…niet
de Grieken maar de Germanen zijn de moeder der hedendaagse cultuur…
Oorsprong van pasen
De Germaanse en (Angel-)Saksische godin Eostre (ook wel
Oestara of Ostera genoemd) was de godin van de vruchtbaarheid, van het nieuwe
begin, van de dageraad, van het voorjaar. Haar naam vind je o.a. terug in de
woorden oosten (waar de zon opkomt), Ostern/Easter (Duits/Engels voor pasen),
oestrogeen (het vrouwelijke hormoon gerelateerd
aan de vruchtbaarheidscyclus).
Tot de taken van Eostre hoorde ook het opstarten van het
voorjaar. Op een jaar versliep de godin zich. Het voorjaar bleef uit en het
bleef winters koud. De dieren hadden het zwaar. Toen Eostre wakkerschrok, zag
ze een vogeltje dat zo verkleumd was, dat het niet meer kon vliegen. Eostre
pakte een hazenvacht en gaf dat aan het vogeltje om warm te worden. Maar het
vogeltje legde nog wel ieder voorjaar eieren om zich voort te planten. Vandaar
de merkwaardige combinatie van een paashaas met eieren, waarmee we ieder
voorjaar vieren. De dag dat Eostre wordt vereerd.
Hedendaags pasen
Het oprukkende Christendom annexeerde het Germaanse voorjaarsfeest
en integreerde het in de viering van het bijbelverhaal.
Met de moderne ontkerstening kent bijna niemand nog de Christelijke
betekenis van pasen, maar de Germaanse rituelen (ei, haas) houden des te
hardnekkiger stand en worden in sommige kringen symbool voor "ons
Joods-Christelijk erfgoed". Bizarre wending. Met de kerstboom gebeurt
bijna hetzelfde. Wonderlijk hoe deze oude Germaanse symbolen over de hele
wereld cultuurgoed geworden zijn. Niet de Grieken maar de Germanen zijn de
moeder der hedendaagse Europese cultuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten