dinsdag 22 februari 2022

Europa per trein (3) Zuid-West Spanje


De Spaanse spoorwegen zijn al even divers als het land zelf. Van enkelspoor dieseltreintjes tot moderne hogesnelheidslijnen, je ziet het allemaal. Ik neem je mee op een langzame reis van Madrid, door Extremadura, tot aan de Middellandse Zee-kust bij Malaga.

Met de trein door Spanje reizen is gemakkelijk, comfortabel en leuk: sfeerimpressie en praktische tips!

Startpunt Madrid

Als je in Madrid aankomt op de nieuwe Terminal 4 van vliegveld Barajas, kun je meteen beginnen met je treinreis. Met de regionale stoptrein Cercanía kun je de stad in naar o.a. de stations Chamartin, Sol of Atocha. Je koopt je kaartje in een automaat. Het lijkt een wegwerpkaartje, “Renfe y tú”, maar je kunt er steeds weer een nieuwe reis op laden bij de automaat.

Atocha is het belangrijkste treinstation van Madrid. De oorspronkelijk stationshal, een enorme monumentale  overkapping, is nu een grote botanische tuin met tropische planten. Daarnaast liggen bóven de terminals van de AVE verbindingen naar heel Spanje, en beneden de regionale Cercanía  en de Media Distancia treinen naar steden die (nog) niet zijn aangesloten op het AVE-netwerk. Op het tussenniveau zijn loketten waar je ouderwets papieren kaartjes kunt kopen. Daarvoor heeft de loketist wel je naam, paspoortnummer en telefoonnummer nodig – handig om die vooraf op een paiertje te schrijven.

Madrid Atocha

De dag dat we vertrokken konden we onze trein niet vinden op de vertrekborden. Alle grote opvallende borden bleken voor de AVE en Avant te zijn, de hogesnelheidstreinen. Er was nog maar een handjevol Media Distancia en Larga Distancia treinen over, op een ander deel van het station. Welk perron precies bleef onduidelijk. Ik ging maar eens vragen bij een mevrouw die aan een mini informatie balie zat. Weet u waar deze trein vertrekt? Ja, hier. Hier?  Achter haar bleek een schuifdeur en daarachter een roltrap naar beneden. Daar was een koude  hal waar je moest wachten tot het perron werd omgeroepen. Maar een vriendelijke medewerkster kwam ons dat spontaan uitleggen, en toen het was omgeroepen kwam ze ons ook speciaal waarschuwen. Dat was niet echt nodig want iedereen wachtte op dezelfde trein. Nog een roltrap af en daar waren de perrons.

Madrid Atocha

Langzaam reden we de stad uit, door een wirwar van sporen, tunnels, viaducten, wegen, goederenemplacementen, HSL-lijnen, etc etc. Zo zag je hoe uitgestrekt Madrid was. Buitenwijken wereden voorsteden, en voorsteden werden platteland.

Autonome Regio Extremadura

Van Madrid naar Cáceres, MD, ruim 300km naar het zuidwesten in 4 uur

Glooiende akkers en al meteen olijfbomen. Hier en daar een kasteeltje op een heuvel. Kleine stadjes en grote snelwegen. Rommelige schuurtjes en grote haciendas. Het kwam allemaal voorbij en wij genoten van het uitzicht.

Ons treintje had drie wagons. Een dieseltje, want Extremadura is nog niet geelectrificeerd. Evengoed zouden we soms 155 km/u halen. Meestal reden we goed door. Één keer moesten we wachten op een tegemoetkomende trein. Enkel spoor!

Vóór Plasencia ging het wat langzamer en daar maakten we kop. Het landschap werd steeds leger, hele gebieden waren ongecultiveerd. We zagen grote roofvogels, arenden of gieren? Onderweg hadden we een paar keer werkzaamheden gezien aan wat spoorbeddingen zouden kunnen zijn. De laatste 50km was de HSL lijn zo te zien al klaar. En het station van Cáceres was spiksplinternieuw gebouwd.

Station Caceres

Van Cáceres naar Merida, MD, 75km zuidwaarts in 50 minuten

Het station van Caceres was duidelijk nog in aanbouw. Er hing een poster over de aanleg van een “tram” door Extremadura. Die volgde ongeveer dezelfde route als bestaand spoor, Badajoz-Merida-Caceres- Plasencia. Dat is meer dan 200 km, dat zou je toch eerder een regionale trein dan een “tram” noemen? Vanuit onze trein zagen we ook weer allerlei nieuw spoor. Maar was dat nu voor de tram of voor de HSL?

Het landschap was glooiend en dun bevolkt. We zagen kurkeiken waarvan de bast geoogst was, we zagen bruine varkens rondrennen in een grote groene wei, we zagen kraanvogels en roofvogels.

Het station van Merida was ook vernieuwd en al iets verder af dan dat van Cáceres.

Knooppunt Merida

We maken een dagtocht vanuit Merida naar Badajoz, aan de Portugese grens. Een retourtje met de trein, soms wordt die als Regional Express aangeduid, soms gewoon als Media Distancia.

Zoals steeds gaan er maar weinig treinen per dag, meestal is er maar één die in aanmerking komt, omdat de andere heel vroeg of heel laat gaan. Daar staat tegenover dat ze behoorlijk goed op tijd rijden.

Station Merida

Als we vertrekken zijn alledrie de perrons van het stationnetje in gebruik! Merida is hét spoorweg-knooppunt van Extremadura. Je kunt hier vier kanten op: Cáceres-Madrid, Badajoz-Portugal, Zafra-Sevilla en Puertollano-Acvazar de San Juan (op die laatste hadden we 10j geleden “kop gemaakt” en route van Almeria naar Taragona). Twee keer per dag komen en gaan de treinen in allevier de richtingen tegelijk op Merida, zodat je allerlei overstap-mogelijkheden hebt. Steeds zijn het dezelfde diesel-treinen, een combinatie van drie treinstellen.

Onderweg zien we dat hier volop gewerkt wordt aan de HSL. Er is sprake van verschillende projecten: een vrachtcorridor van Portugese havens, via Badajoz helemaal tot Valencia; en een HSL van Madrid naar Extremadura, die al dan niet doorrijdt naar Lissabon.

In Badajoz staat nu een groen stoptreintje naar Portugal klaar. Nog kleiner dan onze trein, het bestaat slechts uit een wagon. Als we in de middag terugreizen naar Merida, hebben we de eerstvolgende trein sinds we ’s ochtends zijn aangekomen. Zo weinig treinen rijden hier.

Van Merida naar Zafra, MD, 70km zuidwaards in 1 uur

We vertrokken in het donker, om 7u55. Vanuit de trein zagen we het licht worden. Dit was de enige keer dat we wat vertraging hadden: een kwartier.

Zafra Feria is een hele kleine halte achter wat grote gebouwen. Het ligt wat dichter bij het centrum dan Zafra, daarom stapten we hier al uit. Er was geen enkele voorziening, zelfs geen kaartjes-automaat.

Tot nu toe hadden we onze treinkaartjes steeds een dag van tevoren op het station gekocht. Op de RENFE-website zouden buitenlandse credit cards soms problemen geven, dus dat hebben we nooit geprobeerd. Maar nu wilden we toch treinkaartjes te kopen voor het volgende traject. Daarvoor wandelden we naar het hoofdstation van Zafra, dat wat verder van het centrum ligt dan Zafra Feria. De lange toegangsweg was een mengsel van grote winkels, oudere appartementen, groothandels en braakliggend terrein. De weg eindigde op het oorspronkelijke station uit 1917, wat een kopstation geweest moet zijn. Het nieuwe station lag er naast. De toegangsdeur was op slot, met een briefje of je de andere deur wilde gebruiken. Ook aan de perronzijde was de deur dicht. Tsja, hoe moesten we nu een kaartje kopen? In het ernaast gelegen barretje wisten ze het ook niet, maar twee dames die daar net naar buiten kwamen gebaarden nog eens: omlopen naar de andere kant. Ja, verdorie, die deur klemde alleen, hij kon toch open. Het loket was echter dicht met een briefje dat het om technische redenen niet open kon. En de kaartjesautomaat stond uit. Dan werd het toch kaartjes in de trein kopen. En passant zagen we dat er tóch een dagelijkse trein naar Huelva ging. In mijn vooronderzoek had ik die niet gevonden. Als we dat eerder geweten hadden, had dat misschien onze route beïnvloed?

Het oude station Zafra (1917)

Van Zafra naar Sevilla, MD, 160km zuidwaards in 3 uur

Omdat in weekeinden de ochtendtreinen een uur later gingen, hoefden we niet speciaal vroeg op te staan. Wandeling naar station Zafra Feria. Het verlaten perronnetje in de net door de heiigheid heenbrekende zon.

Ons treintje kwam op tijd en we konden inderdaad kaartjes kopen bij de conducteur (alleen contant betalen!). We reden langs kleine witte historische stadjes, die ieder voor zich een bezoek waard waren. Door een prachtig landschap, weilanden met schapen, akkers met olijven en eiken, heuvels, beekjes. Dwars door de verlaten Sierra Norte. Het laatste stuk reden we langs de HSL Cordoba-Sevilla en haalden nog even 160km/u. We kwamen 4 minuten te vroeg aan op Sevilla Santa Justa.

Santa Justa is ook het eindpunt van de lijn Madrid – Sevilla met de MD, die we in vier etappes hebben afgelegd. Met de AVE is Madrid – Sevilla uiteraard heel wat sneller te doen.

Provincie Malaga

Van Sevilla naar Malaga, MD, 200 km zuidoost in 3 uur

Ons treintje was het model wat we tot nu toe steeds gehad hadden: drie wagons, diesel. Maar voor het eerst goed gevuld, wel ¾ vol. Eerst reden we door de tunnel naar station San Bernardo, dan door de buitenwijken van Sevilla met modernere flats. We passeerden overstapstation Dos Hermanas, waarna de geelectrificeerde dubbele spoorlijn naar Cadiz afboog en wij naar het oosten gingen. Glooiend landschap met veel olijfbomen en soms een groot veld zonnepanelen. Zo nu en dan een klein stadje met witte huisjes en grote kerken. We zagen werkzaamheden voor de lijn Sevilla - Granada - Almeria, maar er leek niet veel te gebeuren.

