donderdag 2 december 2021

Brood blog 6: Variaties en tips bij Waterlily brood-bak-recept

Waterlily's recept om zelf brood te bakken is speciaal ontwikkeld om gemakkelijk te werken en altijd te lukken. We raden je aan het eerst een paar keer precies volgens het recept te maken. Als je dat in de vingers hebt, kun je desgewenst gaan experimenteren.

Hier zijn wat suggesties om te varieren:

Ingredienten

* Als je gezonder wilt eten, kun je de hoeveelheden zout, suiker en boter halveren.
Zorg dat de verhouding zout:suiker hetzelfde blijft.
De boter kun je vervangen door een plantaardige vervanger, bv Vioblock van Violife, of door een scheutje plantaardige olie, dan kleurt de korst ook mooier bruin.
Het doel van de boter of olie is dat het brood wat langer vers blijft. Als je weet dat je het binnen 24 uur helemaal op eet, kun je boter / olie ook weglaten.


* Als je altijd zelfgebakken brood eet, heb je kans op jodium-tekort. Lees hier meer over jodium in zout en brood. 

* Je kunt experimenteren met bv roggemeel of speltmeel. Of je kunt varieren met de verhouding  wit meel : ander meel

* Wij hebben goede ervaringen met meel (zowel wit als volkoren) uit de Turkse en Marokkaanse buurtwinkels. 


* Met het meel van de Albert Heijn krijg je een iets compacter brood. We doen dan 200 gram wit en 300 gram volkoren - voeg daar 10% meer water aan toe, dus 330 ml.





Bereiden

* Je kunt de eerste rijs in de koelkast laten gebeuren. Dat duurt een uur of 7 a 10.
De kom met deeg in de koelkast goed afsluiten met een deksel of plastic folie.
Omdat de deegbol zo koud is geworden, kun je de tweede rijs een handje helpen door de bakplaat boven op een kom lauw-warm water te zetten (en bedekken met een theedoek).



Laat het koude deeg langzaam uit de kom zakken

Een beetje meel strooien voor het platdrukken

...de tweede rijs boven op een kom warm water... 
Bv 's avonds kneden, de kom met deeg in de koelkast zetten, en 's ochtends platdrukken en verder bereiden. Dan heb je 's ochtends sneller en gemakkelijker vers brood.
Of 's ochtends kneden en in de koelkast zetten terwijl je naar je werk gaat. Dan heb je 's avonds snel vers brood.


* Ná de eerste rijs van 40 minuten, moet je het brood platdrukken om door het gist gevormd gas te verwijderen.
In plaats van dubbelbouwen kun je de platte deeglap ook oprollen om in de gewenste vrom te brengen.

Rozemarijn
 Rozemarijn

Dit is ook het moment om desgewenst noten of zaden toe te voegen. Of probeer eens fijngehakte rozemarijn!



* Het voorverwarmen van de oven is belangrijk. Als je het brood in een koude oven zet, duurt het te lang voor de gist afsterft.

Bewaren

* Als het is afgekoeld, bewaar het brood dan in een papieren of plastic zak.

* Omdat je zelfgebakken brood zonder toevoegingen van broodverbeteraars en conserveringsmiddelen is, blijft het minder lang vers dan fabrieksbrood.
Het doel van de boter of olie is dat het brood wat langer vers blijft. Als je weet dat je het binnen 24 uur helemaal op eet, kun je boter / olie ook weglaten.
Als het brood minder vers is, kun je het nog heel smakelijk eten door het even te roosteren. Lees hier over broodroosters.



Meer brood-blog

Lees hier de andere brood-blogs.

dinsdag 19 oktober 2021

Barca – Simon Kuper – Boekbespreking


2021

“Barca” presenteert zich zelf als het ultieme boek over de voetbalclub Barcelona. Het is dik en opent met een lange lijst van personen (de enige lijst waarin Gaudí en Boudewijn Zenden naast elkaar kunnen staan), een begrippenlijst (met het clubmotto en een broodje tomaat naast elkaar) en eindigt met een boekenlijst en een index. Veel tekst en weinig foto’s.

Deel een

Twee dingen vallen meteen op.

Uit de foto’s en citaten spreekt een eerbetoon en dankbaarheid aan Johan Cruijff. Is hij de belangrijkte persoon ooit voor Barcelona, of de belangrijkste man ooit voor voetbal überhaupt?

Er is veel ruimte om te vertellen hoe het boek tot stand gekomen is. Wanneer heeft Simon wie gesproken. Waar en onder welke omstandigheden heeft hij geschreven. The making of is meteen meegenomen. Aan de ene kant is dit overbodig, aan de andere kant maakt het het verhaal persoonlijker en sta je er als lezer ook dichterbij.

Deel een is een introductie tot de machtblokken binnen de club. De bourgeoisie waar het bestuur uit voortkomt (Catalaanse aristocratie, bij gebrek aan een echte); de medewerkers of betaald personeel van de club (de ambtelijke macht); de leden (het volk); de spelers (de artiesten). 

Deel twee: de wording van Barca

We maken kennis met Johan Cruijff en zien hoe hij samen met Rinus Michels het totaal-voetbal uitvond. Niet in de laatse plaats om zijn eigen fysieke tekortkomingen te compenseren. Na een paar jaar en een drie Europacups is hij te groot voor Amsterdam.

2019
Cruijff speelt vier jaar voor FC Barcelona en wint een landstitel. De club telt weer mee op nationaal niveau. Hij verhuist naar Amerika, waar hij ontdekt dat “dingen uitleggen” zijn grootste kwaliteit is. Of misschien moet je zeggen: anderen vertellen hoe het zit. Tenslotte speelt hij nog drie jaar in Nederland, fysiek afgetakeld maar des te meer op inzicht en anticipatie. Voetbal is een denksport in ruimte en tijd.

De beschrijving van Cruijff’s spelerscarrière is in feite een beknopte versie van wat in het boek "Cruijff, de biografie" van Auke Kok te lezen is.

We volgen Johan Cruijff als trainer. Wederom eerst bij Ajax en dan bij Barcelona. Had hij als speler het beste team in Amsterdam gehad, als trainer had hij dat uiteindelijk in Barcelona. Hij zette de hele club naar zijn hand, van de jeugd tot eerste elftal. Acht jaar met steeds nieuwe en radicalere concepten. Behalve vier landstitels op rij bezorgde hij Barcelona hun eerste Europacup. Daarna leek hij interesse te verliezen.

