zondag 20 januari 2019

Thailand Reisverslag 2019/2 Stranden en Meren


Langzaam zakten we af naar het zuiden. We deden twee stranden aan en twee grote meren. We gaan eigenlijk zelden naar strand-bestemmingen, nu twee keer aan het noordelijke deel van de Golf van Thailand.
In het centrale gedeelte van de lange sliert die Zuid Thailand vormt, bekeken we een groot stuwmeer in de bergen en een groot natuurlijk meer vlak aan zee.

Badplaats Hua Hin


In Hue Hin hadden we een leuk hotelletje in een tamelijk Thais buurtje. In de steegjes om ons heen woonden en werkten Thai, en de lokale markt was vlakbij. Maar andere delen van de stad waren volledig overgenomen door, voornamelijk Scandinavische, toeristen. Veel gezinnen met kinderen, veel oudere stellen, en oudere mannen met hun Thaise vrouw. Veel overwinteraars en strandvakantiegangers, bepaald geen mensen die rondreisden of voor de cultuur kwamen. Er moeten hier letterlijk tienduizenden Scandinaviërs wonen. En dan waren er nog de nodige Aziatische toeristen.



Deze tijd van het jaar is het normaal dat het water hoog staat in de Golf van Thailand, maar dezer dagen was het extra hoog. Een groot deel van de dag was er nauwelijks strand. Op een ochtend zelfs helemaal niet. We stonden bij een strandopgang te kijken hoe mensen met hun matje en handdoek onder de arm aan kwamen lopen, even beteuterd keken, en weer afdropen. Maar tussendoor konden we toch zo nu en dan zwemmen en pootjebaden in de branding en van de zon genieten.

Hat Thung Wua Lean (Chumphon)


Met een sneltrein en een songthaew (een pick-up truck met bankjes in de laadbak) gingen we 260km verder naar het zuiden. Daar is een klein strandje van een km lang, met één weg erlangs, waar het voornamelijk in het weekend druk is met Thai. Door de week was het er erg rustig, de paar hotels en restaurants die open waren hadden nauwelijks gasten. Ook hier was het strand smal door het hoge water, maar je deelde het dan ook maar met een handjevol anderen. Daar hadden we twee rustige dagen.

Enkel spoor


De grotere verplaatsingen konden we steeds met de trein doen. Vaak ging er maar een of twee keer per dag een trein waar we wat aan hadden (verder zijn er veel nachttreinen). Dit zijn oude lijnen en dieseltreinen, met antieke seinsystemen die werken met hoepels, tokens en vlaggen.


Om te voorkomen dat op enkel spoor twee treinen elkaar tegenkomen, heeft ieder baanvak één token (een metalen schijf) die een machinist móet hebben om op dat baanvak te mogen rijden. Op stations waar tegenliggende treinen elkaar passeren, wordt de token aan een stationsmedewerker gegeven. Om dat gemakkelijk uit een soms nog rijdende trein te doen, zit de token vastgeklemd in een grote hoepel. De stationsmedewerker brengt de hoepel met token dan naar de andere trein. Soms trekt de medewerker daarvoor een lange sprint, een keer zagen we 'm zelfs met een brommertje over het perron rijden!

De sneltreinen haalden tot 120 km/u. En zelfs de houten (!) stoptrein die we hadden, haalde bijna 90 km/u. Na 4½ uur zijn houten bankjes trouwens wel heel hard…

Ratchaprapha Dam / Khao Sok NP


Vanuit het stadje Phun Phin (Surat Thani) maakten we een dagtocht naar de Ratchaprapha Dam. Die vormt het grootste stuwmeer van Zuid Thailand. Het is een populaire bestemming voor boottochten, zowel backpackers als in het weekend ook Thai, maar bijna iedereen komt met een georganiseerd tourtje. Het was dus even zoeken in de enorme drukte hoe onze weg te vinden. Maar uiteindelijk voeren we op ons eigen bootje tussen de rotsformaties, bergtoppen en jungle. Prachtig!


Phatthalung & Thale Noi NP


We bleven een paar dagen in de kleine provinciehoofdstad Phathallung. Dat ligt zo’n beetje tussen niets en nergens en er komen bijna geen toeristen. Toch zijn er een paar fraaie kalkgebergten met grotten en ligt het vlakbij het grootste meer van Thailand: Lake Songkhla.

Een uithoek van het meer, nog altijd 5x5km, is een vogelreservaat, Thale Noi. Daar konden we een boottocht maken. We stapten in bij een wat oudere man die een prima bootsman bleek te zijn. De tocht was fantastisch. Door afwisselende “land”schappen, afwisselende begroeiing, afwisselende dieren. Grote delen van het meer waren bedekt met waterplanten, maar toch was het water kraakhelder.

Het eerste deel was de waterlelie zone. Van dichtbij zat er best ruimte tussen de bloemen, maar als je in de verte keek, lag er een paars-roze gloed over het water. We zagen waterhoenen, meeuwen, reigers, ooievaars, aalscholvers en nog veel meer vogels, waarvan ik de naam niet weet. Een deel ging meer door riet, en daar was een grote kudde waterbuffels. De herders voeren er op twee kleine bootjes achter om ze bij elkaar te houden. Een baby-buffel bleef wat achter. Zo nu en dan voeren we dwars door stukken waterplanten, die uiteen weken omdat ze los in het water dreven. Maar een enkele keer maakte onze bootsman toch rechtsomkeer. De volgende zone was van de grote bewegende visnetten (type Kochi) die langs een soort kanaal stonden. Kanaal in de zin van midden in het meer… Verstopt in het riet zagen we nog eens drie waterbuffels. We voeren even terug en zagen de enorme beesten lui zwemmen en klauteren. Daarna langs een soort lange bomenrij, waar iedere boomwortel zijn eigen eilandje vormde.


Verder naar het zuiden lijken de Thai zo mogelijk nog vriendelijker. Er is niet alleen veelvuldig de spreekwoordelijke Thai smile, maar ook stralende gezichten, vrolijke ogen, behulpzaam toeschieten, hartelijke groeten en een algeheel gevoel van welkom zijn. Jammer genoeg spreekt bijna niemand Engels, dus een goed gesprek zit er niet in.

zondag 6 januari 2019

Thailand Reisverslag 2019/1 Oud en Nieuw in Bangkok

Ik dacht dat oud- en nieuw in Bangkok zoals in zoveel Aziatische landen een non-event was. Wat een vergissing.

Een groot deel van Siam Square was afgezet voor verkeer – en dat wil wat zeggen in deze autostad. Zo waren enkele 6-baans wegen omgetoverd in voetgangersgebied en feestlocaties. De versiering en verlichting was indrukwekkend: zo vrolijk en kleurrijk. De mensenmassa die om 21u al op de been was, zo mogelijk nog overweldigender. Dikke massa's mensen stroomden voor de countdown naar pleinen met muziek en show, veelal uitgedost met verlichte hoofddeksels. Ondanks de drukte en het lawaai was de sfeer ontspannen.


We kwamen langs een grote tempel waar gezang vandaan klonk. Over het hele terrein zaten rijen mensen, vele honderden, te prevelen en te zingen. Een groep monniken leidde het chanten. Bijna iedereen was in het wit gekleed en had een touwtje om het hoofd geknoopt, dat opgehangen was aan een netwerk van touwten die boven het hele terrein waren gespannen. Zo was iedereen met elkaar verbonden.

Om middernacht knalde er heel wat vuurwerk van vuurwerk-shows. Eigenlijk werd het vrij snel alweer rustig.

Wandeling van park naar park


Iedere grijs-grauwe herfstdag, iedere ijskoude winterdag heb ik vooruitgekeken naar dit moment: aan het eind van de nachtelijke vluchten en de lange wandelingen door airconditioned terminals, na de trein en stationsgebouw, de vaste grond en warme buitenlucht van Bangkok te voelen en te proeven.
Bangkok is bruisend, levendig, kleurrijk, vrolijk. Maar ook druk en lawaaierig. Daarom is het zo fijn om ook de rustige, verborgen hoekjes te ontdekken.
Nieuwjaarsdag was Lumphini Park levendig maar niet overvol. Er werd gewandeld, gejogd, gefietst en gepicknickt. Het was zonnig met een licht briesje, net aangenaam.

We gingen even bij een van de grote vijvers zitten. Een paar kraaien waren om een vis aan het vechten. En toen we opzij keken zagen we een varaan die ook met een grote vis bezig was. Eerst leek de varaan nogal klein maar al met al toch een meter lang. Hij had nogal moeite met de vis. Scheurde hem doormidden om dan een helft naar binnen te slokken. De vis bleef steken en een hele tijd staken er twee staartvinnen uit de bek van de varaan. Een tamelijk koddig gezicht. Uiteindelijk lukte het ‘m door te slikken. Daarna werd de andere helft van de vis opgegeten, zeg maar verscheurd. Het was een bloederig tafereel. Later zagen we een nog wat grotere varaan vrediger in het zonnetje op een oever zitten.


Er loopt een verhoogd fietspad van Lamphini Park naar Benchakiti Park, deels boven, deels naast een kanaal. Het is een prachtige wandelroute langs de achterkanten van oude buurten, ver van drukke wegen. Je keek op houten huizen, kleine tuinen, bananenbomen. Vogels floten, poezen sliepen in de zon. Het was dorps rommelig, en alleen de nieuwe wolkenkrabbers verderop herinnerden je eraan dat je in de grote stad was.

De India connectie

Ieder jaar zien we onderweg een stukje India, wat onze bestemming ook is. We hadden gelezen over een wijk Little India die naast Chinatown zou liggen. Maar na de gezellige drukke smalle straatjes van Chinatown belandden we in een wat ongedefinieerder deel, waar we met veel moeite een Indian Sweet shop vonden, en een blauw Hindoe standbeeld. 

Gezien de invloed van het Hindoeïsme op het Thaise Boeddhisme, was dat laatste nauwelijks bijzonder. Ieder gebouw heeft een huistempeltje naast de deur staan, en daar wordt menig Hindoe-god vereerd. Sommige huistempels zijn waanzinnig populair geworden, zoals de Erawan shrine waar het een continu gekrioel is van mensen die offers brengen.

Rondom Bangkok


We maakten twee uitstapjes naar buitenwijken of voorsteden van Bangkok die officieel in een andere provincie liggen. Een groot contrast in vervoermiddelen. Naar Paknam namen we de gloednieuwe net geopende verlenging van de hypermoderne Skytrain. Naar Samut Songkhram namen we een stoptreintje over een oeroud smal enkelspoor…





Het Erawan museum in Paknam is een bizarre collectie kitscherige olifantenbeelden en historische Boeddhabeelden in en om een gigantische driekoppige olifant. De olifant reikt 47 meter hoog en is van grote afstand boven alles uit te zien. Er omheen tuinen en vijvers en tempels en olifantenbeelden. Er in een waanzinnig versierd trappenhuis, waar Aziatische dames zich graag in bevallige poses laten fotograferen. Boven, in de buik van de olifant, is een blauw uitgelichte zaal met kostbare eeuwenoude Boeddhabeelden. Heel apart allemaal.

Verstopt achter een markt in een buitenwijk ligt een klein treinstation, Wong Wian Yai. Daar vertrekt een stoptreintje naar het zuidwesten. We reden vlak langs kleine huisjes en de achterkanten van gebouwen. Rakelings langs bananenbomen en marktstalletjes. Langzaam werd de stedelijke bebouwing minder dicht. 
Na een uurtje, ruim dertig km verder, was het eindstation in een grote vismarkt.
Vandaar was het een paar minuten lopen tot de rivier, die je met een veerpontje overstak.

Dan nog een keer tien minuten lopen naar het volgende stationnetje, waar een vergelijkbaar stoptreintje over enkelspoor reed, weer 30 km tot de volgende rivier. Dit stuk was landelijker, met veel grote visvijvers en zoutbekkens. Ook hier eindigde de lijn op een markt. Als er een trein binnenkwam moesten de waren van de rails gehaald worden en de luifels opzij geklapt worden. Dit was in recente jaren een ware attractie geworden die door duizenden toeristen als dagtocht vanuit Bangkok bezocht werd. Zodoende werd ons treintje onthaald door een gigantische menigte die ons aan het fotograferen en toezwaaien was.

De volgende ochtend bekeken we het tafereel van de andere kant. Sommige stalhouders hadden hun kisten met waren op een rijdende stellage gezet, die over kleine dwarsliggende rails opzij schoof om precies genoeg ruimte te maken voor de trein. Anderen hadden hun groente zo laag gestapeld dat de trein er bovenlangs reed. Wat opviel was hoe nauw de ruimte tussen de marktstallen en de trein was. Echt maar 2à3 cm speling. En een trein is héél groot als hij op een paar cm van je langsrijdt…

donderdag 13 december 2018

Het pad van de gele slippers – Kader Abdolah - boekbespreking

Het boek is gebaseerd op een “onleesbare warboel”, zoals Kader de chaotische stapel aantekeningen noemt die een vriend hem overhandigde. Aan Kader de taak er een “leesbaar boek” van te maken. 
Tegen deze achtergrond is het eerste wat opvalt, hoe rommelig het boek van start gaat, vol sprongen en half-afgemaakte verhalen. Als dit geordened is, hoe onleesbaar moet het origineel dan wel niet geweest zijn?

Deel 1: Sprookje

Gelardeerd door hedendaagse overpeinzingen van de vriend lezen we zijn jeugdherinneringen. Zo wisselen heden en verleden, Nederland en Iran, djin en djoon, herinnering en fantasie elkaar steeds af. De vroege jeugdverhalen lijken rechtstreeks uit een sprookjesboek te komen en nemen je mee naar een wereld die onwerkelijk lijkt. Het provinciale leven ten tijde van de Shah wringt tussen tradities en vernieuwing. 
Terwijl de jongen gaat puberen, komt er langzaamaan toch steeds meer lijn in het verhaal. Zo begint het te boeien en te leven.

Deel 2: Perzische cinema

In deel 2 vertrekt onze vriend naar Teheran en wordt filmregisseur. Zijn eerste films verwerken en verbeelden zijn jeugdtrauma's en zijn “per ongeluk” taboe-doorbrekend. Daar is de geestelijkheid niet van gediend, maar de Shah en de koningin wel – zij zijn immers bezig het land te Amerikaniseren.
Op verzoek van de verzetsbeweging zoekt hij toenadering tot de Shah. Zo wordt hij uitgenodigd de befaamde documentaire te maken over de legendarische kroning van de Shah in Persepolis (hier kruist het verhaal onze eigen wegen!!).
Gemotiveerd door de wens iets onsterfelijks te doen, helpt onze vriend mee met de ontvoering van de koningin, om haar te ruilen tegen zeven ter dood veroordeelde verzetstrijders. Het levert hem een levenslange gevangenisstraf op.
Het is een spannend en meeslepend verhaal.

Deel 3: Tijden van revolutie

Als de revoltie uitbreekt en de Shah verjaagd wordt, komt onze vriend weer vrij. Hij heeft het onmiddelijk druk met het filmen van de chaos die heerst tussen de verschillende fracties. Het leger, de opstandelingen en de geestelijken strijden om de macht. Ayatollah Khomeini trekt aan het langste eind. En neemt al snel maatregelen tegen verderfelijke zaken als de speelfilm. Documentaires mogen nog wel gemaakt worden.
Intussen valt Saddam Husein het land binnen. Een half jaar lang filmt onze vriend aan het front, tot hij zwaar gewond raakt. De films van het front hebben indruk gemaakt op Khomeini en hij wordt gevraagd een documentaire over de ayatollah te maken. De geschiedenis herhaalt zich: weer vraagt de verzetsbeweging onze vriend om zich op te offeren. Dit keer weigert hij mee te werken, maar na een mislukte aanslag moet hij toch vluchten.