Ruim over de helft was in the middle of nowhere het grote en nieuwe station Antequera-Santa-Ana, een knooppunt van oude en nieuwe spoorlijnen en beddingen nood-zuid en oost-west. Andere treinen of overstappende passagiers waren er niet. Daarna een heel stuk waar we veel door tunnels gingen en door een smalle kloof, canyon, beroemd om een tegen de bergwand geplakt voetpad, Caminito del Rey.

Het laatste stuk Malaga in reden we parallel aan de HSL. Station Maria Zambrano was in verband met die HSL geheel herbouwd en leek meer op een vliegveldterminal.

Dit is het eind van de lijn. Verder kom je niet, of je moet met een veerboot de Middellandse Zee over.

Station Malaga

Van Malaga naar Fuengirola, Cercanía, 25km zuidwest in 40 minuten

Of toch? Ruim 100 jaar geleden is er een lijntje langs de kust gebouwd tot Fuengirola. In de tweede helft van de vorige eeuw heeft die kuststrook zich ontwikkeld tot een lange, aaneengesloten badplaats en daarmee de spoorlijn een nieuwe functie gegeven. Zelfs dit drukke lijntje is enkelspoor, maar tenminste wel geelectrificeerd.

We reden dan weer dicht langs de kust, dan weer iets verder er vanaf. Overal de hoogbouw om de badgasten onder te brengen. Sommige stations waren ondergronds, zoals Torremolinos en Fuengirola – toch écht het eindpunt.

Met dezelfde trein konden we terug en uitstappen op het vliegveld van Malaga.

Met de trein door Spanje reizen is gemakkelijk, comfortabel en leuk! En misschien zijn de reizen met de ouderwetse treinen nog wel leuker dan met de HSL. Ik zou zeggen: die het, voordat ze allemaal vervangen zijn.

Lokaal vervoer

In de kleine steden van Extremadura is alles te belopen en heb je geen lokaal vervoer nodig.

Madrid, Sevilla en Malaga hebben een prima metro- en/of busnetwerk. Iedere plaats in Spanje heeft haar eigen ov-chipkaart, wat erg onhandig is. Toch is het al snel de moeite waard er een  kopen: het is gemakkelijker met instappen, de ritprijs is lager, en je hebt maar één kaart nodig voor meerdere personen.


Internationale verbindingen

Van Amsterdam naar Madrid of terug uit Malaga kan niet in één dag met de trein. Afhankelijk van de dienstregeling (die nogal aan verandering onderhevig is) moet je overnachten in Parijs of Barcelona. Met een directe Malaga-Barcelona AVE ga je buiten Madrid om. Om het betaalbaar te houden (m.n. de TGV Amsterdam-Parijs-Barcelona met SNCF) moet je vroeg boeken, liefst vier maanden voor vertrek. Voor Barcelona-Madrid zijn (beperkt) budget tickets beschikbaar met SNCF/OUI en RENFE/AVLO.

Alternatief is een nachttrein uit Parijs naar Latour de Carol (Enveitg) en de volgende ochtend met een lokale trein naar Barcelona, en dan met de AVE verder. Er is ook sprake van dat de nachttrein van Parijs naar Hendaye (bij San Sebastian) terug komt.

Meer

Europa per trein (1) Zuid Duitsland 
Europa per trein (2) Zuid-Oost Spanje 

Nuttige websites en apps:
https://www.seat61.com/train-travel-in-spain.htm algemene informatie
https://renfe.com/es/en om de dienstregeling tussen grotere plaatsen te zien
https://www.adif.es/inicio of de Adif App, om de locatie van je trein te zien
https://positren.nebulacodex.com/ trainspotting, om de locatie van je trein te zien

 

(spoorkaart: @marcjm84)

maandag 21 februari 2022

De wereldwijde vegetariër (3) Spanje

Spanje

Het land van tapas en paella. Populaire gerechten waar je als vegetariër soms mee moet manoeuvreren. Er zijn grote verschillen tussen de regio's en tussen de verschillende steden qua mogelijkheden. Het meest modern is Catalonië, waar in de meeste steden vegetarische en veganistische restaurants zijn. In Andalucië is dat nog veel minder, al is Malaga dan weer een aangename uitzondering. Een groot verschil met 20 à 25 jaar geleden, is dat je veel beter met Engels terecht kunt. En dat maakt het een stuk gemakkelijker je bedoeling over te brengen.
Denk er aan dat de Spaanse etenstijden enorm af kunnen wijken van wat je gewend bent. Lunch vanaf 1 uur of 2 uur; diner vanaf 8 uur of 9 uur - ook dit verschilt weer per regio.

middageten (la comida)

Het middageten is de belangrijkste maaltijd van de dag. Daarvoor ga je op zoek naar een menu del dia, een dagmenu. Bijna ieder restaurant biedt dat doordeweeks tussen de middag aan, en je krijgt echt waar voor je geld. Je krijgt twee gangen (primero en segundo platos), een drankje, brood, een toetje en koffie. De laatste opties zijn tegenwoordig niet altijd bij de prijs inbegrepen, dus daar moet je even op letten. Per gang kun je uit twee tot vier opties kiezen.