De jaren als trainer van Barcelona worden hier uitgebreider beschreven dan in het boek van Auke Kok.

Ik las eens een artikel van een journalist die beweerde dat de vragen die hij tijdens een interview gesteld had, er toe leidden dat Lee Child besloot te stoppen met het schrijven met boeken. Zelfs in zijn eigen versie droop de zelfoverschatting er af. Het hoofdstuk my part in Cruijff's downfall begon ik dus nogal sceptisch. Het blijkt te gaan over Cruijff’s leven ná het trainersvak en de grote invloed die hij dan nog heeft op Ajax en Barcelona (mn door Rijkaard en Gardiola als trainer te laten benoemen). Waar de titel van het hoofdstuk op slaat, is behoudens wat gedoe over een interview een raadsel.

We zijn op bladzijde 100. Tot nu toe was het minstens evenveel een boek over Cruijff als over Barca. Maar wel lekker vlot geschreven

Deel drie: de gouden eeuw

Dit deel zoemen we eerst in op de jeugdopleiding zoals die is opgezet door (jawel) Cruijff. We ontmoeten latere sterren als Iniesta, Busquets en Messi.

Het volgende hoofdstuk draait helemaal om Messi en hoe hij veranderde van een solist in een teamspeler, en dan de spil van het team werd. Een lofzang op zijn ongrijpbaarheid. De ultieme bespeler van Cruijff’s ruimte/tijd-universum, die het best tot zijn recht komt in het door Cruijff gecreeerde Barca-systeem.

2020
Of zoals Cruijff het zelf zegt in het boek "Cruijffiaans" van Rob Siekmann: Een prachtige voetballer voor wie de speelstijl van Barcelona gemaakt is. Want alles is erop gericht een type Messi nooit verder dan zo'n 35m van het doel van de tegenstander te houden.

Terecht wordt ook een hoofdstuk gewijd aan Pep Guardiola, die de spelers en de speelstijl verder perfectioneerde tot misschien wel het beste voetbalteam ooit.

Deel vier: talent

Deel vier is een intermezzo over talent. Wat is talent? In hoeverre zijn talenten anders? Spelinzicht, oog-voet-coordinatie, intrinsieke motivatie. De toptalenten voelen zich verantwoordelijk voor het hele team. In de loop van de tijd zijn de toptalenten steeds machtiger geworden binnen de club. Hoe gaan ze om met de immense druk, de verwachtingen. Hoe gaan ze om met exorbitante rijkdom, mn als ze van arme komaf zijn. Hoe weersta je de verleidingen van eten *) en drinken. Heb je de discipline om fit te blijven. Kun je wel genoeg slapen?

*) We krijgen drie recepten voor gezonde, eiwitrijke, vegetarische gerechten. 

Deel vijf: de teloorgang

Omdat Barcelona qua voetbal het hoogst haalbare is, de fijnste trainingen heeft, de mooiste stad is om te wonen, de hoogste salarissen betaalt, gaan topspelers zelden weg en wordt het team steeds ouder. Tot het té oud werd.

Een serie miskopen op de transfermarkt joeg er in de jaren 14-20 zo’n 500 miljoen euro door. Van de rijkste club werd het een club met een schuldenlast, zonder veel kapitaal op het veld.

Intussen kreeg Messi een absurd hoog salaris, ieder jaar meer. Ook daaraan is de laatste vier jaar meer dan 500 miljoen euro opgegaan.

In diezelfde periode leverde de jeugdopleiding van Barca nauwelijks nog talenten voor het eerste elftal af en innoveerde niet – terwijl de concurrentie bij Ajax, Bayern Munchen, City en anderen juist ideeën kopieerde en zelfs verbeterde.

Met het vertrek van topspelers als Iniesta, Xavi en Neymar draaide Barcelona steeds meer om Messi. In plaats van een geoliede machine waar hij de ultieme fase was, werd het “alle ballen naar Messi”. Frenkie de Jong zegt: Messi is echt veel beter dan de andere spelers. Mensen onderschatten dat. Ze zien het iedere week en ze gaan het normaal vinden. Je speelt hier met de beste spelers van de wereld, maar hij steekt er ver bovenuit.

Maar Messi werd toch ouder, verdedigde niet mee, en zoals gezegd werden andere teams beter in de pressing. De trainers van Barca werden Messi’s loopjongen en vernieuwden niet meer. Barcelona werd steeds weer vroegtijdig uitgeschakeld in de Champignons League.

Zonder speelstijl, met een verouderde en overbetaalde selectie, met een miljard euro in rook opgegaan en een grote schuld, was Covid de genadeklap. De inkomsten stortten in en Messi kon niet meer betaald worden. 

Er is niets over van wat Cruijff had opgebouwd.

Simon Kuper heeft ons meeslepend verteld over de opkomst en ondergang van een van de meest fascinerende voetbalclubs, en de enorme verdiensten van Johan Cruijff en Leo Messi.


meer

Meer boekbesprekingen (o.a. William Dalrymple, Amitav Ghosh, Kader Abdolah, Dave Eggers).




zaterdag 16 oktober 2021

Rondje Schiphol, derde etappe, Monumenten en Rijk

Vandaag vertrokken we bij dezelfde bushalte waar we vorige week eindigden. Maar ipv Ringvaartzijde liepen we nu naar Airside. Daar waren twee monumenten. Eerst een Fokker F27 vliegtuig dat op palen boven een vijver stond. Hier stonden decennia lang Fokker-fabrieken waar honderden van deze werkpaarden van de luchtvaart gebouwd zijn. De F27 vloog waar anderen niet vliegen konden. Ik herinner me een landing op een gras/gravel strip op een afgelegen Indonesisch eiland.

100 meter verderop, over een smal pad tussen hoge hekken door, bijna onzichtbaar en onvindbaar, stond het monument ter nagedachtenis van de 11 overledenen bij de Schipholbrand in 2005.