Deel 4: Boerderij

In deel vier verliest het verhaal weer wat richting.
Onze vriend woont in Nederland. Na een jaartje wennen, gaat hij weer aan het werk. Hij maakt documentaires voor o.a. de BBC en reist de wereld rond langs de Iraanse diaspora. Hij was immers een bekend cineast vóór de revolutie.

Als hij verhuist van een tijdelijke woning naar de boerderij, staat dat symbool voor het opgeven van de hoop op terugkeer: hij gaat zich settlen.

Het verhaal van zijn laatste reis eindigt met een ontmoeting op het strand die de voorbode van iets nieuws lijkt te zijn. Dit komt verder niet terug.

Deel 5: Goudkleurige bijen

Op de boerderij komt de djin uit zijn jeugd weer opdagen. Hij legt de camera neer en pakt de pen op. Dat resulteert in de stapel aantekeningen waar dit boek van gemaakt is. Er nestelt zich een bijenzwerm in de boom en een onbekende vrouw trekt bij hem in. Is dit waargebeurd of een fantasie gebaseerd op een oude Perzische mythe? In het eindspel worden aan nieuwe inzichten en een nieuwe levensfase gehint, maar echt duidelijk wordt het allemaal niet.


Ondanks het warrige begin en vage einde, is de kern van het boek een meeslepend verhaal dat een inkijk geeft in Iran voor, tijdens en na de revolutie.

meer


Meer boekbesprekingen (o.a. Giles Milton, William Dalrymple, Amitav Ghosh, Dave Eggers).





dinsdag 4 september 2018

De Monnik Van Mokka - Dave Eggers - boekbespreking

Een fascinerend boek voor wie -net als Lily- van koffie en cultuur houdt. Het is een melange van the american dream, de geschiedenis van koffie en een flinke scheut Jemen. 

Lang geleden heb ik Jemen bezocht. Sindsdien kijk ik met extra interesse naar dit prachtige, soms tragische land.

Mokka, een havenstad in Jemen, was ooit het centrum van de wereldkoffiehandel en heeft zijn naam gegeven aan een koffieboon van topkwaliteit.

Mokhtar wordt van doelloze kansarme jongere een succesvol zakenman (zolang het duurt). Hij wordt levendig genoeg beschreven om je zo nu en dan te ergeren aan zijn domme beslissingen. Onderweg komen talloze wetenswaardigheden over het verbouwen, oogsten en branden van koffie voorbij. 


Om het happy end niet te verstoren worden de laatste twee jaar van de burgeroorlog in Jemen niet vermeld. Ook de uiterst dubieuze rol van Amerika daarin blijft buiten schot.


Dave Eggers moet het meer van de inhoud dan van zijn prozaische kracht hebben en daarom is het niet erg om de vertaalde uitgave te lezen. Misschien leest die zelfs wel prettiger dan het origineel.




meer


Meer boekbesprekingen (o.a. William Dalrymple, Amitav Ghosh, Kader Abdolah, Giles Milton).


zaterdag 11 augustus 2018

Vegetariër - van voorpost naar achterblijver (van geitenwollen sok naar grijze knar)


Bijna mijn hele volwassen leven, zo'n veertig jaar nu, eet ik vegetarisch. Voor mij dus niets bijzonders en de gewoonste zaak van de wereld. Maar hoe de buitenwereld daar tegen aankijkt, is drastisch veranderd. Op een onverwachte manier.

Veertig tot dertig jaar geleden was je een curiosum. Mensen vonden dat wel heel apart, maar voelden zich ook vaak aangevallen (schuldig?). Dus gingen ze in de tegenaanval. "Maar je draagt wel leren schoenen!" etc. Hele discussies over waar je de grens trekt, wat je wel en niet eet en doet. (Naar mijn mening kan iedereen die grens ergens anders trekken, er is niet één juiste grens.)

Uit eten gaan in Nederland betekende meestal een omelet, op een paar eetcafés na, die gebakken brie met kersensaus hadden. Als je bij iemand thuis at die niet al te modern was, rees de vraag "wat eet je dan wel"? Toegegeven, ook ikzelf wist toen nog minder van uitgebalanceerde eetpatronen. (Naar mijn mening hoef je daar ook niets van te weten, als je maar een beetje afwisselend en vers eet.)

Dertig tot twintig jaar geleden werd het wat gewoner. Restaurants hadden meestal een of twee vegetarische items op het menu, of konden op verzoek wat voor je maken. Soms, bij betere catering, zag dat er zoveel beter uit dan het standaard eten, dat dat wel eens jaloerse blikken opleverde.

Tien jaar geleden kwam naast de argumenten "dierenleed", "ik wil geen kadaver in mijn mond" en "gezondheid" iets nieuws op: het bleek ook voor de planeet aarde onhoudbaar als de meeste mensen vlees blijven eten. Vleeseters vielen je niet meer aan maar verdedigden zich met phrases als "maar ik eet ook niet meer iedere dag vlees, hoor". Even dacht ik dat er een dag zou komen dat de meeste mensen vegetarisch zouden eten.

Maar toen werden we rechts ingehaald. Als een op hol geslagen vrachtauto kwamen de veganisten voorbij gestoven. Ze gingen nog een stapje verder, en rationeel is daar heel veel voor te zeggen. Maar ineens werd je erop "aangevallen" niet consequent te zijn als je nog een gekookt eitje at. Dat kwam uit een onverwachte hoek. En nu merk ik hoe snel je als belerend en betweterig over kunt komen als je alleen maar de argumenten voor veganistisch c.q. vegetarisch eten opnoemt. Als je zelf denkt dat je alleen maar uitlegt waarom je het zelf doet, kan de ander denken dat je hem/haar van iets wilt overtuigen en worden de hakken in het zand gezet.


De veganisten hebben hun P.R. ook heel wat beter op orde dan wij veertig jaar geleden. Hadden we toen het imago van geitenwollen sokken, nu is vegan hip en happening, praat je over een vegan lifestyle, praten mooie gezonde blozende jonge vrouwen op TV over de nieuwste trends en superfoods. (Naar mijn mening zit daar een heleboel onzin tussen, zie mijn blogje over food hypes.)


Dit weekend is er zelfs het Vegan Food festival in het Westerpark met beautiful people en dure hapjes. Als vegetariër voel je je nu een beetje een oude grijze knar. Ik ben niet veranderd maar de wereld wel :)

Meer foodblogs:

Hier vind je meer Waterlily foodblogs

woensdag 11 juli 2018

De wereldwijde vegetariër (4) Iran

Iran


Iran is kebab land, maar vergeleken met 20 jaar geleden, kun je er als vegetariër goed terecht. Lees hier wat je kunt eten en waar je dat kunt krijgen.

lunch

Snackbar in Shiraz
Er zijn veel snackbars, en vaak hebben die een broodje falafel, een broodje cutlet, of een samosa. Soms zelfs patat.

Brood ligt te ademen voor een bakkerij

Picknicken is erg populair in Iran, dus in een park in de schaduw van een boom je spulletjes opeten, is een goed alternatief. De platte broden koop je het liefst direct van de bakkerij als ze uit de oven komen. Fruit, komkommer en tomaat bij een groenteboertje. Yoghurt, kaas en jam bij een van de kleine winkeltjes die overal zijn.
Groenteboer

diner


's Avonds kun je de lunch-opties ook gebruiken. Of iets uitgebreider eten. Er is geen uit-eten-cultuur, dus er zijn niet heel veel gezellige restaurants. De restaurants met "traditional" in de naam zijn speciaal bedoeld voor toeristen. Overweeg desnoods een restaurant dat bij een hotel hoort. 
Vervolgens is het zaak te achterhalen wat voor vegetarische opties er op het menu staan. Meestal tenminste één aubergine schotel (bv kashk-e-bademjan). Soms meerdere, en ook wel eiergerechten (bv kookoo-o-sabzi). Standaard worden die met brood geserveerd, maar vaak is ook rijst te krijgen – zelfs als het niet op de kaart staat.

De drankjes, vooral de verse sappen, kunnen even duur zijn als de eenvoudigere gerechten. Als je wilt bezuinigen, is het acceptabel om geen drankje te bestellen. En het kraanwater kun je ook nog eens gewoon drinken.

koffie en ontbijt


Ontbijt is altijd inbegrepen bij je overnachting. Plat brood, zachte kaas, ei, jam, thee en nescafé vormen de basis. Soms aangevuld met yoghurt, dadels, watermeloen.
Wil je toch je eigen muesli maken, dan is yoghurt wel heel eenvoudig overal te krijgen, zowel in de supermarkt als in de kleine winkeltjes. Havervlokken zijn in sommige supermarkten te vinden.

Koffie in ‘n café is een relatief nieuw verschijnsel. In de stad zie je steeds meer gelegenheden, maar een goede koffie is relatief duur – denk Nederlandse prijzen. Op de meest toeristische plekken kan voor koffie of een sapje ineens een absurde prijs berekend worden. Vraag daarom altijd even vóór het bestellen hoe duur iets is. Jammer dat dit nodig is, want verreweg de meeste Iraniërs zijn eerlijk, gastvrij, vriendelijk en behulpzaam.
In de supermarkt kun je volop oploskoffie kopen.  Voor gemalen koffie probeer je een van die moderne koffiezaken – sommige verkopen pakken koffie.

meer

Meer afleveringen van de wereldwijde vegetariër. (India, Thailand, Spanje, Maleisie)

zaterdag 30 juni 2018

Iran Nieuwsbrief Zomer 2018 (4/4) ondergronds in Kashan, Iran


Onze vierde en laatste bestemming was Kashan, weer een relatief kleine woestijnstad. Dat betekende weer van die kronkelige steegjes tussen lemen muren, die al snel een doolhof werden. De laatste dagen van een ongekend mooie en fascinerende reis.