Als je geen vegetarisch restaurant gevonden hebt, kan het een hele opgave zijn om een vegetarische variant van het dagmenu los te krijgen. Vraag dan naar een salade zonder vis (ensalada sín atún), een soort ratatouille (pisto), en/of een lekkere aardappelomelet (tortilla de patatas). Hoe eenvoudig het ook klinkt, vaak zegt een restaurant dit niet te kunnen serveren.

Mocht het helemaal niet lukken, dan rest de supermarkt waar je broodjes en beleg kunt kopen. Een pak kant-en-klare gazpacho is dan een lekkere aanvulling: smaakvol en met body.

avondeten (la cena)

Dezelfde gerechten die je tussen de middag als menu del dia nam, zouden 's avonds een stuk duurder zijn. Dus stel je je diner samen uit een aantal tapas of raciones. Tapas zijn wel héél kleine hapjes, een racion is al bijna een bord vol. Het loopt flink uiteen hoeveel vegetarische tapas een restaurant op de kaart heeft staan. Vaak is in een café trouwens ook goed te eten.
Tapas
Maar... hoe lekker en gevarieerd de tapas in eerste instantie ook zijn, na een aantal dagen ben je al dat snacken toch een beetje zat. Als je tussen de middag een menu del dia gescoord hebt, kun je wellicht toe met wat rijk-belegde broodjes: bocadillos, maar in iedere streek kunnen ze een andere naam hebben. Of een pizza van een veredelde snackbar.

Een andere mogelijkheid is een Chinees restaurant te bezoeken. Meestal niet van hoogstaande kwaliteit, maar het is eens wat anders en je kunt er rijst eten. In wat grotere steden is meestal ook een Poke Bowl restaurant je vinden: een soort rijstsalade met royaal groente en saus. Daar kun je altijd vegan en vegetarische versies van krijgen.

Over rijst gesproken: paella zul je als het goed is nooit in een vegetarische variant vinden. Zonder vis mag het van de cultuurbewakers namelijk geen paella heten. Maar als je ergens arroz con verduras, rijstschotel, op het menu ziet staan, heb je een goede kans dat wij het veg paella zouden noemen. Als je de kans krijgt, lekker om te proberen. En dan kan het door alle olie zwaar op de maag liggen.
arroz con verduras

koffie en ontbijt

Een genot is de Spaanse koffie, die altijd uitstekend smaakt, buiten de centra spotgoedkoop is, en die je meestal drinkt op een terrasje aan een pleintje, of in een barretje tussen de oude locals. Er zijn allerlei varianten: café solo, café doble, café con leche, cortado, americano.

Caffeinevrije koffie (descafeinado) is heel gewoon en als je dat bestelt is de standaardvraag: de sobre o de maquina? De sobre is een zakje oploskorreltjes en krijg je met een glas warme melk. De maquina is gemalen en als espresso gemaakt, vervolgens al dan niet met melk. Dus bv un americano de descafeinado, un descafeinado con leche, etc.
tostada con tomate

Zo halverwege de ochtend neem je daar dan een (media) tostada con tomate bij. Een getoast half broodje met tomaten-salsa. Heerlijk met een drupje olijfolie er overheen. 
Voor de zoete ontbijter is de tostada er ook met boter en jam: de mantequilla y mermelada (mixta). Een goede magdalena is ook heerlijk als zoet ontbijt.
Soms kun je een volkoren broodje krijgen als je vraagt om integral.

churros


In de namiddag kun je gerust churros (gefrituurde deegstengels) bij je koffie nemen. Wij denken misschien dat het bij warme chocolademelk in de ochtend hoort, maar bij la merienda (rond 5à6u) nemen hele hordes Spanjaarden café con churros als tussendoortje.

vegetarisch eten in Bilbao

La Camelia vegan bar – typisch veg restaurant, misschien wel het beste van Bilbao kaart

Garibolo jatetxe begetarianoa – ietsje duurder en uitgebreider, daarom ook wel interessant. kaart

Copper deli – prima sandwiches etc (niet pure veg) kaart

Ekoizan – winkel met eethoek, heeft kant en klare maaltijden en een magnetron. ideaal als je in de stad bent en even wat wilt eten en niet wilt wachten tot de restaurants opengaan. Heeft meerdere vestigingen. Hier waren we.

Pizzeria “Margherita La Fina” – heel klein, heel leuk, heel lekker  (niet pure veg) kaart

Pizzeria Trozo – pizza met vegan options, vegan cheese, interessant, verrassend populair. kaart


meer

Meer afleveringen van de wereldwijde vegetariër. (India, Thailand, Maleisie, Iran)


*2017, bijgewerkt 2022*

donderdag 2 december 2021

Brood blog 6: Variaties en tips bij Waterlily brood-bak-recept

Waterlily's recept om zelf brood te bakken is speciaal ontwikkeld om gemakkelijk te werken en altijd te lukken. We raden je aan het eerst een paar keer precies volgens het recept te maken. Als je dat in de vingers hebt, kun je desgewenst gaan experimenteren.

Hier zijn wat suggesties om te varieren:

Ingredienten

* Als je gezonder wilt eten, kun je de hoeveelheden zout, suiker en boter halveren.
Zorg dat de verhouding zout:suiker hetzelfde blijft.
De boter kun je vervangen door een plantaardige vervanger, bv Vioblock van Violife, of door een scheutje plantaardige olie, dan kleurt de korst ook mooier bruin.
Het doel van de boter of olie is dat het brood wat langer vers blijft. Als je weet dat je het binnen 24 uur helemaal op eet, kun je boter / olie ook weglaten.


* Als je altijd zelfgebakken brood eet, heb je kans op jodium-tekort. Lees hier meer over jodium in zout en brood. 

* Je kunt experimenteren met bv roggemeel of speltmeel. Of je kunt varieren met de verhouding  wit meel : ander meel

* Wij hebben goede ervaringen met meel (zowel wit als volkoren) uit de Turkse en Marokkaanse buurtwinkels. 

* Met het meel van de Albert Heijn krijg je een iets stevigerbrood. We doen dan 200 gram wit en 300 gram volkoren.


* Al het bovenstaande in overweging nemende, kun je bv deze alternatieve ingredientenlijst gebruiken:
-200 gram witmeel
-300 gram volkorenmeel
-een theelepel (10 gram) LoSalt met kalium en jodium
-een theelepel (5 gram) suiker
-twee theelepels (7 gram) gedroogde gist
-een dun plakje (10 gram) Vioblock/Violife/vegan boter
-300 ml lauw water

Bereiden

* Je kunt de eerste rijs in de koelkast laten gebeuren. Dat duurt een uur of 7 a 10.
De kom met deeg in de koelkast goed afsluiten met een deksel of plastic folie.
Omdat de deegbol zo koud is geworden, kun je de tweede rijs een handje helpen door de bakplaat boven op een kom lauw-warm water te zetten (en bedekken met een theedoek).



Laat het koude deeg langzaam uit de kom zakken

Een beetje meel strooien voor het platdrukken

...de tweede rijs boven op een kom warm water... 
Bv 's avonds kneden, de kom met deeg in de koelkast zetten, en 's ochtends platdrukken en verder bereiden. Dan heb je 's ochtends sneller en gemakkelijker vers brood.
Of 's ochtends kneden en in de koelkast zetten terwijl je naar je werk gaat. Dan heb je 's avonds snel vers brood.

* Ná de eerste rijs van 40 minuten, moet je het brood platdrukken om door het gist gevormd gas te verwijderen.
In plaats van dubbelbouwen kun je de platte deeglap ook oprollen om in de gewenste vrom te brengen.
Rozemarijn
 Rozemarijn

Dit is ook het moment om desgewenst noten of zaden toe te voegen. Of probeer eens fijngehakte rozemarijn!


* Het voorverwarmen van de oven is belangrijk. Als je het brood in een koude oven zet, duurt het te lang voor de gist afsterft.

Bewaren

* Als het is afgekoeld, bewaar het brood dan in een papieren of plastic zak.

* Omdat je zelfgebakken brood zonder toevoegingen van broodverbeteraars en conserveringsmiddelen is, blijft het minder lang vers dan fabrieksbrood.
Het doel van de boter of olie is dat het brood wat langer vers blijft. Als je weet dat je het binnen 24 uur helemaal op eet, kun je boter / olie ook weglaten.
Als het brood minder vers is, kun je het nog heel smakelijk eten door het even te roosteren. Lees hier over broodroosters.



Meer brood-blog

Lees hier de andere brood-blogs.

dinsdag 19 oktober 2021

Barca – Simon Kuper – Boekbespreking


2021

“Barca” presenteert zich zelf als het ultieme boek over de voetbalclub Barcelona. Het is dik en opent met een lange lijst van personen (de enige lijst waarin Gaudí en Boudewijn Zenden naast elkaar kunnen staan), een begrippenlijst (met het clubmotto en een broodje tomaat naast elkaar) en eindigt met een boekenlijst en een index. Veel tekst en weinig foto’s.

Deel een

Twee dingen vallen meteen op.

Uit de foto’s en citaten spreekt een eerbetoon en dankbaarheid aan Johan Cruijff. Is hij de belangrijkte persoon ooit voor Barcelona, of de belangrijkste man ooit voor voetbal überhaupt?

Er is veel ruimte om te vertellen hoe het boek tot stand gekomen is. Wanneer heeft Simon wie gesproken. Waar en onder welke omstandigheden heeft hij geschreven. The making of is meteen meegenomen. Aan de ene kant is dit overbodig, aan de andere kant maakt het het verhaal persoonlijker en sta je er als lezer ook dichterbij.

Deel een is een introductie tot de machtblokken binnen de club. De bourgeoisie waar het bestuur uit voortkomt (Catalaanse aristocratie, bij gebrek aan een echte); de medewerkers of betaald personeel van de club (de ambtelijke macht); de leden (het volk); de spelers (de artiesten). 

Deel twee: de wording van Barca

We maken kennis met Johan Cruijff en zien hoe hij samen met Rinus Michels het totaal-voetbal uitvond. Niet in de laatse plaats om zijn eigen fysieke tekortkomingen te compenseren. Na een paar jaar en een drie Europacups is hij te groot voor Amsterdam.

