Satun
We bleven twee weken in Satun, dat kleine stadje in een
uithoek van Zuid Thailand. Dit keer begon het minder stil en stoffig dan we
gewend waren. De 27ste veteranen atletiek spelen werden hier gehouden, met
deelnemers uit 13 landen - vooral Thailand, Maleisië, Indonesië en Iran.
Daarvoor was een grootse night market
opgezet met talloze eetstalletjes -gezellig- en een podium met harde muziek die
tot 's avonds laat door de hele stad schalde - minder gezellig.
Ons resort deelden we de eerste week met 22 ambtenaren
die uit Bangkok waren aangerukt om paspoorten uit te geven. Onze receptioniste had met moeite
een huisje voor ons vrij weten te spelen. Het was een jonge groep die 's avonds
heel rustig wat zat te babbelen voor ze vroeg naar bed gingen.
Er waren ook veel meer buitenlandse toeristen in Satun dan eerdere jaren. Tot wel 10 per dag. Omdat de boot naar Langkawi nog maar een keer per dag ging, moesten mensen vanuit bv Krabi hier overnachten i.p.v. dezelfde dag nog door te kunnen reizen.
Voor ons maakte het allemaal niet uit, wij hadden
heerlijke dagen, waarbij onze grootste zorg was waar koffie te drinken en waar
te eten.
Uitslapen was er niet bij, vanaf half zeven was er een
concert van vogels die elkaar probeerden te overstemmen. De een met felle
melodieën, de ander met gekrijs.
We maakten ochtendwandelingen door een sprookjesachtig
mangrove bos, waar krabbetjes en mudskippers
bewogen door de modder van droogvallende stroompjes als het eb werd. We
wandelden door het buitengebied met plantages van rubberbomen en oliepalmbomen.
We kwamen langs Karst-rotsformaties waar aapjes tussen de bomen slingerden.
Andere ochtenden hadden we keuze uit verschillende leuke coffee shops. Alleen waren de openingstijden nogal onregelmatig dus meer dan eens stonden we voor een dichte deur.
Voor de lunch gingen we meestal naar een van de twee
veganistische lunch restaurantjes: Chinees buffet met veel tofu en seitan
gerechten.
's Middags zaten we op onze veranda of bij het zwembad.
Ook daar aan dieren geen gebrek. Behalve de verschillende huispoezen waren er
eekhoorns, leguanen, roofvogels, kievieten, mussen en vlinders. Iets verderop
zat een grote knalblauwe vogel, geen ijsvogel, maar wat het wel was?
Om half zeven ging de zon onder en uit de verte klonk het
geluid van verschillende moskeeën, net niet synchroon. Het leek alsof ze een quadrafonische
canon zongen. Even later begon het geluid van duizenden krekels en een paar
kikkers met diepe basstem.
Avondeten hebben we een paar keer thuis gekookt, in de
keuken van ons resort. Maar mijn favoriete restaurant is een curry restaurant
waar de serveerster ons na drie jaar nog herkende, en zelfs wist wat mijn
lievelings-gerecht was.
Dat was typerend voor de vele hartverwarmende
vriendelijke goedlachse Thai die we ontmoetten.
Van Satun naar KL
In de afgelopen 8 jaar zijn we 6 keer de
Thais-Maleisische grens overgestoken. Iedere keer op een andere plek of met een
andere vervoers-modus. Dus er kon nog wel een nieuwe grensovergang bij.
De eerste etappe was een hele korte (zoals we ook in Kerala met korte etappes begonnen) van 40 km naar het Thale Ban National Park. Daar logeerden we op een prachtig plekje in de schaduw van de enorme muur van een Karst-berg. Door de tuin liep een beekje met wat watervalletjes. In de tuin stonden koffieplanten die tot boom waren doorgeschoten en daarna geknot. De bloemen roken heerlijk zoet.
De eigenaresse had voor de volgende dag een auto geregeld om ons de grens over te brengen. De auto had zowel een Thais als een Maleisisch nummerbord; de chauffeur sprak zowel Thai als Maleis, en hij kende zo'n beetje iedere grensbeambte en politieagent die we onderweg tegenkwamen (en dat waren er best veel, maar allemaal waren ze even vrolijk en vriendelijk).We gingen de grens over bij Wang Prachan, en lieten ons 20 km verderop afzetten bij het station van Padang Besar. Daar namen we een stoptrein in zuidelijke richting. De stoptreinen rijden hier ook best hard, tot 120 km/u. Maar na een kwartiertje hoorden we een paar harde knallen en even vielen verlichting en airconditioning uit. Daarna sukkelden we nauwelijks meer dan stapvoets door het mooie landschap. We misten onze overstap en kwamen uiteindelijk met twee uur vertraging in Taiping. Daar was net een tropische stortbui losgebarsten. Meer dan ons hotel opzoeken (dat we nog kenden van 8 jaar geleden, en gelukkig hadden ze nog plaats) en een hapje eten zat er niet meer in.
De volgende dag waren alle treinen richting Kuala Lumpur
al volgeboekt, dus we moesten met de bus. In tegenstelling tot de
treinstations, liggen de busstations ver buiten de stad dus we waren veel tijd
kwijt met voor- en natransport. De bus zelf was wel ruim en comfortabel en nam
een mooie route door de bergen.
Al met al waren het zo een paar lange en vermoeiende
reisdagen geworden. Maar gelukkig hadden we nog vier dagen in Kuala Lumpur om
bij te komen. De prettige hotelkamer met een rooftop swimming pool
hielpen daarbij. We hadden dus volop gelegenheid om te genieten van de lekkere koffie
en het uitstekende eten in de grote stad. Tussendoor struinden we door
achterafstraatjes en bekeken we eigenaardigheden van deze mega-stad.