Kashan

Kashan historical house
Kashan is beroemd om zijn historical houses. Dat zijn 19de -eeuwse huizen van rijke handelaren. Zeg maar gerust stadspaleizen. Sommige zijn spookachtige ruines. De meesten zijn gerestaureerd en een bezienswaardigheid of hotel geworden. Twee bekeken we er uitvoerig. Rondom meerdere binnenplaatsen, over drie etages, waarvan een ondergronds, lagen talrijke verblijven. Een winterkelder die de zon opving, een zomerkelder die in de schaduw lag, keukens, waterverdeelkamers, ontvangstzalen, spiegelzaal, het hield niet op. Sommige ruimtes met glas-in-lood ramen, sommige met versieringen en beschilderingen, sommige met reliëfs.
Kashan badhuis
Dan was er het badhuis van de Sultan. Heel mooi gerestaureerd, met verschillende verblijven, gangetjes, koepels, schilderingen, tegeltjes. Het stookhok, de warmwater­voorraad, de omkleedruimte, de scheerruimte en de bloedaflaatruimte... Het was een sprookjesachtig geheel. En helemaal toen we het dak opklommen. Daar was het een golvend geheel met de opstaande koepeltjes, daarbovenop kleine extra koepeltjes met kleine ronde raampjes, de leemkleurige stad om ons heen. Omdat niets recht was, leek het een kruising tussen een skateboard-baan en een verzameling marsmannetjes.

Op de kaart had ik een vreemd stuk stad gezien zónder steegjes. Op de satellietfoto leek het een cirkelvormige muur met daarin groen. Het was even zoeken, want er leek geen enkele weg naar toe te lopen. Maar via een mausoleum en een overdekt steegje en een parkeerterrein kwamen we bij een parkje dat tegen een hoge lemen muur/wal aanlag. Daar kon je makkelijk omhoog klimmen. En inderdaad, je keek in een cirkel van zo'n 500 meter doorsnede, het leek wel een kraterwand. En allemaal groentetuinen, de een net omgeploegd, de ander groen. Verbijsterend. 

Met enige moeite klauterden we aan de binnenkant naar beneden. Over een smal voetpad langs een klein irrigatiekanaal liepen we naar de overkant, waar een puntkoepel was die we intussen kenden van cisternen en ijshuizen. Ongetwijfeld had het te maken met de vroegere watervoorziening. Nu leek het weliswaar aan de buitenkant gerestaureerd, maar buiten gebruik. Later lazen we dat de lemen wal de restanten zijn van een 1000 jaar oude stadsmuur. Deze verborgen schat ontdekken was zo'n extraatje dat je speciale voldoening geeft bij een stadswandeling.

Iran - toen, nu en straks

Bijna 40 jaar geleden begon de opstand tegen de Sjah die leidde tot de revolutie die het huidige Iran heeft vormgegeven. De geestelijken aan de macht, in een complex samenspel van invloeden - de president, het parlement, de geestelijk leider, de revolutionaire garde.

20 Jaar geleden was ik in Iran, halverwege de huidige leeftijd van de Islamitische Republiek. Is er in die tijd veel of juist weinig veranderd? Voor allebei valt wat te zeggen.

Nog steeds geven de westerse media een totaal vertekend beeld van Iran. We denken aan een primitief land vol terroristen en extreme ayatollahs - terwijl deze eeuw de westerse bondgenoot Saoedi Arabië onmiskenbaar meer steun heeft gegeven aan terrorisme.

Nog steeds is het misschien wel het vriendelijkste, aardigste en rustigste volk dat ik ken. De mensen maakten graag een praatje met ons, waren belangstellend zonder opdringerig te worden. De openbare ruimte is schoon en voelt rustig en veilig. In aanmerking genoemen dat het een streng-Islamitisch land is, zijn mokeeen niet prominent aanwezig en er is ook niet vijf keer per dag een luide oproep tot het gebed. Het straatbeeld is vooral gezellig, gemengd, jong en oud, modern en traditioneel. Er zijn veel kleine winkeltjes die open zijn naar de straat toe, drukke oude bazaars, en ook grote moderne shopping malls.

Door de boycot én door verkeerde beslissingen is het land in een permanente economische crisis beland. Daardoor heeft het zich minder ontwikkeld dan potentieel mogelijk was, maar nog steeds zou je het eerder met Zuid-Europa vergelijken dan met een Aziatisch land.

Hoewel veel apparatuur verouderd is, is er een redelijk werkende infrastructuur; de stroom valt niet uit; het opleidingsniveau is hoog; telefoon en internet worden volop gebruikt. Daardoor heeft de gemiddelde Iraniërs een betere blik op de buitenwereld; op Instagram is de facto vrijheid van meningsuiting; toerisme is toegenomen.

De toekomst van Iran hangt zowel af van de wereldpolitiek als van de binnenlandse politiek. De economische uitzichtloosheid zou nog wel eens de grootste destabiliserende factor kunnen zijn. Blijft het land geïsoleerd of vindt het aansluiting?

Einde/Meer

Wil je verder lezen over onze eetgewoontes in Iran? Kijk dan op de-wereldwijde-vegetarier-(4)-Iran








dinsdag 26 juni 2018

Iran Nieuwsbrief Zomer 2018 (3/4) de sprookjes van Isfahan, Iran


Met een comfortabele VIP-bus reden we naar Isfahan. Een taxi naar het hotel. Een vrolijke jonge meid zonder hoofddoekje (tot ze later de straat op ging) heette ons welkom. Het was een soort hostel rondom een mooie binnenplaats. En voor ons de uitvalsbasis om een van de mooiste steden ter wereld te bekijken.

Isfahan

Isfahan Nagh-e-Jahan plein
Het Nagh-e-Jahan plein is immens groot. Met 150x500m het op een na grootste ter wereld. Omringd door dubbele arcades, twee fabelachtige moskeeën en een paleis. Met wandelpaden en grasperken. En 's avonds vele honderden, duizenden mensen. De stenen bankjes en de grasvelden zaten bijna helemaal vol. Met het donker worden in de zwoele avond, was het een heerlijk ontspannen geheel. Groepjes vrouwen en kinderen vormden de meerderheid. Ze hadden kleedjes uitgespreid, thermoskannen en campingbranders bij zich - picknicken was hier tot hogere kunst verheven. Onder de volle maan, omringd door de façades waar iedere boog verlicht was, was het 1001 nachten live. En de weekend-stemming deed zo mogelijk nóg meer mensen naar ons groeten, zwaaien, lachen, verwelkomen.
Isfahan Grote Abbassi Moskee
De Grote Abbassi Moskee, de grootste van de twee aan het plein, viel op door de overweldigende hoeveelheid blauwe tegeltjes en blauw mozaïek. Halverwege de bouw waren ze overgestapt van mozaïek op beschilderde tegeltjes,  omdat dat sneller ging. Niet alleen de grote nissen zijn blauw, maar ook de hele omspanning van het binnenplein en een aantal gewelven. Abstracte, geometrische en fantasiefiguren afgewisseld met Koranteksten en een enkel tafereeltjes met dieren. Er is ook veel marmer gebruikt. Flinke stukken van de moskee werden gerenoveerd, o.a. de grootste nis en de koepel stonden in de steigers. In een werkplaats konden we zien hoe met een mal op ware grootte, van 1/16de "partje" van de koepel, de tegels werden nagetekend en nagemaakt voor ze er weer op geplaatst werden.
Isfahan Khajou brug
De Khajou brug was ook weer verschrikkelijk mooi. 350 jaar oud. De onderste basis was een lage dam, dan granieten voeten en waterdoorlaten met trappen, dan bakstenen pilaren waaronder mensen in de schaduw zaten. Een man stond te zingen. Het bovenste deel van de brug had verhoogde zijkanten die ook weer poortjes vormden waar mensen in de schaduw zaten. Iedereen was weer vrolijk en vriendelijk. De enige dissonant was dat de rivier droog stond, wat de laatste jaren bijna altijd het geval is. Het water wordt weggeleid naar elders.

Patronen en dimensies

De moskeeën waren soms overweldigend groot, maar nooit pompeus. Door de perfecte verhoudingen in de dimensies leken ze altijd sereen en rustgevend. De vlakvullingen bestonden uit abstracte patronen, die in elkaar overliepen, zichzelf herhaalden, variëerden, meevormden met de bogen en koepels, uitdijend of inkrimpend waar nodig. Adembenemend mozaïek waar je eindeloos naar kon kijken. 

Als Escher of Gaudí dit gezien hadden… Sterker nog: Escher hééft dit gezien in Andalucië, en is daarna de tekenaar geworden die wij kennen. Gaudí bestudeerde de Perzische archtectuur en Islamitische kunst vooral uit boeken, tijdens zijn opleiding.

Dames en kleding

De laatste paar jaar is er een golf van minder streng toezicht op de kledingvoorschriften. Zeker in het mondaine Isfahan zag je dat terug. De lange overjas was lang niet altijd meer tot over de knie, was lang niet altijd meer zwart, hing soms open of was getailleerd, en soms zelfs van bijna-doorzichtige stof. Ook de bloesjes waren soms getailleerd, fleurig en speels. De hoofddoekjes zaten vaak ver naar achter en er stak heel wat haar onderuit. Meestal steil zwart, maar ook wel geblondeerd en golvend. Een enkele keer hing het los onder de hoofddoek uit. Spijkerbroeken waren soms behoorlijk strak, maar wel altijd tot op de enkel. Sommige vrouwen waren uitbundig opgemaakt met het hele gezicht onder de rouge, felrode lippenstift, en vooral de ogen, wimpers en gitzwarte wenkbrauwen kregen veel aandacht.

Niet alleen de wat vlotter geklede dames mochten graag een beetje flirten. Mijn blauwe ogen, lange haren en stralende glimlach :) trokken de nodige belangstelling van de dames, en dat lieten ze openlijk blijken.

Als je niet zou weten dat vrouwen in Iran wettelijk worden achtergesteld, kun je zomaar denken dat ze gelijkwaardig zijn. Ze zijn volop aanwezig in het straatbeeld en gedragen zich daar zelfbewust en zelfverzekerd.  Ze zijn gemiddeld hoger opgeleid dan mannen en soms zijn ze belangrijkste kostwinner in een familie. Hun positie is in ieder geval beter dan in enig van de omringende landen.

vrijdag 22 juni 2018

Iran Nieuwsbrief Zomer 2018 (2/4) Vuur, water, lucht en leem in Yazd, Iran


We huurden een taxi voor een dag om ons de 430km van Shiraz naar Yazd te laten brengen. Zo konden we onderweg stoppen in Persepolis, 2500 jaar geleden een belangrijke hoofdstad, waar nog fraaie resten van te zien waren.

In Yazd vonden we een heerlijk hostel met prettige kamers aan een dakterras. Daar konden we zitten, eten, thee drinken, met uitzicht over de stad. Yazd is kleiner en heeft een meer provinciale sfeer.

Yazd

We wilden door de lemen steegjes naar de Vrijdagmoskee lopen. Hemelsbreed ruim 500 meter. De huizen zijn nogal naar binnen gekeerd, dus naar de straatkant toe veel muren met wat kleine raampjes en deurtjes. Omdat alles leemkleurig was, straalde het een grote eenheid uit. Sommige steegjes waren overdekt, dan waren er weer bochten en pleintjes, koepeltjes en boogjes. Het was erg stil, zo nu en dan schuifelde een mevrouw in het zwart of een oud mannetje voorbij. Vrijdagochtend is hier tenslotte een soort zondagochtend.
Yazd lemen gebouwen

Door het gedraai van de steegjes raakten we de richting helemaal kwijt, en de kaarten van de reisgids en zelfs van google maps gaven veel steegjes niet aan, dus we wisten niet welke kant op te gaan. We vroegen een paar mannen de weg naar de Vrijdagmoskee, en ook zij wezen alle kanten op. Uiteindelijk kregen we 'm weer in het vizier en lukte het koers te houden. In de bazaar en in het straatje er naar toe, waar het gisteravond nog een hele drukte was, was het nu ook erg stil. Een paar binnenlandse toeristen wilden wel met ons op de foto, met de indrukwekkende entrée op de achtergrond.

Yazd watervoorziening
De  vrijdagmoskee is versierd met een bijzonder mooi mozaïek van tegeltjes, veel abstracte lijnen, veel blauw. Er hingen wat mensen rond die zaten te bellen of te slapen, verder was het rustig. Een man vertelde over de qanats, ondergrondse kanalen die vroeger water uit de bergen aanvoerden. Nu is het systeem vervuild en gesloten, en komt het water uit Isfahan.

We bezochten het water museum. Eigenlijk een oud herenhuis, maar geschikt als watermuseum omdat er maar liefst twee oude qanats onderdoor lopen, waaruit getapt kon worden. Door smalle tunneltjes die onder de grond waren uitgegraven, liep het water uit de bergen onder de stad door. Rijke families konden de kelder in en water aftappen. Het onderste kanaal ligt zo diep dat er een koele ruimte is waar je voedsel kon opslaan en de familie zelf ook koel zat. Dat was geen overbodige luxe in de snikhete middagen.

We namen een taxi naar de Zoroastrische vuurtempel net buiten het centrum. Zoroastrianisme heeft zijn oorsprong in deze regio en is een van de oudste nog bestaande godsdienten ter wereld. In een tuin lagen een paar gebouwen, boven de deur het symbool met twee lange vleugels en allerlei details die allemaal een betekenis hadden. Met thema’s als “goed denken, goed doen” en “karma” zaten er veel herkenbare thema's uit het Boeddhisme in. Achter glas brandde de “eeuwige vlam”. Dit specifieke exemplaar zou al 1500 jaar branden, een andere verder buiten de stad al 6000 jaar. In een ander gebouw was een grote fototentoonstelling met beelden uit het dagelijks leven van Zoroastriërs uit de omgeving van Yazd.
Yazd vuurtempel

Air Coolers en windtorens

In Rajastan had ik er voor het eerst een gezien. Op mijn hotelkamer stond voor een raam een dik pak stro met een ventilator er achter. Als je het stro nat maakte en de lucht erdoorheen stroomde (wind of fan) kreeg je een koele luchtstroom. Intussen zijn er modernere versies met een rooster i.p.v. stro.

In Iran zagen we volop air coolers. Ideaal omdat ze, anders dan een airconditioner, in een open ruimte werken, dus je kunt je winkeldeur open laten staan. En ze gebruiken veel minder stroom, al lijkt men daar in Iran niet veel om te geven. We zagen ze in winkels, in werkplaatsen, in restaurants en zelfs boven op een stadsbus!
Yazd windtorens

Verder heb je in de woestijnsteden Yazd en Kashan de eeuwenoude windtorens. Hoge torens die boven de bebouwing uitsteken, en het geringste vleugje wind in de lucht opvangen in een soort galmgaten. Die lucht wordt dan door de holle toren naar beneden geleid, waar het als een koele bries door de woonruimte stroomt.

We wisten dat het warm zou zijn, in juni, in centraal Iran. Maar het was er "warm voor de tijd van het jaar" en de middagtemperaturen varieerden van 37 tot 42 graden. "Tegen de veertig" is echt nog een totaal andere temperatuurzone dan begin dertig, wat we in Nederland een paar dagen per jaar hebben. Alle objecten zijn warmer dan je zelf bent, alles straalt warmte uit en voelt warmer aan dan je huid wanneer je het aanraakt. Je droogt uit waar je bij staat. 's Middags staat de zon nagenoeg loodrecht boven je en brandt onbarmhartig.

In ieder geval was het droge lucht, zodat je niet geplet werd door een drukkende zweterige massa. 's Middags een aantal uren op de koele hotelkamer schuilen was genoeg om het allemaal goed uit te houden. Als je uit je A/C kamer kwam, was het best vijf minuten te doen in de zon.