2019
Cruijff speelt vier jaar voor FC Barcelona en wint een landstitel. De club telt weer mee op nationaal niveau. Hij verhuist naar Amerika, waar hij ontdekt dat “dingen uitleggen” zijn grootste kwaliteit is. Of misschien moet je zeggen: anderen vertellen hoe het zit. Tenslotte speelt hij nog drie jaar in Nederland, fysiek afgetakeld maar des te meer op inzicht en anticipatie. Voetbal is een denksport in ruimte en tijd.

De beschrijving van Cruijff’s spelerscarrière is in feite een beknopte versie van wat in het boek "Cruijff, de biografie" van Auke Kok te lezen is.

We volgen Johan Cruijff als trainer. Wederom eerst bij Ajax en dan bij Barcelona. Had hij als speler het beste team in Amsterdam gehad, als trainer had hij dat uiteindelijk in Barcelona. Hij zette de hele club naar zijn hand, van de jeugd tot eerste elftal. Acht jaar met steeds nieuwe en radicalere concepten. Behalve vier landstitels op rij bezorgde hij Barcelona hun eerste Europacup. Daarna leek hij interesse te verliezen.

De jaren als trainer van Barcelona worden hier uitgebreider beschreven dan in het boek van Auke Kok.

Ik las eens een artikel van een journalist die beweerde dat de vragen die hij tijdens een interview gesteld had, er toe leidden dat Lee Child besloot te stoppen met het schrijven met boeken. Zelfs in zijn eigen versie droop de zelfoverschatting er af. Het hoofdstuk my part in Cruijff's downfall begon ik dus nogal sceptisch. Het blijkt te gaan over Cruijff’s leven ná het trainersvak en de grote invloed die hij dan nog heeft op Ajax en Barcelona (mn door Rijkaard en Gardiola als trainer te laten benoemen). Waar de titel van het hoofdstuk op slaat, is behoudens wat gedoe over een interview een raadsel.

We zijn op bladzijde 100. Tot nu toe was het minstens evenveel een boek over Cruijff als over Barca. Maar wel lekker vlot geschreven

Deel drie: de gouden eeuw

Dit deel zoemen we eerst in op de jeugdopleiding zoals die is opgezet door (jawel) Cruijff. We ontmoeten latere sterren als Iniesta, Busquets en Messi.

Het volgende hoofdstuk draait helemaal om Messi en hoe hij veranderde van een solist in een teamspeler, en dan de spil van het team werd. Een lofzang op zijn ongrijpbaarheid. De ultieme bespeler van Cruijff’s ruimte/tijd-universum, die het best tot zijn recht komt in het door Cruijff gecreeerde Barca-systeem.

2020
Of zoals Cruijff het zelf zegt in het boek "Cruijffiaans" van Rob Siekmann: Een prachtige voetballer voor wie de speelstijl van Barcelona gemaakt is. Want alles is erop gericht een type Messi nooit verder dan zo'n 35m van het doel van de tegenstander te houden.

Terecht wordt ook een hoofdstuk gewijd aan Pep Guardiola, die de spelers en de speelstijl verder perfectioneerde tot misschien wel het beste voetbalteam ooit.

Deel vier: talent

Deel vier is een intermezzo over talent. Wat is talent? In hoeverre zijn talenten anders? Spelinzicht, oog-voet-coordinatie, intrinsieke motivatie. De toptalenten voelen zich verantwoordelijk voor het hele team. In de loop van de tijd zijn de toptalenten steeds machtiger geworden binnen de club. Hoe gaan ze om met de immense druk, de verwachtingen. Hoe gaan ze om met exorbitante rijkdom, mn als ze van arme komaf zijn. Hoe weersta je de verleidingen van eten *) en drinken. Heb je de discipline om fit te blijven. Kun je wel genoeg slapen?

*) We krijgen drie recepten voor gezonde, eiwitrijke, vegetarische gerechten. 

Deel vijf: de teloorgang

Omdat Barcelona qua voetbal het hoogst haalbare is, de fijnste trainingen heeft, de mooiste stad is om te wonen, de hoogste salarissen betaalt, gaan topspelers zelden weg en wordt het team steeds ouder. Tot het té oud werd.

Een serie miskopen op de transfermarkt joeg er in de jaren 14-20 zo’n 500 miljoen euro door. Van de rijkste club werd het een club met een schuldenlast, zonder veel kapitaal op het veld.

Intussen kreeg Messi een absurd hoog salaris, ieder jaar meer. Ook daaraan is de laatste vier jaar meer dan 500 miljoen euro opgegaan.

In diezelfde periode leverde de jeugdopleiding van Barca nauwelijks nog talenten voor het eerste elftal af en innoveerde niet – terwijl de concurrentie bij Ajax, Bayern Munchen, City en anderen juist ideeën kopieerde en zelfs verbeterde.