Aangrenzend lag een klein industriegebiedje met veel auto’s van TUI en van FedEx. Voor iedere vuilnisbak was een blok beton van bijna een kuub geplaatst om de vuilnisbak te beschermen tegen de vrachtauto’s die net te groot waren voor de parkeerplaatsen. Je stond hier naast het einde van de Aalsmeerbaan. We hadden geluk: net op dat moment werd die geopend voor vertrekkende vliegtuigen. Een machtig gezicht als ze vlak voor je bulderend omhooggaan.






We liepen verder zuidwaarts langs de grote weg en staken over een olifantenpad schuin door richting de Ringdijk. Daar stond een betonnen kubus van zo’n 5x5x5 meter: Gemaal Bolstra was een van de nieuwe gemalen, en het kon meer water verzetten dan de monumentale gemalen van Cruquius en Lijnden. Hier dook ook de omgelegde N201 onder de Ringvaart door. Vreemd met wat voor omwegen die afwisselend ten noorden, ten zuiden en ten noorden van de oorspronkelijke weg kronkelde.




Voorbij dit punt waar aarde (N201/Fokkerweg), water (Ringvaart, gemaal, Aalsmeerder wetlands) en lucht (einde en verlengde Aalsmeerbaan) elkaar raakten, begon Schiphol Rijk. Jarenlang was dit braakliggend akkerland. Projectontwikkelaar Poot zag wel brood in bedrijventerreinen zo dicht bij Schiphol. Dit leidde tot allerlei verwikkelingen en rechtzaken – en een geheel bebouwde zuidoosthoek van Schiphol.

Het eerste deel van Rijk bestond uit enorme loodsen voor goederen op- en overslag, honderden vrachtauto’s en een groot datacentrum in aanbouw. Ook op zaterdag werd hier doorgewerkt door flinke ploegen mannen met bouwhelmen. Langs de weg stonden tientallen auto’s met Roemeense nummerborden, en een paar dure wagens met Engelse nummerborden.
Iets verderop lag het accent meer op kantoorgebouwen. In een daarvan, “PoV”, heb ik mijn laatste werkende jaar doorgebracht. Het was zonder twijfel het meest afschuwelijke en deprimerende kantoorgebouw dat ik kende – en ik heb er heel wat gezien in mijn carrière.




Het zuidelijkste stukje Rijk was het mooist, met brede groenstroken, waterpartijen en wandelpaden. Hier stond ook een kerk die door diezelfde meneer Poot was ontworpen. Laten we het zo zeggen: van projectontwikkeling had hij meer verstand.
Hier stonden ook een paar hotels, voornamelijk voor crew. We hadden een heel matige lunch in het Radisson Blu - prijs en kwaliteit zijn niet altijd recht evenredig. Maar je zat er mooi, voor de grote ramen.





zaterdag 9 oktober 2021

Rondje Schiphol, tweede etappe, Knoop Noord – Oost – Oude Meer

Onze tweede etappe begon bij bus-knooppunt Noord, een groot overstapstation onder een oud dak van een hangar uit Engeland. Daar tegenover was een McDonalds met aangrenzend een plek voor vliegtuig-spotters. We stonden aan het eind van de Buitenveldert-baan. In de verte zag je ietwat heiig Schiphol Centrum liggen, en zo nu en dan bulderde er een vliegtuig langs. De kleinere waren al wat hoger, de grotere kwamen net los en waren heel dichtbij.


We wandelden door het natte gras, langs wateropvangbassins en bosjes berkenbomen tot het fietspad van de Schipholweg, en dan verder richting “Oost”. We kruisten het verlengde van de startbaan. Hier vlogen de opstijgende vliegtuigen precies over je heen. Van de meesten zagen we net hoe ze de wielen introkken. Spectaculair.



“Schiphol Oost” was de oorspronkelijke locatie van vliegveld Schiphol. Het standbeeld voor de lijndienst Amsterdam – Batavia had m.i. dus beter hier kunnen staan. Wel stond er de oude verkeerstoren, nu een restaurant. Ik had begrepen dat de general aviation, de kleine privévliegtuigjes, naar Lelystad Airport verhuisd waren, maar er stonden er nog de nodige. En ook een oude Dakota DC-3 waarmee je nu rondvluchten kunt boeken.


Sinds ik hier twintig jaar geleden geregeld kwam, is er wel heel veel veranderd. Tussen heel veel moderne, grote kantoren en hotels herkende ik nog wel “Gebouw 133” van o.a. de Medische Dienst en Personeelszaken. Ik heb daar vaak gewerkt, had er ook een tijdje een bureau, en herinner me hoe je de vliegtuigen zag vertrekken naar bestemmingen over de hele wereld. Gemakkelijk om even bij weg te dromen.

De meeste bizarre verandering was de fly-over in de weg over de Schipholdijk bij de brug van de Bosrandweg. Ooit een bescheiden kruispunt, nu een fly-over op zware betonnen kolossen die in hartje Bangkok niet misstaan zou hebben. Veel te groot, veel te log voor deze plek.


Vanaf hier wandelden we in zuidelijke richting langs de Ringvaart. Een totaal andere sfeer. Hoewel rechts nog de hangars stonden, was links het kanaal met oude boerderijtjes aan de overkant. We stonden nog wel even stil bij “Gebouw 404”, de “eierdoos”. Voor zijn tijd, de jaren tachtig, een zeer modern gebouw, met de wenkbrauwen boven de ramen.

Op de dijk was de oude weg een fietspad geworden. Beneden lag nu een vierbaansweg. We kwamen bij Oude Meer, een gehucht van wat woonhuizen en bedrijven en een café-restaurant. Ideaal voor een hapje lunch. We zaten in de zon met uitzicht over de ringvaart met wat pleziervaart, een oude werf, en veel groen aan de overkant. Je hoorde de vogels in plaats van de vliegtuigen.



zaterdag 2 oktober 2021

Rondje Schiphol, eerste etappe, Plaza - Badhoevedorp

Begin oktober, aan het eind van de eerste herfstweek, was er een droge zaterdagochtend voorspeld. Wij waagden ons aan de eerste etappe van “een rondje Schiphol” *).

