon je er door het zwarte figuur ook iets onheilspellends in zien.


De kunstenaar

Zes jaar geleden deed ik er onderzoek naar. De kunstenaar was gemakkelijk te vinden: het doek was ondertekend door Pierre Alechinsky. Geboren op 19 oktober 1927 in Brussel, waar hij in 1948 afstudeerde in toegepaste grafische kunst. Al snel trad hij toe tot de Cobra beweging, waar hij een exponent was van de "br" in die naam: Brussel. In 1951 vertrok hij naar Parijs. Saillant detail: van 1948 tot 1951 woonde mijn moeder ook in Brussel.

Maar over dit specifieke werk kon ik geen enkele informatie vinden. Ik bekeek talloze plaatjes van werk van Alechinsky op internet: het was duidelijk zijn stijl, maar juist deze afbeelding kon ik nergens vinden. Ik doorzocht catalogi in de Openbare Bibliotheek Amsterdam en in het Cobra-museum in Amstelveen. Ik e-mailde naar een kunstgalerij die werk van hem had, en naar Alechinsky zelf in Brussel. Ik deed een openbare oproep op Facebook. Alles zonder resultaat.


Mickey, Pierre, Maxima en Mathilde
in het Cobra-museum in Amstelveen (29 nov 2016)


Het werk

Onlangs probeerde ik nog eens wat meer over het doek te weten te komen. Met image search vond ik nu wel de afbeelding. Ná mijn vorige zoektocht was het werk twee keer op een veiling aangeboden. Eén keer de textielprint (blijkbaar dezelfde als die ik ken) en één keer het originele werk: gouache, kleurpotlood en papier-collage op papier. Bij veilinghuis Christies werd het voor 22.500 euro verkocht.

In de begeleidende tekst stond dat het in 1960 gemaakt was in opdracht van Stoomweverij De Nijverheid, uit Enschede. En ook dat het uiteindelijk niet in productie genomen was. Dat zou verklaren dat ik het niet terug vond in de catalogi. De titel is Foulard (Frans voor "sjaal"). En inderdaad, bij nadere bestudering is het doek van zijde, en de korte kanten zijn omgeslagen en omgestikt. Het heeft dus inderdaad een langwerpige sjaal-vorm gehad. Blijkbaar waren er toch een aantal proefdrukken gemaakt.

Rond dezelfde tijd heeft De Nijverheid (later firma Hatema-Texoprint) wel enkele sjaals van andere Cobra-kunstenaars geproduceerd. Appel, Corneille en Lucebert ontwierpen sjaals in de serie "With the seasons's Greetings". Die serie-naam staat gedrukt op de sjaals die in productie zijn genomen.


Foulard - Alechinsky
TextielMuseum Tilburg
Het TextielMuseum inTilburg heeft óók een exemplaar van de sjaal van Alechinsky. Óók zonder de tekst "With the seasons's Greetings". De kleuren op dat exemplaar zijn véél feller. Terwijl op een foto van het originele werk op papier (bij Christie's) de kleuren juist zachter zijn.

De nogal verschillende kleurstelling van de proefdrukken is misschien wel de reden dat de sjaal nooit in productie genomen is: de kunstenaar was niet tevreden met hoe de kleuren op stof uitkwamen?

Familiestuk

Familiefoto 1964

Maar hoe is de sjaal in onze familie gekomen, als die nooit in productie genomen is?

Een mogelijkheid is dat mijn vader en moeder, die elkaar in Brussel hebben leren kennen, in de jaren '60 daar nog eens voor een weekend waren en een prototype van de sjaal ergens op de kop getikt hebben.

De meer waarschijnlijke theorie is dat mijn vader, die voor een confectie-atelier werkte, de sjaal op een beurs of als relatiegeschenk gekregen heeft van de textielfabriek die de proefdrukken gemaakt heeft.

*september 2019*