Met het vertrek van topspelers als Iniesta, Xavi en Neymar draaide Barcelona steeds meer om Messi. In plaats van een geoliede machine waar hij de ultieme fase was, werd het “alle ballen naar Messi”. Frenkie de Jong zegt: Messi is echt veel beter dan de andere spelers. Mensen onderschatten dat. Ze zien het iedere week en ze gaan het normaal vinden. Je speelt hier met de beste spelers van de wereld, maar hij steekt er ver bovenuit.

Maar Messi werd toch ouder, verdedigde niet mee, en zoals gezegd werden andere teams beter in de pressing. De trainers van Barca werden Messi’s loopjongen en vernieuwden niet meer. Barcelona werd steeds weer vroegtijdig uitgeschakeld in de Champignons League.

Zonder speelstijl, met een verouderde en overbetaalde selectie, met een miljard euro in rook opgegaan en een grote schuld, was Covid de genadeklap. De inkomsten stortten in en Messi kon niet meer betaald worden. 

Er is niets over van wat Cruijff had opgebouwd.

Simon Kuper heeft ons meeslepend verteld over de opkomst en ondergang van een van de meest fascinerende voetbalclubs, en de enorme verdiensten van Johan Cruijff en Leo Messi.


meer

Meer boekbesprekingen (o.a. William Dalrymple, Amitav Ghosh, Kader Abdolah, Dave Eggers).




zaterdag 16 oktober 2021

Rondje Schiphol, derde etappe, Monumenten en Rijk

Vandaag vertrokken we bij dezelfde bushalte waar we vorige week eindigden. Maar ipv Ringvaartzijde liepen we nu naar Airside. Daar waren twee monumenten. Eerst een Fokker F27 vliegtuig dat op palen boven een vijver stond. Hier stonden decennia lang Fokker-fabrieken waar honderden van deze werkpaarden van de luchtvaart gebouwd zijn. De F27 vloog waar anderen niet vliegen konden. Ik herinner me een landing op een gras/gravel strip op een afgelegen Indonesisch eiland.

100 meter verderop, over een smal pad tussen hoge hekken door, bijna onzichtbaar en onvindbaar, stond het monument ter nagedachtenis van de 11 overledenen bij de Schipholbrand in 2005.

Aangrenzend lag een klein industriegebiedje met veel auto’s van TUI en van FedEx. Voor iedere vuilnisbak was een blok beton van bijna een kuub geplaatst om de vuilnisbak te beschermen tegen de vrachtauto’s die net te groot waren voor de parkeerplaatsen. Je stond hier naast het einde van de Aalsmeerbaan. We hadden geluk: net op dat moment werd die geopend voor vertrekkende vliegtuigen. Een machtig gezicht als ze vlak voor je bulderend omhooggaan.






We liepen verder zuidwaarts langs de grote weg en staken over een olifantenpad schuin door richting de Ringdijk. Daar stond een betonnen kubus van zo’n 5x5x5 meter: Gemaal Bolstra was een van de nieuwe gemalen, en het kon meer water verzetten dan de monumentale gemalen van Cruquius en Lijnden. Hier dook ook de omgelegde N201 onder de Ringvaart door. Vreemd met wat voor omwegen die afwisselend ten noorden, ten zuiden en ten noorden van de oorspronkelijke weg kronkelde.




Voorbij dit punt waar aarde (N201/Fokkerweg), water (Ringvaart, gemaal, Aalsmeerder wetlands) en lucht (einde en verlengde Aalsmeerbaan) elkaar raakten, begon Schiphol Rijk. Jarenlang was dit braakliggend akkerland. Projectontwikkelaar Poot zag wel brood in bedrijventerreinen zo dicht bij Schiphol. Dit leidde tot allerlei verwikkelingen en rechtzaken – en een geheel bebouwde zuidoosthoek van Schiphol.

Het eerste deel van Rijk bestond uit enorme loodsen voor goederen op- en overslag, honderden vrachtauto’s en een groot datacentrum in aanbouw. Ook op zaterdag werd hier doorgewerkt door flinke ploegen mannen met bouwhelmen. Langs de weg stonden tientallen auto’s met Roemeense nummerborden, en een paar dure wagens met Engelse nummerborden.
Iets verderop lag het accent meer op kantoorgebouwen. In een daarvan, “PoV”, heb ik mijn laatste werkende jaar doorgebracht. Het was zonder twijfel het meest afschuwelijke en deprimerende kantoorgebouw dat ik kende – en ik heb er heel wat gezien in mijn carrière.




Het zuidelijkste stukje Rijk was het mooist, met brede groenstroken, waterpartijen en wandelpaden. Hier stond ook een kerk die door diezelfde meneer Poot was ontworpen. Laten we het zo zeggen: van projectontwikkeling had hij meer verstand.
Hier stonden ook een paar hotels, voornamelijk voor crew. We hadden een heel matige lunch in het Radisson Blu - prijs en kwaliteit zijn niet altijd recht evenredig. Maar je zat er mooi, voor de grote ramen.





zaterdag 9 oktober 2021

Rondje Schiphol, tweede etappe, Knoop Noord – Oost – Oude Meer

Onze tweede etappe begon bij bus-knooppunt Noord, een groot overstapstation onder een oud dak van een hangar uit Engeland. Daar tegenover was een McDonalds met aangrenzend een plek voor vliegtuig-spotters. We stonden aan het eind van de Buitenveldert-baan. In de verte zag je ietwat heiig Schiphol Centrum liggen, en zo nu en dan bulderde er een vliegtuig langs. De kleinere waren al wat hoger, de grotere kwamen net los en waren heel dichtbij.