Startpunt was Schiphol Centrum. Als je de vertrekhal rechts verliet, wandelde je richting het Citizen M hotel (dat riep meteen herinneringen op aan de keer dat we die wandeling in omgekeerde richting maakten en bijna ons vliegtuig misten).  Maar we werden afgeleid door het tamelijk bescheiden monument voor de eerste vlucht van Amsterdam naar Batavia – of voor de reguliere lijndienst – dat bleef ambigu. 


Over een grasveld en bukkend onder een paar fly-overs door kwamen we alsnog uit bij de Citizen-M. Tussen autowegen en busbanen door lag een ongemarkeerd fietspad. Vlak langs de F-pier en geparkeerde vliegtuigen.



Een kille lange tunnel onder een taxibaan en een startbaan door, waar je wel het gebulder hoorde als er een vliegtuig bovenlangs kruiste, maar je was te dichtbij om het ook te zien. Een smal tunneltje linksaf ging onder de A4 door en ineens stond je tussen de akkers, het justitieel complex en de militaire Koningin Maxima kazerne.



De Schoterweg was ooit een weg waar de boerderijen van de Haarlemmermeerpolder lagen. Nu een bont mengsel van bovengenoemde instellingen, opgeknapte woonboerderijen, bedrijven, aardappelvelden, achterstallig onderhoud en notoir(!) lelijke nieuwbouw.



Over de verlegde A9 heen, Badhoevedorp in, tot het voormalige tracé van de A9. Hoe vaak had ik hier wel niet gereden op weg naar m’n werk – duizenden keren. Maar dan 5 meter hoger tussen de geluidsschermen. Het hele talud was afgegraven. In afwachting van alle plannen was er nu grasveld, volkstuintjes en een “strandrestaurant”. Daar op het terras hadden we onze lunch.



Na afloop wandelden we nog een stukje over het voormalige tracé en naar de Schipholweg. Die ging richting Schiphol-Noord en -Oost, maar dat was voor een volgende keer: lees hier verder deel twee.


*) geïnspireerd op een fietsroute van Tijs van den Boomen: beschrijving en google-map.

donderdag 16 september 2021

Spanje 2021: Bilbao


Tien dagen naar Bilbao, de eerste reis in anderhalf jaar. Bilbao is een prachtige stad, middelgroot, rustig, makkelijk te belopen. En wie moeite heeft de steile hellingen of de vele trappen te beklimmen, vindt meestal wel een openbare lift!


Rondom het Guggenheim

Bilbao is wereldberoemd door, en bijna synoniem met het Guggenheim museum. Toch is Frank Gehry niet de enige bekende architect die door de stad in de arm genomen is. Eerder al ontwierp Calatrava het vliegveld, dat ook een blikvanger is, en later Norman Foster de metro. Wat werd ingeleverd op mijnbouw en industrie, werd gewonnen op design. En het lijkt te werken, zowel kwa naamsbekendheid als kwa toeristen.

Het Guggenheim is een absolute blikvanger. Een groot golvend gebouw bedekt met titanium, speciaal gekozen om de bewolkte hemel van Bilbao te reflecteren, en onder iedere hoek, op ieder moment, ziet het er weer anders uit. We hadden het geluk dat ons verblijf zo lag, dat we op weg naar de stad of naar de tramhalte het steeds weer zagen liggen. Bilbao is misschien méér dan het Guggenheim, maar het lijkt wel in een orbit om het Guggenheim te draaien.

Het oude stadscentrum heeft een paar middeleeuwse kerken en kloosters, maar het merendeel van de bebouwing stamt uit de 18de eeuw. Geen kronkelsteegjes dus. Toch waren het sfeervolle straatjes met veel kleine winkeltjes. Het was een gezellige drukte op straat, waarbij de locals en de niet-toeristische winkels ver in de meerderheid waren. Koffie op de plaza barria, een mooi plein omgeven door een omloop achter pilaren met bogen. We winkelden wat en liepen een rondje om de kathedraal.

Het nieuwe stadscentrum is veel uitgestrekter. Brede straten en veelal statige 19de en 20ste eeuwse bebouwing. Soms klassiek, soms art nouveau, soms jaren-60-lelijk. Hier vind je de bekende winkelketens en Il Corte Ingles.

Het klimaat van Bilbao is dichter bij het Nederlandse dan bij het Middellandse Zeegebied. Wisselvalligheid neemt hier nieuwe dimensies aan, en bewolkt is het nieuwe normaal. We zagen geregeld een weerkaartje waarop precies die ene kuststrook hier achter een wolkendek verscholen ging, terwijl de rest van Spanje zonnig en warm was. Zelfs de drie heel warme dagen die we hadden, vielen samen met warmere dagen in Nederland. Dat was het goede nieuws: zelfs achter de wolken was het hier steeds een paar graden warmer, en daarmee aangenaam. Anders dan in Nederland, kwam zelfs op de mooiste dagen hier eind van de middag bewolking opzetten. De mooiste illustratie van het regenachtige klimaat was dat de wasrekjes die aan de buitenkant van de flatgebouwen hingen, ingebouwde regenschermen hadden!

De stad uit

Funicular

De eerste echt heldere ochtend besloten we om met de funicular de berg op te gaan, ruim 650m boven ons. Zowiezo een leuk ritje met een bergtreintje. Boven was het bossig en helder. Beneden lag de stad aan je voeten, en we herkenden al verschillende plekken waar we de afgelopen dagen geweest waren.
Daarna wandelden we verder de heuvel op. Tussen bossen en alpenhuizen door. Tot je aan de andere kant van de heuvel uitzicht had op het vliegveld, ver beneden ons. Al met al een heel landelijke ervaring, met stilte en rust. Pas terug in de buurt van het funicular station werd het wat drukker.

