maandag 23 februari 2015
India Nieuwsbrief, Jaargang 2015 Aflevering 5 (slot): De Andaman kust
zaterdag 7 februari 2015
India Nieuwsbrief, Jaargang 2015 Aflevering 4: De overtocht
Alor Setar was een stad in een spagaat. In sommige opzichten was het een groot dorp, met straathonden ipv katten, stukjes groen en houten huizen langs de invalsweg. Tegelijk werden er megalomane bouwwerken in de steigers gezet: een hypermoderne telecom toren (die was nog wel stijlvol) en oerlelijke winkelcentra en parkeergarages van absurde omvang. Echt schrijnend was het even verderop, waar in hutjes van golfplaten de gastarbeiders woonden die de betonnen kolossen aan het bouwen waren. We zagen net een groepje bouwvakkers terugkomen van de bouwplaats.
Toen we over de snelweg naar Alor Setar reden, zagen we een blauwe koepel boven de bebouwing uit. Van dat typisch Iraanse blauwe tegelwerk, dat je hier eigenlijk nooit ziet. Er stond echter geen Iraanse moskee in de reisgids, en we konden er niets over vinden. Tot ik ging zoeken op "blauw betegelde koepel". Toen vond ik een artikel van het bedrijf dat in 2000 de moskee ontworpen had voor een rijke zakenman uit Alor Setar. Het ontwerp was geinspireerd op Iraanse moskeeën en de ultieme versie daarvan: die in Samarkand. Er waren zelfs Iraanse materialen en ambachtslieden ingezet.
De moskee lag nogal buiten het centrum dus we moesten een taxi nemen om er te komen. Het complex was ongekend groot voor iets wat een privé persoon heeft neergezet. Twee zijvleugels die vanaf het hoofdgebouw naar voren kwamen, creerden een voorplein met waterpartijen. De witte moskee met de blauw betegelde koepels was indrukwekkend. Het verschil met bv de Grote Moskee in Abu Dhabi, waar ongelimiteerde fondsen waren ingezet, zag je in bv de toiletten en wasruimtes, die met eenvoudige tegels waren afgezet. Ook de houten deuren, de lampen, het tapijt, het was allemaal minder verfijnd. Niet om wat aan deze moskee af te doen, het is eerder een compliment dat je 'm überhaupt met die in Abu Dhabi vergelijkt.
We liepen rond, het was helemaal verlaten zo op zondagochtend (het weekend is hier vrijdag-zaterdag). Leuk om dit gevonden te hebben.
Satun, 5-7 februari 2015
maandag 26 januari 2015
India Nieuwsbrief, Jaargang 2015 Aflevering 3: Drie maal is scheepsrecht?
Het pad liep een heuvel op en aan de andere kant weer naar beneden, waar een vijver was die ook via een gemakkelijker pad vanaf de weg te bereiken was. Daar was een drooggevallen bedding van een beekje. Als je daar een paar meter doorheen liep was het helemaal alsof je omringd was door het donkere bos. Een bejaarde Maleisiër die hier iedere dag wandelde, riep ons terug, het was gevaarlijk vanwege slangen.
We wandelden in een grote boog over het terrein, genietend van de schoonheid en de rust.
De tweede excursie was naar een Nationaal Park op het noordwest hoekje van het eiland. Hier liep de jungle tot aan de kust waar wat strandjes waren. Maar wij kozen een minder gebruikt pad dat meer door de jungle ging. Torenhoge kaarsrechte bomen waren de koningen van het bos. Daaronder de kleinere bomen, bosjes bamboe en palmen, reusachtige planten die op 1/1000ste schaal bij ons een kamerplant konden zijn, klimplanten en lianen zo dik als een been. Omgevallen bomen lagen te verteren, en een lange stam was al helemaal uitgehold. De bladeren ritselden in de wind en een beekje kabbelde tussen de rotsblokken.
vrijdag 16 januari 2015
India Nieuwsbrief, Jaargang 2015 Aflevering 2: Backpacken is ook niet meer wat het geweest is
dinsdag 6 januari 2015
India Nieuwsbrief, Jaargang 2015 Aflevering 1: Per KL naar KL
Kuala Lumpur, 6 januari 2015
donderdag 25 december 2014
Kerst op het Kanaal

Kwik, Kwek en Kwak vonden het niet prettig. Ze wisten niet precies waar ze waren. Waar was dat balkje waar slakjes op groeiden? Waar was die plek die 's zomers dicht groeide met waterlelies? Waar was dat stukje oever met lekkere plantjes? Waar was die uitham waar zoveel alg dreef? Waar was die plank waar je op kon zitten, je eendepootjes net in het water, en je veren poetsen?