We wandelden door het natte gras, langs wateropvangbassins en bosjes berkenbomen tot het fietspad van de Schipholweg, en dan verder richting “Oost”. We kruisten het verlengde van de startbaan. Hier vlogen de opstijgende vliegtuigen precies over je heen. Van de meesten zagen we net hoe ze de wielen introkken. Spectaculair.



“Schiphol Oost” was de oorspronkelijke locatie van vliegveld Schiphol. Het standbeeld voor de lijndienst Amsterdam – Batavia had m.i. dus beter hier kunnen staan. Wel stond er de oude verkeerstoren, nu een restaurant. Ik had begrepen dat de general aviation, de kleine privévliegtuigjes, naar Lelystad Airport verhuisd waren, maar er stonden er nog de nodige. En ook een oude Dakota DC-3 waarmee je nu rondvluchten kunt boeken.


Sinds ik hier twintig jaar geleden geregeld kwam, is er wel heel veel veranderd. Tussen heel veel moderne, grote kantoren en hotels herkende ik nog wel “Gebouw 133” van o.a. de Medische Dienst en Personeelszaken. Ik heb daar vaak gewerkt, had er ook een tijdje een bureau, en herinner me hoe je de vliegtuigen zag vertrekken naar bestemmingen over de hele wereld. Gemakkelijk om even bij weg te dromen.

De meeste bizarre verandering was de fly-over in de weg over de Schipholdijk bij de brug van de Bosrandweg. Ooit een bescheiden kruispunt, nu een fly-over op zware betonnen kolossen die in hartje Bangkok niet misstaan zou hebben. Veel te groot, veel te log voor deze plek.


Vanaf hier wandelden we in zuidelijke richting langs de Ringvaart. Een totaal andere sfeer. Hoewel rechts nog de hangars stonden, was links het kanaal met oude boerderijtjes aan de overkant. We stonden nog wel even stil bij “Gebouw 404”, de “eierdoos”. Voor zijn tijd, de jaren tachtig, een zeer modern gebouw, met de wenkbrauwen boven de ramen.

Op de dijk was de oude weg een fietspad geworden. Beneden lag nu een vierbaansweg. We kwamen bij Oude Meer, een gehucht van wat woonhuizen en bedrijven en een café-restaurant. Ideaal voor een hapje lunch. We zaten in de zon met uitzicht over de ringvaart met wat pleziervaart, een oude werf, en veel groen aan de overkant. Je hoorde de vogels in plaats van de vliegtuigen.



zaterdag 2 oktober 2021

Rondje Schiphol, eerste etappe, Plaza - Badhoevedorp

Begin oktober, aan het eind van de eerste herfstweek, was er een droge zaterdagochtend voorspeld. Wij waagden ons aan de eerste etappe van “een rondje Schiphol” *).

Startpunt was Schiphol Centrum. Als je de vertrekhal rechts verliet, wandelde je richting het Citizen M hotel (dat riep meteen herinneringen op aan de keer dat we die wandeling in omgekeerde richting maakten en bijna ons vliegtuig misten).  Maar we werden afgeleid door het tamelijk bescheiden monument voor de eerste vlucht van Amsterdam naar Batavia – of voor de reguliere lijndienst – dat bleef ambigu. 


Over een grasveld en bukkend onder een paar fly-overs door kwamen we alsnog uit bij de Citizen-M. Tussen autowegen en busbanen door lag een ongemarkeerd fietspad. Vlak langs de F-pier en geparkeerde vliegtuigen.



Een kille lange tunnel onder een taxibaan en een startbaan door, waar je wel het gebulder hoorde als er een vliegtuig bovenlangs kruiste, maar je was te dichtbij om het ook te zien. Een smal tunneltje linksaf ging onder de A4 door en ineens stond je tussen de akkers, het justitieel complex en de militaire Koningin Maxima kazerne.



De Schoterweg was ooit een weg waar de boerderijen van de Haarlemmermeerpolder lagen. Nu een bont mengsel van bovengenoemde instellingen, opgeknapte woonboerderijen, bedrijven, aardappelvelden, achterstallig onderhoud en notoir(!) lelijke nieuwbouw.



Over de verlegde A9 heen, Badhoevedorp in, tot het voormalige tracé van de A9. Hoe vaak had ik hier wel niet gereden op weg naar m’n werk – duizenden keren. Maar dan 5 meter hoger tussen de geluidsschermen. Het hele talud was afgegraven. In afwachting van alle plannen was er nu grasveld, volkstuintjes en een “strandrestaurant”. Daar op het terras hadden we onze lunch.



Na afloop wandelden we nog een stukje over het voormalige tracé en naar de Schipholweg. Die ging richting Schiphol-Noord en -Oost, maar dat was voor een volgende keer: lees hier verder deel twee.


*) geïnspireerd op een fietsroute van Tijs van den Boomen: beschrijving en google-map.