Haven en strand

De tweede warme dag begon betrokken. Wij kozen voor een stranddag met een omweg. Met de stoptrein reden we langs de westelijke oever van de rivier richting kust. Portugalete is nu een voorstad van Bilbao maar was een zelfstandig stadje waar veel geld van de mijnbouw zat. De meneer van de plaatselijke VVV, gevestigd in het voormalige stationsgebouw, ging helemaal los in het opnoemen van de bezienswaardigheden. Een mooie basiliek, statige panden langs de rivier, en een unieke oeververbinding naar Las Arenas, het stadje aan de overkant. Eind 19de eeuw werd hier een enorme stalen overspanning gebouwd, op grote hoogte zodat de grote schepen er onderdoor konden. Aan lange kabels hing een gondel die de rivier over getrokken werd. Een soort zwevende pont, waar ook auto’s op konden.
In Las Arenas wandelden we een stukje langs de rivier tot een klein stadsstrand, Areetako. Ooit had je hier vrij uitzicht op zee, maar in de riviermonding waren havens en strekdammen gebouwd, en je zag industrie en zeeschepen. Toch had het strandje wat.
Wij namen de bus naar het vólgende strand, Ereaga. Dat was een stuk groter en had tenminste een klein beetje uitzicht op zee, als je langs al die havenactiviteiten keek. Het was hier veel koeler dan in de stad, ruim 20 graden en bewolkt, en het was er rustig. Wat badgasten, wat zonnebaders, wat zwemmers, wat flanerende mensen op de boulevard. Ik installeerde me op een terrasje met koffie en een tortilla, terwijl E ging zwemmen. Je zat hier echt heel prettig.

Mundaka en Gernika

Vandaag gingen we wat vroeger van huis. We reden met Euskotren de stad uit langs heel veel industrie, woonwijken, bossen, heuvels, een beetje landbouw. Later reden we langs een rivier, een natuurgebied met wetlands.
Mundaka is een oud havenstadje aan de riviermonding. Tegenwoordig liggen er honderden plezierbootjes rij aan rij in de havens. Afhankelijk van het tij en seizoen zijn er zandbanken, stranden, stromingen en golven. In het juiste seizoen is het een surf-paradijs. We dronken koffie in een klein café aan de haven. We wandelden naar een kapelletje op een uitzichtpunt en keken over de zee. We liepen naar een strand in een baai. Het was laag water en het strand was vele keren langer dan het breed was. Een paar mensen maakten stevige wandelingen heen en weer. E ging het water in maar de stroming was te sterk om echt te zwemmen.
Daarna namen we de trein naar Gernika. Beladen historie ivm het bombardement tijdens de Spaanse burgeroorlog. Toch waren er nog een aantal historische panden te zien. Er was een replica van het schilderij van Picasso uitgevoerd in tegels. We zagen het parlementsgebouw naast de stomp van de eeuwenoude eikenboom waaronder vroeger de vergaderingen gehouden werden. We liepen een paar honderd meter op de route van de camino naar Santiago de Compostela.

Treintjes

Liefhebbers van treintjes kunnen hun hart ophalen. Er ligt een tramlijn die de kronkelingen van de rivier volgt en langs ongeveer ieder interessant punt komt. De tramstellen komen van CAF, net als de niewe trams in Amsterdam, maar ze rijden heel wat soepeler.

Er zijn twee metrolijnen die langs weerszijden van de rivier richting de monding aan de Golf van Biskaje gaan – meer dan 10 km.
Er zijn regionale stoptreinen van Renfe die de stad met voorsteden verbinden. En er is een smalspoorstelsel van Euskotren. Daarvan is recent de terminal verhuisd van het het prachtige
Estacion de Santander naar het steriele Matiko – wat dan weer het voordeel had dat het op 100 meter van ons verblijf lag. Euskotren verbindt de steden binnen Baskenland met elkaar, langs de kust tot San Sebastian en tot de Franse grens. Dat is ook de route naar Amsterdam. Je kunt in een lange treindag met twee keer overstappen van Amsterdam naar Bilbao – dat houden we tegoed voor de volgende keer.
Bilbao is nog niet aangesloten op het Spaanse hoge snelheidsnet, maar er zijn de langafstandstreinen naar oa Madrid en Barcelona. Die vertrekken van
Estacion de Abando. De stationshal had al grandeur, en aan de kopse kant van de sporen was een indrukwekkend glas-in-lood raam.

Al die ritjes kun je spotgoedkoop maken met de Baskische OV-chipkaart. Zelfs in de funicular en een lift bij het strand is de kaart te gebruiken. En die heeft een paar mogelijkheden waar we in Nederland nog wat van kunnen leren. Met één anonieme ov-chipkaart kun je met meerdere personen reizen. Gewoon 2x achter elkaar inchecken. Op je eigen telefoon kun je de kaart direct uitlezen: ritjes en saldo. In principe kun je zo ook opladen, maar daar ging iets mis met de betaling. Bij de automaten was dat geen probleem.

Het allerleukste van de ov-chipkaart was misschien wel de aanschaf. Op het vliegveld was een kantoortje van Biskaibus, de busmaatschappij. Daar verbaasde ik vooral mezelf enorm door een heuse conversatie in het Spaans te hebben met de mevrouw over de ov-chipkaart, hoe die werkte, hoeveel saldo ik erbij wilde kopen, etc. Met vragen en antwoorden. Het rolde er allemaal vanzelf uit.

Eten en drinken

Het zijn niet alleen de bezienswaardigheden en de leuke stadjes die de reis zo aangenaam maken. Er is ook iets speciaals aan de sfeer op straat in Spanje. De mensen, terrassen, de pleintjes met spelende kinderen, het heeft een ongrijpbare magie die als een smeuïg sausje over het geheel ligt. Een van de mooiste dingen die je kunt doen is dan ook een kopje echte Spaanse koffie op een terrasje op een pleintje. Iedere dag begonnen we daarmee, iedere middag herhaalden we dat.

Vegetarisch eten is niet altijd gemakkelijk in Spanje. Er waren een paar veganistische restaurants in het nieuwe centrum. Maar die gingen pas om half twee open voor la comida, de belangrijkste maaltijd van de dag. Je moest dus wel op de juiste tijd op de juiste plek zijn. Het eerste van de vegan restaurants vonden we niet geweldig; het tweede was wat pretentieus en hoewel alles prachtig geserveerd werd, was het kwa smaak niet erg spannend; het derde was het beste.

Dankzij de keuken die bij ons verblijf hoorde, konden we ons uitstekend redden. Als je eens wat eerder wilde eten dan half twee of half acht, of ’s avonds uitgebreid wilde eten, of ’s avonds juist alleen nog een broodje met wat lekkers wilde – wij konden het allemaal regelen zoals we wilden.

