woensdag 25 januari 2017

India Reisverslag2017/3 Amdavad (Ahmedabad), Gujarat

...een bruisende, bijna overkokende stad vol levendigheid en tegenstellingen, armoede en kansen, traditie en vooruitgang...

Amdavad oude stad

De Jama Mashid, Vrijdagsmoskee, is 600 jaar geleden gebouwd, kort na de stichting van Achmedabad (Amdavad) door Achmed Shah. Hij had duidelijk toen al grootse plannen, want de grote binnenplaats biedt plaats voor vele duizenden gelovigen, en het hoofdgebouw ook. 260 Pilaren creëren een mystieke sfeer, het beeldhouwwerk is zeer verfijnd, de verhoudingen in de afmetingen zijn perfect. Of er vroeger kleuren gebruikt zijn weet ik niet, maar de consistente steenkleur van nu draagt bij aan de sereniteit. De overkapte rondgang om de binnenplaats had muurschilderingen van grote arabische letters. Het was nog rustig, zo halverwege de ochtend, en het gebouw was werkelijk indrukwekkend.
Ernaast stond het mausoleum van Achmed Shah, samen met zijn zoon en kleinzoon. De graven nog dagelijks vereerd en onderhouden en toegedekt met kleurige doeken. Ook dit gebouw was een meesterwerk van architectuur en beeldhouwwerk. We zaten een tijdje op het trapje bij de ingang en zagen een mini-wijkje voor ons. Gebouwd vlak naast het mausoleum, rondom een paar onbekende graven waar de was boven wapperde, maakten meisjes zich klaar om naar school te gaan, werden geiten gehoed (een baby geitje zorgvuldig in een kribbe), zaten vrouwen op een houtvuurtje chappatti's te bakken, en was om de hoek een theestalletje. Poezen wandelden op hun gemak over straat. Het was een heerlijk huiselijk en rustgevend tafereel, je zou er zo bij willen intrekken.
Dit was tegelijk het hart van, en een andere wereld dan de metropool die Amdavad in die 6 eeuwen geworden was. Gister in de bus reden we kilometer na kilometer langs industriële complexen, vervolgens door grote wijken vol moderne kantoren, voor we het centrum ingingen waar het verkeer krioelde langs arme wijken. Het was een bruisende, bijna overkokende stad vol levendigheid en tegenstellingen, armoede en kansen, traditie en vooruitgang.
Weer ernaast was het mausoleum van Rani, de vrouw van Achmed Shah, ook helemaal ingebouwd door de oprukkende stad. Als gebouw was het ook weer schitterend, met veel verfijnd beeldhouwwerk, maar het was veel minder goed onderhouden. Op de verhoogde omloop woonde zelfs een gezin. Ze waren toch nog beter af dan het gezin dat we gister op de stoep niet ver van ons hotel zichzelf toe zagen dekken voor de nacht. 


We liepen verder door het doolhof van steegjes. Motoren en fietsers zigzagden om de koeien en de kuilen en ons heen. Woonhuizen, winkeltjes, werkplaatsen. Dicht op elkaar stonden betonnen gebouwen en oude stenen huizen met haveli's, overhangende balkons van houtsnijwerk. Sommige onderhouden, de meeste verwaarloosd. Achter toegangspoorten lagen poles, buurtjes of miniwijken langs een steegje dat soms door huizen heen liep. We stonden daar een gevel te bewonderen toen een oude mevrouw ons binnen wenkte. Op haar armoedige binnenplaatsje was ook een gevel vol houtsnijwerk te zien.
Iets verderop was ineens een pleintje met een bankje, waar we even konden zitten. In twee uur hadden we hemelsbreed 200 meter afgelegd. Maar zo veel gezigzagd en zo veel gezien, dat we al bijna verzadigd waren.
Met de riksja naar een restaurant voor de lunch. Met z’n vieren achterin gepropt was de kleine driewieler overladen. Een kamikaze rit door het waanzinnige verkeer, links en rechts uitwijkend, in ieder gaatje duikend, remmen en optrekken. Vanuit andere riksja’s en vrachtautootjes werden we vrolijk toegezwaaid door sjofele mannetjes. Achter op een motor twee mooie meiden in moderne kleding, helemaal opgemaakt en gekapt. Als we stilstonden in het verkeer rook je pure uitlaatgassen. Hoe lang voor Amdevad vast zou lopen?

Stepwells

Een stepwell is een waterput met een trap uitgegraven tot het grondwaterniveau. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Om geleidelijk af te dalen tot de dieptes die hier nodig zijn, 20 tot 50 meter, moet je ofwel een soort trappenhuis uithakken, of een lange rechte helling bouwen. Deze was van dat laatste type. Die helling en de put zelf waren vervolgend bebouwd met hoogst geornamenteerde zijkanten, bogen, platforms. Over de volle lengte gaf dat mooie doorkijkjes, over de volle diepte zo'n vijf etages met balkons boven de waterput. Diep onder de grond met alle afdakjes was het ook een relatief koele plaats, en daarmee een soort dorpsplein rondom de pomp, waar roddels en nieuwtjes konden worden uitgewisseld. Er vlak achter was nog een put die wel met een katrol gebruikt kon worden. De elegantie van het totaalontwerp én de details van het steenhouwwerk waren prachtig. Eigenlijk was het een soort driedimensionaal binnenstebuiten gekeerd ondergronds kunstwerk, wat dan ook absoluut niet op foto’s te vatten was.
In totaal bezochten we 7 stepwells in Junagadh, Amdavad en Patan. 950 tot 500 jaar oud, eenvoudig tot rijkelijk bewerkr, in goede en in minder goede staat, in lijn of met trappenhuis, dieper en minder diep. Juist die variatie gaf een goed idee over de verschillen en overeenkomsten.

Noord-Zuid

Amdavad was een waardige afsluiting van Vibrant Gujarat, zoals de slogan van het toerisme-bureau luidt. Het was lang geleden dat ik India zo intens beleefd heb, en we waren hard toe aan een rustigere fase om het allemaal te laten bezinken. Geen beter moment, geen betere plek daarvoor dan onze vrienden in het zuiden.
De grootte en diversiteit van India werd er nog maar eens mee onderstreept. De taal en ethniciteit van de noord Indiërs is verwant aan die van Europa; de zuid Indiërs behoren tot de Dravidische groep. Hoewel Moslims ook in Gujarat een minderheid zijn, zijn ze daar veel zichtbaarder aanwezig, zowel in de architectuur als in straatbeeld en kledij – wellicht dankzij een paar eeuwen Moghul heersers.
Gujarat is semi-woestijn ipv tropisch. Graan en katoen ipv rijstvelden en kokosplantages; kamelenkarren ipv ossenkarren; de infrastructuur was beter; het weggedrag was veel beter (lees: minder suicidaal dan in het zuiden).
De dames in Gujarat waren gemiddeld moderner gekleed en gekapt, spijkerbroeken waren geen uitzondering. De mensen spraken minder Engels, maar waren spontaner en opener, dus je maakte toch sneller een praatje met ze. Overigens waren ze overal even vriendelijk als je ze eenmaal beter leerde kennen.
De koffie (slappe nescafe) in het noorden haalde het niet bij de echte filterkoffie in het zuiden. Maar de Gujarati thali's waren dan weer veel lekkerder dan de Tamil meals.

Geen opmerkingen: