Nederlandstalige blogs

zondag 12 februari 2023

Reisverslag 2023/3 Per trein over de Jungle Railway (Maleisie) en door Sultanaat Pattani (Thailand)

The Jungle Train


De spoorlijn van Singapore naar Bangkok loopt in Maleisië langs de westkust. Maar er is een aftakking die meer door het midden en oosten loopt. Bij Gemas takt die af en in Hat Yai (in het zuiden van Thailand) komen ze weer bij elkaar. Ten tijde van de aanleg was dit nog grotendeels jungle, vandaar de bijnaam. Het midden en oosten is nog steeds het minder ontwikkelde en meer conservatieve deel van het Maleisische schiereiland.

Gemas

Gemas is een klein provinciestadje met drie x drie blokken met winkels. Daar rijden voortdurend auto's rond, lopen doet hier bijna niemand. Toch was er een heel redelijk hotel en een vegetarisch restaurantje - eigenlijk alleen voor de lunch maar ze wilden wel wat voor ons koken. Het meest bijzondere zagen we toen we 's avonds een blokje om liepen: duizenden, duizenden zwaluwen waren neergestreken op iedere telefoon- en elektriciteitskabel die boven de weg hing, en ook op heel veel randjes aan gevels. Steeds op precies 15 cm afstand van elkaar. In de schemer zag je al die kleine zwarte bolletjes met een witte buik naast elkaar zitten. Fascinerend.

De eerste etappe was naar Kuala Lipis, zo'n 275 km in 5 uur. Deze spoorlijn was recentelijk opgeknapt, en er reden nieuwe a/c treinen. Nog wel diesel, nog wel enkelspoor.

Met zo'n 60 km/u reden we al snel door het groen. Veel rubber en palmolie plantages, sommige verwaarloosd. Tussendoor stukjes waar de natuur meteen opbloeide. Beekjes met kolkend bruin water, en stukken land die onder stonden. Het regenseizoen was net voorbij. ...schier eindeloze palmplantages... Soms aan weerszijden zo dicht langs het spoor dat de takken de trein toucheerden. Het leek alsof je ín de plantage was, alsof je onder de palmbomen liep.

Kuala Lipis

Kuala Lipis was ooit een goudmijn-stadje. En het oude centrum heeft nog steeds een wild-west gevoel. De Britten maakten het rond 1900 hoofdstad van de deelstaat. Toen er in 1922 een spoorlijn kwam, maakte de ontwikkeling een sprong en werden er een handvol koloniale gebouwen neergezet: station, residentie en state mosque. En een rijtje stenen huizen in de hoofdstraat tussen station en rivier - toch zie je de cowboys en huifkarren er zo nog doorheen rijden.

Na de onafhankelijkheid verhuisde de hoofdstad naar de kust en werd Kuala Lipis minder belangrijk. Stadsuitbreidingen ogen erg ongepland: losse stukken waar een mall en woningen gebouwd werden, op flinke afstand van elkaar.

We wandelden wat rond. Langs sommige wegen lag een smal randje jungle. Een stap in de jungle en het is donker, oneffen, de bodem vol rottend organisch materiaal, dat ruik je, en het lawaai van duizenden insecten. Twee stappen in de jungle en je loopt het risico te verdwalen.

De tweede etappe was naar Gua Musang, zo'n 75 km in 2 uur.

Onderweg nog steeds plantages maar steeds meer verwilderd groen ertussen.

Het laatste stuk verschenen kaarsrechte Karst gebergten in het landschap, met kale rotsige zijkanten, soms iets voorover hellend, struiken en bomen in scheuren en bovenop.

Gua Musang

Gua Musang heeft bijna dezelfde layout als Kuala Lipis. Drie oude straatjes tussen station en rivier, en nieuwe wijken op flinke afstand van elkaar, en alles gericht op autoverkeer. Alleen de koloniale gebouwen ontbreken. In plaats daarvan heb je dan de Karst bergen die loodrecht omhoog rijzen, onder andere pal achter het station.

Op het perron van het oude station sloegen we rechtsaf, in zuidelijke richting. Aan het eind van het perron het trapje af en het spoor oversteken. Een pad liep een hele kleine kampong in, van armoedige houten huisjes. Het leek bijna uitgestorven, maar er scharrelden wat kinderen rond, die ons voorzichtig bekeken. Het pad tussen de huisjes door, ook in zuidelijke richting. Bij een beekje oversteken over een smal betonnen dammetje. Vlak daarna naar links en over een iets grotere betonnen dam weer oversteken. Ik vond het eigenlijk te smal, tot ik een stok vond om mijn balans te houden. Je stond nu 10 meter van de rotswand, met een kartelrandje jungle ervoor. Er liep een soort pad omhoog, tussen de gigantische bomen. Met behulp van touwen kon je verder omhoog. Meteen omgeven door grote bladeren en afvallende takken. Ik moest na het tweede touw passen, maar E ging nog iets verder. Daar stond een ladder, waarlangs je omhoog kon naar een grot. Dat deden we dus niet. Dit was al een prachtig stukje jungle walk, hoe klein en kort ook.

Voor de derde etappe van de Jungle Railway stapten we 's ochtends vroeg in de nachttrein die de avond tevoren vanaf de grens met Singapore vertrokken was. Dit was een oudere trein die meer wiebelde en rammelde. We wilden ontbijten in de restauratiewagen, maar de toast was al op. Voor gebakken rijst was het nog te vroeg, bovendien was die niet veg. Dan maar met een kopje koffie genieten van het geweldige uitzicht: Het landschap met opkomende zon en optrekkende ochtendmist was prachtig.

We reden de bergen uit en de vlakke delta in. Ineens reden we tussen groene rijstvelden. Na 5 uur en 200 km bereikten we Kota Bharu, een echte grote stad. Hart van het conservatief-islamitische noordoosten. Je zag veel gevels geïnspireerd op Arabische motieven. Maleis, Chinees en Arabisch waren de meest gebruikte talen op gevels en richting-aanwijsborden. Engels en Tamil waren behoorlijk naar de achtergrond gedrongen.

Het duurde een dagje voor de stad haar charmes aan ons prijsgaf. Tussen lelijke hoogbouw lagen nog stukken oude kampong. Sommige huisjes waren oud en vervallen, andere zagen er nog goed onderhouden uit. Het was er meteen heerlijk stil en vredig. Een paar huizen moeten in hun tijd waren villa's geweest zijn: groot, fraai ontworpen, met zeshoekige uitbouw en veranda. Nu helaas wat verwaarloosd. Ze zouden nog net te redden zijn als iemand er nu aandacht aan zou geven. Maar iets verderop stond hun lot al aangekondigd: nieuwbouwhuizen.

Pattani, het diepe zuiden van Thailand

Vanuit Kota Bharu moesten we Thailand in. Op dit stukje spoorlijn rijden geen treinen meer, dus moesten we een uurtje met de bus. De grens was een klassieker: eerst de formaliteiten om Maleisie uit te gaan. Dan over een stuk niemandsland met een brug de grensrivier over lopen, parallel aan de ongebruikte spoorbrug. Dan de formulieren en stempels halen om Thailand in te kunnen.

In Sungai Kolok konden we weer op de trein naar Yala stappen (120 km in 2 uur).



Eeuwenlang was Pattani een van de Maleise sultanaten. De hoogtijdagen waren in de 16de eeuw. In de 18de eeuw werd het veroverd door Thailand. Lang bleef het in naam Thai maar feitelijk zelfstandig. Begin 20ste eeuw werd het door Engeland en Thailand opgedeeld in een Thais en een Maleis stuk. Aan de westkant kreeg Thailand ook nog Satun, en het gaf zijn claims op andere sultanaten op - die werden onderdeel van Brits bezet gebied en later Maleisië. Dit was een verdrag tussen Engeland en Thailand, de Maleisische sultanaten over wie het ging, hadden niets te zeggen.

Thailand voerde in het aan hen toegewezen deel Thaiificatie-programma's in, wat niet goed viel en er ontstonden verzetsbewegingen die autonomie wilden, m.n. in het voormalige Pattani. Begin 21ste eeuw werden die overgenomen door IS-achtige groepen, die een Islamitisch Kalifaat willen vestigen, gewelddadiger zijn geworden en uit zijn op chaos en wetteloosheid, waarin hun criminele activiteiten floreren. Ze keren zich nu ook tegen de lokale bevolking omdat die niet streng genoeg in de leer zou zijn. Vooral politieagenten en -posten, monniken en kloosters, docenten en scholen, en treinen en spoorlijnen zijn doelwit van aanslagen.

Ondanks dat is het dagelijks leven over het algemeen rustig. Het is jammer dat het officiële reisadvies van het ministerie van buitenlandse zaken "rood" is, waarmee het gebied alleen maar verder geïsoleerd wordt. Rood hier is niet te vergelijken met het rood voor bv Syrië of Afghanistan. Als buitenstaander vallen alleen de zwaarbewapende militairen op die met de trein meereizen. (*)

Wij hadden de afgelopen tijd het lokale nieuws goed gevolgd. Momenteel leek het relatief rustig en voor buitenlanders veilig om door Pattani te reizen. We maakten twee treinreizen met een tussenstop in Yala.

Yala

Yala is een uitgestrekte, rustige, groene stad. Er is een grote wijk met alle provinciale instellingen, gebouwd in cirkels om de city pillar. De wegen zijn er rustig en breed en omlijnd met bomen. De ruime opzet betekent wel dat je soms een flink stuk moet lopen om ergens te komen.

De city pillar staat in een tempeltje midden in een rond park met visvijvers. Vissen voeren is populair, en de vissen komen op je af zwemmen zo gauw je aan de oever stilstaat. Honderden mondjes happen boven het water. De achterste vissen dringen zo aan dat de voorste boven het water getild worden.

Aan het tempeltje hangen belletjes die zachtjes in de wind tingelen. Binnen doen een paar mensen puja. Aan het beeld van een monnik wapperen stukjes bladgoud.

Zo op het oog is alles pais en vree. Moslims voeren ook de vissen, ook al is het een Boeddhistische traditie. En van onder een hoofddoekje komt ook de brede, warme Thaise glimlach.

Van Yala namen we de trein naar Hat Yai  (120 km in 2 uur), waar de oostelijke aftakking weer bij de hoofdlijn van Singapore naar Bangkok komt.

Meer

(*) 6 weken nadat we er waren, veranderde het reisadvies voor zuid Thailand van "rood" naar "oranje". Maar in de loop van 2023 volgden nog veel aanslagen op politieposten e.d.

Lees hoe het verder ging: Satun (TH) - Kuala Lumpur (MY)
Lees over de praktische kant van deze reis: Lily's Mini Travel Guide


























Geen opmerkingen:

Een reactie posten