Tenslotte

Gewend als we zijn iedere winter rond oudejaarsdag te vertrekken en een lange Azië-reis te maken, had ik alsmaar het gevoel dat het nog steeds 2020 was. Na deze geslaagde korte reis kan 2021 dan eindelijk echt beginnen.

Meer

donderdag 8 juli 2021

Langs de werken van Frida Kahlo & Diego Rivera

Begin 2009 reisden we twee maanden door midden Mexico. Verschillende dagen stonden in het teken van Frida Kahlo en Diego Rivera, een kunstenaars-echtpaar uit de eerste helft van de twintigste eeuw. In hun tijd was hij een prominent kunstenaar. Tegenwoordig wordt háár werk meer gewaardeerd.



1. MEXICO CITY – JANUARI 2009

 Maandag 12 januari * Diego Rivera

Ons programma werd deze week mede bepaald door de openingstijden van de verschillende bezienswaardigheden, en juist op maandag was er nogal wat dicht. Maar misschien kwam het niet slecht uit onze actieradius langzaam uit te breiden en nu de iets wijdere omgeving van de zocalo te bekijken. Op de zocalo niet meer al de straatartiesten en Indianen die voorstellingen gaven; er werden geen prullaria te koop aangeboden; de ijsbaan werd afgebroken en de kerstversiering werd uit de kerstboom gehaald door mannen als bergbeklimmers. De straten waren niet meer afgezet met de vele politiecontroles, wat allemaal een heel ander beeld gaf: vooral drukker verkeer.

We bezochten het nationaal paleis, dat een hele kant van de zocalo besloeg. Het had een paar indrukwekkende binnenplaatsen, maar de belangrijkste attractie was de muurschildering van Diego Rivera. Het trapportaal werd gevuld met een drieluik van Mexico voor de kolonisatie; de vele strijd tijdens de koloniale periode en de revolutie; hoe het er uit zou zien na de communistische revolutie (waarin verwerkt Frida Kahlo en haar zus). Ongeveer een derde van de galerij op de eerste verdieping was ook gevuld met werk van Rivera - hij overleed voor het af was. De schilderingen hadden een mooie compositie als geheel, en veel interessante details.



Na een stevige kop koffie wandelden we een stukje naar het noorden, naar de Plaza Santo Domingo. Dat was niet alleen een mooi pleintje, maar onder de arcaden zaten nog mannetjes met typemachines waar je een brief of formulier kon laten uittypen. Een aandoenlijk gezicht. Ook kon je visitekaartjes en uitnodigingen e.d. laten drukken op kleine handpersen. Vlakbij waren nog twee gebouwen met muurschilderingen van Diego Rivera, maar die waren vandaag gesloten.

Dinsdag 13 januari * Archeologisch Museum

Vanochtend gingen we met de metro naar het Archeologisch Museum, misschien wel een van de beroemdste musea ter wereld. Het was heel, heel erg groot en bood heel veel interessants. Wij beperkten ons tot de Indiaanse culturen uit deze streek: de Theotihuacanen (zie morgen), de Tolteken (Tula, stond wel op ons lijstje van te bezoeken bezienswaardigheden, maar dat zou er niet meer van komen), de Mexica (alias de Azteken). Die laatsten waren de heersende cultuur toen Cortez kwam, en werden door het huidige Mexico vereerd als de oorsprong van hun republiek en cultuur. Eigenlijk vreemd, omdat bijna alles aan de huidige cultuur Spaans/Amerikaans was.

We namen de bus terug over de Paseo De La Reforma, een van de langste straten die Mexico City doorkruisten. Zo reisde je door verschillende tijdperken en bouwstijlen. We eindigden op het stuk met grote glazen kantoorgebouwen, en liepen vandaar naar huis.

In de namiddag bezochten we de kathedraal, maar die was overdag al even donker als zondagavond, en zag er maar somber uit. We deden een nieuwe poging om twee gebouwen met muurschilderingen van Diego Rivera te zien. In de een was de enige zaal met zijn eerste werk gesloten voor restauratie (waar Frida hem gevraagd had naar haar schilderijen te kijken). Zelfs mijn pleidooi dat we helemaal uit Nederland overgekomen waren mocht de bewakers niet vermurwen de deur te openen, en ik kreeg niet de kans er in te gooien dat ik een plaatsgenoot was van Ruud Van Nistelrooij. Het andere gebouw was helemáál voor restauratie gesloten.

Woensdag 14 januari * Teotihuacan

Vandaag gingen we de piramides van Teotihuacan bezoeken, de grootste site van Mexico. Teotihuacan was tussen 200 v.C. en 500 n.C. de hoofdstad van een groot rijk, dat om nog onbekende redenen ineen gevallen was. Eerst met de metro naar een noordelijk eindpunt, waar geen officieel busstation was maar wel 9 perrons met regionale bussen en busjes. Een daarvan ging naar Teotihuacan. Eerst door het drukke verkeer de stad uit; toen een stuk over een tolweg; en toen nog een hele tijd zigzaggend langs wat kleine plaatsjes; uiteindelijk werden we afgezet bij de ingang. Langs wat souvenirstalletjes en door een entreegebouw kwamen we het enorme terrein op, ½ bij 1½ km groot? Aan een lange brede weg (eigenlijk een serie pleinen) lagen een aantal gebouwen, pleinen en de twee hoofdattracties, de piramides van de zon en de maan. Maar eerst bekeken we een groot plein, omgeven door een grote vierkante muur, waarin een aantal kleinere piramides verwerkt, en aan de achterkant een grotere, die voor een nog grotere stond.



Het was allemaal heel mooi en indrukwekkend, en hoewel soms wat kaal, waren de gigantische afmetingen heel bijzonder. Wel bleef je een beetje met de vraag zitten, hoe het er oorspronkelijk uitgezien moest hebben. Eigenlijk was bijna alles wat je zag, herbouwd -waarschijnlijk wel met de originele stenen- en met cement en beton vastgezet. Je kon zelfs niet zeker zijn hoeveel interpretatie er zat de manier waarop e.e.a. herbouwd was.

Op een van de piramides was Frida samen met Leo Trotsky omhooggeklommen; misschien dat die gezamenlijke onderneming het begin was van hun romance.

Donderdag 15 januari * Frida Kahlo

Vanochtend gingen we op bezoek bij het geboortehuis van Frida Kahlo, waar Frida en Diego op latere leeftijd ook nog een aantal jaren samen gewoond hadden. Met de metro zo'n 10 km naar Coyoacan, tegenwoordig een voorstad opgeslokt door Mexico City, maar vroeger een stadje op zichzelf. We verliepen ons eerst en kwamen zo langs een klein ouderwets marktje en een tortilla-pers-en-bak-machine. De huizen waren hier extreem beveiligd met ijzeren hekken en rollen prikkeldraad. Verder leek het toch een gewone voorstad zoals de Europese grote steden die ook hebben. We wandelden nog even langs het huis waar Leo Trotsky zijn laatste jaren als balling had doorgebracht - en was vermoord.

Een paar straten verderop was het "blauwe huis", nu een museum. Hoewel het het "Frida Kahlo museum" was, hadden ze meer werk van Diego Rivera dan van haar. Er hingen ook veel citaten van Frida waarin ze haar bewondering voor hem uitdrukte (en sommige waarin hij zijn liefde voor haar uitdrukte). Maar misschien paste dit bij haar uitspraak dat zij was als de bedding, waarin de rivier (Diego) kon stromen.



Schilderijen, tekeningen, citaten; boeken en pre-Columbiaanse kunst uit hun verzameling; brieven van/aan vele beroemde tijdgenoten (Albert Einstein, John Cage, Frank Lloyd Wright, Leo Trotsky, DH Lawrence, etc.); de urn met Frida's as; veel van haar "plasters" (het gips om haar gebroken rug); de keuken, haar atelier en slaapkamer nog min of meer ingericht als in hun laatste gezamenlijke jaren in dit huis.

Het was allemaal heel interessant.

Daarna wandelden we het centrum van Coyoacan in, een gezellig stadje met veel leuke gedecoreerde cafés en restaurants. We dronken een meer dan heerlijke kop koffie bij een zaak op de hoek, die zo populair was dat het hele blok de banken en muurtjes bezet waren met mensen die daar hun koffie gehaald hadden. Wij ook. En daarna vonden we een restaurant dat een prima vegetarische comida (middagmaaltijd) aanbood. Kwa catering stak Coyoacan met kop en schouders boven het oude centrum van Mexico City uit.

Omdat in Frida's museum relatief weinig van haar schilderijen te zien waren, veranderden we onze plannen voor de middag. We besloten nog 10 km verder naar het zuiden te reizen, waar in het Dolores Olmedo museum de grootste privé-verzameling van hun werk hing. Indertijd was dit helemaal buiten de stad, nu ook opgeslokt door Mexico City. We namen eerst een busje naar Tasquena, en vandaar wat zo mooi de "tren ligero" (light rail) heette, maar eigenlijk niets meer was dan tram 51 door Amstelveen. Een klein en traag dingetje vergeleken met de massieve, grote, snelle metro.

De zon was vandaag niet doorgekomen, zodat het weer naar koud was - gelukkig waren we er nu beter op gekleed dan eergister. Intussen was het ook gaan motregenen.

Dolores' buitenhuis was niet minder dan een flink park en een prachtige groep gebouwen.  Alleen een beetje te donker - waarschijnlijk omdat door de bewolking weinig daglicht binnenviel.

Er hing heel veel werk van Diego Rivera waardoor je zijn grote verscheidenheid in periodes en stijlen goed zag. Maar van Frida vonden we slechts vier kleine schilderijtjes. De rest bleek uitgeleend aan een museum in Chili, voor een expositie. We hadden wel pech in het daadwerkelijk vinden van werken van Diego en Frida - eerder al om zijn muurschilderingen te zien, nu om haar schilderijen te zien.

Uiteindelijk met de tren ligero en de metro terug naar huis, waar we pas tegen half zes aankwamen. Door al het reizen was het een lange dag geworden.

2. GUANAJUATO -  FEBRUARI 2009

Zondag, 15 februari * geboortehuis Diego

Die ochtend nam ik de funicolar (cabine op rails door een kabel opgetrokken) tegen een van de berghellingen op. Vandaar had je mooi uitzicht over de stad, en de aaneenschakeling van kleine gekleurde huisjes. Aan de overkant in de verte kon je oude zilvermijnen zien.

Daarna nam ik een kijkje in het geboortehuis van Diego Rivera. Op de begane grond was het ingericht zoals eind 19de eeuw gebruikelijk; op de bovenverdiepingen hing vrij veel werk van hem, vooral schetsen en tekeningen. Juist uit zijn latere jaren ook een aantal tekeningen die eigenlijk heel eenvoudig leken (maar het waarschijnlijk niet waren), o.a. een serie over het scheppingsverhaal volgens Indiaanse legendes.



3. MEXICO CITY REVISITED  - FEBRUARI 2009

Dinsdag 24 februari * Palacio de Bellas Artes

Vanochtend stond op het programma een bezoek aan het Palacio de Bellas Artes. Een gigantisch barok gebouw, alles marmer, pilaren, beelden, trappen, voorplein. Er schuin naast stond de 25-jaar jongere Torre Latinoamerico: decennia lang het hoogste gebouw ten zuiden van de V.S., een wolkenkrabber van staal en glas, als een visdobber drijvend op de zachte ondergrond.

In Bellas Artes hingen muurschilderingen van alle groten, dus ook van Diego Rivera: een remake van het werk voor het Rockefeller gebouw. Er was ook een zaal Diego Rivera, maar die was gesloten.

In 20m stond ik weer buiten. De rest van de ochtend slenterde ik wat in het park ten westen van Bellas Artes, en zelfs tot over de Paseo De La Reforma, een van de grootste wegen dwars door Mexico. Ik keek wat rond op een begraafplaats met vele groten uit de geschiedenis. Ik zat hier en daar wat op een bankje. Inmiddels was het al helemaal opgewarmd, van de kille 3 graden vanochtend tot ruim boven de 20.


Woensdag 25 februari * Zondag in het park

Ik wandelde terug naar de zocalo waar ik op een muurtje in de zon een blikje cola dronk. Dat leverde twee conversaties op. Een Engels meisje, Rachel, was net in MC aangekomen, maar al 5w in Mexico. In totaal had ze maar liefst 2j uitgetrokken voor Zuid-Amerika. Ze vroeg me de weg naar een paar plaatsen in de stad. Daarbij bleek dat er nog een muurschildering van Diego Rivera in het centrum was, die ik helemaal gemist had. Had helemaal bij het programma van gisterochtend gepast, zowel kwa thema als kwa locatie. Dus dat kon ik nu nog mooi even inhalen voor de lunch. Het was de "zondag in het park" met alle historische Mexicaanse figuren. Daaronder ook een vrouw die tijdens de inquisitie terechtgesteld was. Daaraan ontleende het museum haar thema: er hing een mix van tekeningen van Diego en schilderijen uit de tijd van de inquisitie.



Donderdag 26 februari * Coyoacan en Universidad

Vandaag maakte ik een uitstapje naar de zuidelijke voorsteden, deels een herhaling van wat we een maand geleden gedaan hadden. Ik nam dit keer een andere metrolijn (de 2), die meer ten oosten van Coyoacan langs loopt. Vandaar was het een kortere, en zeker een gemakkelijkere wandeling naar het Trotsky museum. Dit keer ging ik wel naar binnen. Eerst was er een zaal met honderden foto's van Trotsky bij allerlei gelegenheden. Daarna kon je doorlopen naar de tuin en het huis waar hij de laatste twee jaar van zijn leven gewoond heeft. Het huis was nog bijna helemaal ingericht zoals toen. Eenvoudig, en met veel ruimte voor zijn boeken en studiemateriaal. Tot het laatst bleef hij zijn ideeën opschrijven. In de slaapkamer de kogelgaten van de eerste, mislukte moordaanslag. Van de tweede, geslaagde aanslag waren geen sporen. Het was bijna aangrijpend te zien hoe een eenvoudig en menselijk leven deze man hier in ballingschap had, een historisch figuur die door vriend en vijand, van links tot rechts, verstoten was.

Ik had van iemand gehoord dat hier ook werken van Frida Kahlo hingen, niet geheel denkbeeldig dat ze wat aan hem gegeven zou hebben, maar dat bleek niet te kloppen.

 

Leo Trotsky museum

Daarna wandelde ik langs het Frida Kahlo museum naar het centrum van Coyoacan, en dronk een kopje van wat misschien we de allerlekkerste koffie is, bij Café El Jarocho. Ik kon me alleen niet voorstellen dat we er vorige maand twee kopjes gedronken hadden - dit was zo'n heftig spul!

Vervolgens maakte ik de helft van de wandeling die in de reisgids beschreven stond, tussen Coyoacan en San Angel, het deel over Francisco Sosa. Dat was inderdaad een bijzonder mooie straat. Het was een straat met bomen en gesloten bebouwing, vaak muren om tuinen en binnenplaatsen van de beter woningen. Blijkbaar was het al eeuwenlang een geliefd buiten. Hier en daar waren kleine zijstraatjes met kinderkopjes en mooie gevels. Een pleintje, een paar oude kerkjes. Aan een zijstraat was een museum (het aquarel-museum) met een mooie tuin en gelegenheid even uit te rusten.

 

Ik nam een klein stukje metro (3) tot vlak bij de campus van de universiteit. Hier lag de tunnelbuis diep onder de grond, nogal een contrast met de 2 vanochtend die bovengronds liep. Boven gekomen zag ik een vegetarisch restaurant waar ik ging lunchen. Maar ook dit viel weer erg tegen.

Volgens de reisgids werd de campus gedomineerd door de twaalf verdiepingen tellende bibliotheek - maar die was bijna niet te vinden tussen de nog hogere gebouwen. Langs allerlei sportvelden en grasvelden vol sportende en luierende studenten kwam ik er dan toch. Alle vier de gevels waren volledig bedekt met vier mozaïeken, bepaald indrukwekkend. Overigens waren diverse andere gevels van gebouwen op de campus ook met mozaïeken en muurschilderingen versierd, maar deze sprong er toch wel echt uit.

Er vlakbij, onder de grote weg door, was het Olympisch Stadion (1968), met nog een bas-reliëf van Diego Rivera boven de hoofdingang.

TOEGIFT

April 2010 * Bozar Brussel 

Zoals eerder gezegd troffen wij geen schilderijen van Frida Kahlo in het Dolores Olmedo museum, buiten Mexico City, omdat die naar een tentoonstelling in Chili waren. Daarna gingen ze nog verder op reis, en een jaar later waren ze te zien in Brussel. Om de Mexicoreis “af” te maken, gingen wij ook naar Brussel.

Het was in het Paleis voor Schone Kunsten. We hadden een tijdslot en mochten niet te lang blijven hangen. Er hingen zo’n 30 schilderijen van Kahlo, nagenoeg haar volledige oeuvre. Wat me het beste bijgebleven is, is hoe klein de schilderijen waren.


We wandelden wat door de stad en aten wat in een gezellig café en bij een frietkot.

Het was de dag van de Ronde van Vlaanderen, en in de trein zaten de nodige wielerfans. Vooral op de terugweg leverde dat verhalen op over hoe geweldig het was geweest. De Zwitser Fabian Cancellara won de wedstrijd voor Tom Boonen.

Juni 2019 * Cobra Amstelveen 

In het Cobra museum was een tentoonstelling over Mexico, vooral rond het thema Allerheiligen/Allerzielen. In de publiciteitscampagne werd de naam van Frida Kahlo veel gebruikt, maar uiteindelijk bleek er maar een, minder belangrijk werk van haar te hangen.


Mei-September 2021 * Cobra Amstelveen 

In het Cobra museum is een tentoonstelling uit de privé-collectie van Jacques and Natasha Gelman, met veel werken van de Mexicaanse “modernisten”. Thema is de kunst in de tijd van de Mexicaanse revolutie. Uit PR overwegingen wordt geadverteerd met “Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution”.


Oktober 2021 – maart 2022 * Drents museum Assen

In het Drents museum is een tentoonstelling van Frida’ werken uit het Dolores Olmedo museum en ook voorwerpen als kleding en foto’s uit het "Blauwe huis", het Frida Kahlo museum. Dat hebben we dus allebei gezien in Mexico en Brussel.