De drie zusjes waren koud en hongerig. December was een moeilijke maand. Nog een hele tijd voordat het voorjaar zou aanbreken en ze vrolijk kwetterend door het water zouden spetteren, achter de jongens aan.
Op zoek naar een schaars hapje, dreven de eendjes soms verder uit elkaar, en dan weer dichter bij-een. Even achter deze woonbooot kijken, dacht Kwek, misschien is daar een korstje brood te vinden. Toen ze er weer achter vandaan kwam, zag ze haar zusjes niet meer. Kwek-kwek-kwek, riep ze. Kwik-kwak-kwik-kwak, hoorde ze, maar door de stille nevel kon ze niet goed horen van welke kant het geluid was, en van hoe ver weg. Even later herhaalden ze hun gekwaak, maar Kwek wist niet of ze nu dichterbij gekomen was of juist verder weg. Bah, je zag ook geen zwemvlies voor ogen met dit weer. En het leek wel alsof het nog donkerder werd. Maar ze hoorde nu wel geluidjes voor zich.
Kwek zwom in een van de oude insteekhavens van het Westelijk Marktkanaal. Hier waren loodsen overheen gebouwd, en de toegang was met damwanden dichtgemaakt. Maar dolend door de dichte nevel, was Kwek blijkbaar ongemerkt een geheime opening gepasseerd. Hoewel het hier eigenlijk stikdonker zou moeten zijn, zag ze een warme rode gloed voor zich. Bang en nieuwsgierig tegelijk zwom ze voorzichtig verder. De gloed werd helderder, de geluiden klonken gezelliger. Toen doemde het voor haar op: een soort eendekooi, een soort stal. Onder een warmtelamp in het stro stond een kribbe. Er om heen zaten dieren: een zee-ezel en een water-os; drie wijze trekvogels uit het oosten; een specht die op een stammetje timmerde. Er was lekkers: algen en kroost. In de kribbe lag een kuikentje dat net uit het ei gekropen was.
Buiten vielen de eerste sneeuwvlokken van het jaar. Kwek deed zich tegoed aan het eten en de warmte, en viel uiteindeijk in een diepe slaap onder de blauwe vleugels van de Maria-vogel.

Toen Kwek de volgende dag wakker werd, dreef ze midden op het kanaal. De mist was verdreven door een aangenaam winterzonnetje. Naast haar dreven Kwik en Kwak, met hun snavel nog onder hun vleugel. Kijk, net voor hun was die plank in het water waar je zo fijn op kon zitten.
Wat is het leven mooi, op het Westelijk Marktkanaal.
Amsterdam, december 2014
woensdag 1 oktober 2014
Leven Zonder Fiets

De weesfiets die al weken vastgeketend staat aan de brugleuning mist opeens een wiel. Die brugleuning kan trouwens wel een likje verf gebruiken.
Er zijn zoveel details die je ziet als je door de stad loopt, in plaats van fietst. Je hebt zoveel meer gelegenheid om om je heen te kijken, de omgeving in je op te nemen.
We hebben het hier over lopen als een manier om van hier naar daar te komen - niet die zondagmiddagwandeling in de natuur. We hebben het over iemand die al lang geen auto meer heeft, en voor de korte en midellange afstanden kan kiezen tussen fiets en bus.
Je neemt de tijd om ergens te komen, je neemt de tijd voor een boodschap. Je laat je niet opjagen door de voort-tikkende klok.
Afwisselend laat je je gedachten een ritje door de achtbaan maken, en landt dan weer op de werkelijkheid van het trottoir onder je voeten. Je bent verbonden met de stad, en je weet wat er tussen a en b is.
Amsterdam, december 2012
vrijdag 15 januari 2010
Tien memorabele maaltijden (2/10) Manu Guesthouse - Omkareshwar
Omkareshwar is een heilig eiland in de heilige rivier de Narmada. Er waren heel wat meer sadhu's dan toeristen. Het guesthouse dat ons was aangeraden door Brazilianen die we in Maheshwar waren tegengekomen, lag een heleboel trappen de berg op. Het was vol. Terug beneden bekeken we eerst nog een achenebbisj backpacker hostel en kozen toen een Indiaas middenklasse hotel. Lunch op de markt was zo abominabel slecht, dat we voor het avondeten toch maar weer de trappen beklommen om bij het guesthouse mee te eten "wat de pot schafte". We zaten op de betonnen vloer van een soort veranda, allemaal super eenvoudig. De overige gasten waren heel relaxed van alle ganja die ze gerookt hadden - waarschijnlijk van een sadhu gekocht. De thali was onverwacht buitengewoon lekker. Heerlijke subtiele smaken in het eten – heel verrassend.
Uit mijn dagboek in januari 2010:
"Manu
guesthouse was op het eiland, met uitzicht op de rivier, de brug en het stadje
op het vasteland. Je kon je voorstellen daar uren te zitten kijken. Ook de mandapam
was mooi en sfeervol. Toen wij er voor het avondeten kwamen, zaten een paar
jongens als met een soort japans thee-ceremonieel een hasjpijp te roken. Enorme
rookwolken en zwaar gehoest. Er leek ook net als in Tiru en Auroville een
belangrijke ancieniteit te heersen: hoe langer je hier was, hoe minder je je om
nieuwkomers en passanten kommerde. Het meisje dat we eergister in Maheshwar
gesproken hadden, had een mooie vlotte shurida aan. Het eten werd
geserveerd op de vloer, terwijl wij en de 8 huidige gasten van Manu tamelijk
zwijgend in twee rijen in kleermakerszit op de grond zaten. De thali was
uitstekend, home-cooked, veel minder vet en geraffineerd gekruid. Dus
ondanks het ietwat vreemde sfeertje zouden we er graag morgen nog een keer
komen eten. Ongelooflijk lekker ."
dinsdag 9 mei 2006
Tien memorabele restaurants (9/10) Pisces - Bangkok
De allereerste keer dat we in Bangkok aankwamen, bijna 30 jaar geleden, kozen we voor een hotelletje in de buurt van Siam Square omdat er een stadsbus vanaf het vliegveld naartoe reed. In een smal zijstraatje zaten wat eenvoudige hotelletjes. Het eerste was iets té eenvoudig, de volgende dag verhuisden we naar de overkant.
Sindsdien is er veel veranderd op Siam Square. Het is nu het
knooppunt van de Skytrain én de trein vanaf het nieuwe vliegveld komt in
de buurt aan. Het is hét winkelhart van
Bangkok en naast de legendarische BMK zijn luxe warenhuizen zijn verschenen.
Vijfsterrenhotels bieden een oase van rust tussen het voortrazende verkeer. Ook
in “ons” steegje zijn een aantal oude panden gesloopt en grotere hotels
verschenen. Ik heb er intussen in wel zes verschillende hotels gelogeerd en
hoop vurig dat mijn huidige favoriet (Wendy) standhoudt.
Verscholen achter een muur van planten staan vier plastic
tafels met batik tafelkleden onder een golfplaten afdak. Een kleine gang
herbergt een keukentje. Samen vormen ze mijn favoriete restaurant: Pisces.
Jammer genoeg vinden weinig andere mensen dat: de wat versleten uitstraling is
niet aantrekkelijk voor de meer upmarket gasten uit de nieuwe hotels, en de
zaak loopt niet erg goed. Sinds een paar jaar heeft de uitbaatster geen
medewerkers meer - de bijzonder
vriendelijke madam is eigenares, kok en serveerster tegelijk - en
is ze alleen nog 's avonds open. Als je gaat zitten op een zwoele Bangkok-avond,
draait de ventilator langzaam z'n rondjes en ligt de poes te slapen op wat ooit
een bar was. Soms bestel ik meteen mijn favoriete gerecht, massaman curry, soms overleg ik met de
uitbaatster wat ze vandaag adviseert. Misschien een pittige salade? Alles is in
een vegetarische versie beschikbaar.
Als je niet de eerste bent die die avond bestelt, moet je
wel even geduld hebben. Alles wordt vers bereid met de nodige aandacht en
zorgvuldigheid. De gerechten zijn echt Thai maar misschien een beetje aangepast
aan de smaak van de toerist. De prijzen zijn voor dit deel van de stad heel
schappelijk.
Pisces en Wendy zijn de laatste overblijfselen van hoe het
steegje 30 jaar geleden was.