Nederlandstalige blogs

zaterdag 9 april 2022

Oekraïense notities (1993)

1993. De Soviet-Unie was uit elkaar gevallen. Oekraïne was een heel jong zelfstandig land, dat net z’n eerste pasjes zette en nog geen eigen munt had. We gingen naar Kiev, Moskou en Sint Petersburg.

Dagboeknotities van toen.

Dag een

Het vliegveld van Kiev. Langs de kant stonden een heleboel vlieg­tuigen met de motoren ingepakt. Blijkbaar staat een groot deel van de voormalige Aeroflot vloot permanent aan de grond. De vrachtau­to's hadden nog zo'n vooruitstekende neus en motor­kap. En ook de tranfer-bussen hadden zo'n zelfde vracht­auto-voorkant. Het stati­onsgebouw was een opmerkelijke creatie van beton, ijzer en glas.

Het eerste blokje om gelopen door het centrum. Veel grote, mooie, oude gebouwen langs brede straten. Midden-Europese bouwstijl; soms poorten in de gebouwen die doorkijk of doorgang gaven naar een binnenplaats die er dan meteen al heel wat verwaarloosder uitzag. Een warenhuis met veel oppervlakte, maar op iedere verdieping steeds bijna hetzelfde assortiment. Er stond nog gewoon een standbeeld van Lenin aan de kop van een boulevard, met bomen en een wan­delpad in het midden. Hoewel er eigenlijk niet veel verkeer was, hadden de benzine­dampen wel een heel nadrukke­lijke lood- en olie-lucht. Aan kataly­satoren en loodvrije benzine doen ze hier duidelijk nog niet.

Op zoek naar een restaurant bleek er niet veel aanbod te zijn. Maar in een hotel, waar we eerst tever­geefs naar binnen keken, nam iemand ons mee, door allerlei gangen en trappen naar het allerbinnenste, waar dan toch ineens een zaaltje bleek te zijn! Met veel bewerkt hout langs de muren, en zo'n beetje half vol met zo te zien plaat­selijke inwoners. De menukaart was niet echt te ontcijferen, zelfs niet met ons 'Russisch op reis' boekje, en ook de conversatie met de serveerster was niet eenvoudig. Uiteindelijk kreeg C vis, en ik aardappelsalade. Echt veel was het niet. Als toetje koffie en, heel extravagant, chocolade.

De rekening was 35.000 coupons (20 gulden) en de serveerster kreeg bijna een hartaan­val van de fooi van 2000 coupons - dat was veel te veel. (Oekraïene had nog geen “echt” geld, er werd gewerkt met tijdelijke coupons. Maar ook dan kon je blijkbaar in twee jaar genoeg inflatie hebben om in duizendtallen te moeten werken.)

Met de metro terug naar het hotel. C zou een foto maken hoe ik de metro-muntjes kocht. Daar stelde de mevrouw achter het loket geen prijs op, ze drukte op een of andere alarmknop, en meteen kwam er ergens een agent vandaan die C bestraf­fend toesprak. Fotograferen verboden in de metro!

Een steile lange diepe roltrap bracht ons naar de perrons. Bij de over­stapplaats ging het door lange tunnels onder de straat door, waar een heleboel mensen een klein beetje handel zaten te verkopen. Veel bloemen daarbij. Het was even zoeken naar de juiste bushalte, maar toch gevon­den. De bus liep onderweg zó vol, dat toen we bijna bij onze halte kwamen, we niet snel genoeg bij de uitgang konden komen om uit te stappen en dus een halte te ver mee moes­ten rijden. Daar konden de Oekraïners om ons heen de humor wel van inzien.

In de bar van het hotel, ergens verstopt op een tussenverdie­ping, ging ik nog even een fles drinkwater kopen - maar oh wat een schok toen ik daar een flinke slok van nam, en het wodka bleek te zijn! Eerst dacht ik dat me door de vele nullen achter ieder coupon-bedrag niet was opgevallen dat ik een liter sterke drank gekocht had, maar bij nader inzien was wodka niet duurder dan flessen drinkwater.

Dag twee

De 'Sophia Kathe­draal'. Aan het eind van de straat doemde de allereerste gouden ui-koepel op! 'Sophia' was een ommuurd kloostercomplex met tuinen, perkjes, een klokkentoren en een 15de-eeuwse kathe­draal in het midden, die juist op donder­dagen niet van binnen te be­zichtigen was. Werkelijk een oase van rust, midden in de drukke stad. Even rustig op een bankje in het zonnetje geze­ten.

Richting rivier gelopen, en evenwijdig daaraan afgezakt. Aan de oever stond de 'Boog ter ere van de hereniging van Oekraïne en Rus­land' - een soort metalen regenboog.


Vlakbij, wel erg dicht aan een drukke straat, was een soort van café waar we een soort van lunch konden krij­gen - aanmaak­limonade, stokbrood en komkommer met mayonaise - die we op het terras konden nuttigen.

Dag drie

Met bus en metro naar 'Arsenaal'. De metrostations zijn ware kunstwerken. Soviet-kunst wel te verstaan met veel zwaar beton, bombastische reliëfs, maar ook kroonluchters!


We gingen verder vanaf het punt waar we gister gebleven waren: evenwijdig aan de rivier afzakken, nu tot 'Kiëvo-Petsjerskaja Lavra', een gigan­tisch kloostercomplex, waar we dan ook bijna de hele dag waren. Omringd door witte muren, gebouwen met groene daken en gouden spitsen. O.a. de voormali­ge monniken-verblijven beke­ken; een klokkentoren beklommen met weids uit­zicht over Kiev; de ruïnes van een kathedraal; een nog recht­opstaande kathedraal vol muurschilderingen. In nauwe donkere tunnel­tjes lagen gemummificeerde klooster­lingen in nissen. Ik ging er eerst zonder kaars in, wat niet handig bleek toen ik ineens niet meer vlakbij andere bezoe­kers was. Er liepen ook nog levende kloosterlingen rond, in pij, vaak opvallend jong, en hele oude vrouwtjes.

Uiteindelijk verder naar het gigantische ‘moeder moederland’-monument van vrouw-met-schild-en-zwaard, uit staal, wel 100 meter hoog, in een park gelegen. Aan de voet ervan het monument 'ter ere van de grote patriottische oorlog' (de tweede wereldoorlog): meer dan levensgrote reliëfs van soldaten met helmen en bajonet­ten. Maar wat het vooral een onwerkelijke atmosfeer gaf, was dat er continue marsmuziek klonk. Behalve de gebruikelijke eremedailles, werden hier ook grammofoonplaatjes van die muziek als souvenir te koop aangeboden.



Vandaar een heleboel trappen afgedaald en een tijdje aan de oever van de Dnjepr gezeten. Van oma tot kleinkind waren present. Er zaten vissers, die vooral wier opvisten. Je kon hier ook de metro-brug zien, met de treinen die daar­voor nog onder de hoge heuvel langs de oever gegaan waren.

Wederom tevergeefs naar een aanbevolen restaurant gezocht; toen wat brood en appels en komkommer gekocht; en weer terug naar het centrum waar we koffie met cake als avondeten nuttig­den.

Dag vier

Ja, Kiev is leuk, de sfeer is ontspannen, de mensen goedlachs. We worden geregeld in het Russisch aangesproken, en dat geeft de nodige hilariteit. En zelfs mensen die eerst wat nors doen, draaien meestal snel bij.

Opvallend is ook hoeveel gebouwen gerestaureerd worden, en dat in het centrum betonnen nieuwbouw ontbreekt, waardoor alles architectonisch met elkaar in evenwicht is. En hoe schoon de straten zijn en dat er nauwelijks een buitenlander te zien is.

Het geld blijft moeilijk om aan te wennen: veel is spotgoed­koop, andere dingen (drinkwater, chocolade) hebben 'onze' prijzen, en door de vele duizenden coupons, en de grote ver­schillen, ben je de verhoudingen soms even kwijt.

Het treinstation had een erg mooie hal, en krioelde van de mensen. Na een tijdje kwam de trein. We hadden een vier-persoons coupé, hoewel het blijkbaar voor toeristen gebruikelijker was een tweepersoons coupé in een ander rij­tuig te hebben. Op het perron werd uitgebreid door hele families afscheid genomen. En om kwart voor vijf dan het vertrek... Met een grote boog reden we om het centrum van Kiev, en hadden nog een laatste blik op de rivier en het immense monument langs de oever.

We raakten aan de praat met de schaffnerin die wat Duits kon, en met Lena, een blonde Georgische bouwkundige uit Kiev, die op weg was naar haar grootvader in Moskou. De conversatie ging moeizaam maar leuk, met het aanwijzen van zinnetjes en het maken van tekeningen. Met zijn vieren gepicknickt, waarbij iedereen zijn meegebrachte levensmiddelen uitstalde en deelde. De zoektocht naar de restauratiewagen, voor koffie, bleek tevergeefs, maar we kregen wel thee uit kleine glaasjes, met grote zwarte blaadjes en met het warme water uit de ketel van de trein.

Het landschap, waar de trein tergend langzaam doorheen kroop, was niet bijzon­der: van vlak tot licht glooi­end; van dunbebosd tot kleine dorpjes in de verte. We hadden tamelijk uitgebrei­de grenscon­trole - van de Oekraïners, niet van de Russen - en op het laat­ste station van het relatief goedkope Oekraïne werd nog eens uitge­breid markt gehouden: vooral de appels gingen met emmers tegelijk de trein in.

Bijtijds onder de wol, maar slapen viel niet mee met al het gepiep en geknars en geschommel... Om negen uur 's ochtends kwamen we dan eindelijk, tamelijk gebroken, in Moskou aan. Lena had ons wat Russische roebels gegeven voor de metro.

Meer

Meer blogs van Lily over Oekraine

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten