...een bruisende, bijna overkokende stad vol levendigheid en tegenstellingen, armoede en kansen, traditie en vooruitgang...
Amdavad
oude stad
De
Jama Mashid, Vrijdagsmoskee, is 600 jaar geleden gebouwd, kort na de stichting
van Achmedabad (Amdavad) door Achmed Shah. Hij had duidelijk toen al grootse plannen,
want de grote binnenplaats biedt plaats voor vele duizenden gelovigen, en het
hoofdgebouw ook. 260 Pilaren creëren een mystieke sfeer, het beeldhouwwerk is
zeer verfijnd, de verhoudingen in de afmetingen zijn perfect. Of er vroeger
kleuren gebruikt zijn weet ik niet, maar de consistente steenkleur van nu
draagt bij aan de sereniteit. De overkapte rondgang om de binnenplaats had
muurschilderingen van grote arabische letters. Het was nog rustig, zo
halverwege de ochtend, en het gebouw was werkelijk indrukwekkend.
Ernaast
stond het mausoleum van Achmed Shah, samen met zijn zoon en kleinzoon. De
graven nog dagelijks vereerd en onderhouden en toegedekt met kleurige doeken.
Ook dit gebouw was een meesterwerk van architectuur en beeldhouwwerk. We zaten
een tijdje op het trapje bij de ingang en zagen een mini-wijkje voor ons.
Gebouwd vlak naast het mausoleum, rondom een paar onbekende graven waar de was
boven wapperde, maakten meisjes zich klaar om naar school te gaan, werden
geiten gehoed (een baby geitje zorgvuldig in een kribbe), zaten vrouwen op een
houtvuurtje chappatti's te bakken, en was om de hoek een theestalletje. Poezen
wandelden op hun gemak over straat. Het was een heerlijk huiselijk en
rustgevend tafereel, je zou er zo bij willen intrekken.
Dit
was tegelijk het hart van, en een andere
wereld dan de metropool die Amdavad in die 6 eeuwen geworden was. Gister in de
bus reden we kilometer na kilometer langs industriële complexen, vervolgens
door grote wijken vol moderne kantoren, voor we het centrum ingingen waar het
verkeer krioelde langs arme wijken. Het was een bruisende, bijna overkokende
stad vol levendigheid en tegenstellingen, armoede en kansen, traditie en vooruitgang.
Weer
ernaast was het mausoleum van Rani, de vrouw van Achmed Shah, ook helemaal
ingebouwd door de oprukkende stad. Als gebouw was het ook weer schitterend, met
veel verfijnd beeldhouwwerk, maar het was veel minder goed onderhouden. Op de
verhoogde omloop woonde zelfs een gezin. Ze waren toch nog beter af dan het
gezin dat we gister op de stoep niet ver van ons hotel zichzelf toe zagen
dekken voor de nacht.
We
liepen verder door het doolhof van steegjes. Motoren en fietsers zigzagden om
de koeien en de kuilen en ons heen. Woonhuizen, winkeltjes, werkplaatsen. Dicht
op elkaar stonden betonnen gebouwen en oude stenen huizen met haveli's,
overhangende balkons van houtsnijwerk. Sommige onderhouden, de meeste
verwaarloosd. Achter toegangspoorten lagen poles,
buurtjes of miniwijken langs een steegje dat soms door huizen heen liep. We stonden
daar een gevel te bewonderen toen een oude mevrouw ons binnen wenkte. Op haar
armoedige binnenplaatsje was ook een gevel vol houtsnijwerk te zien.
Iets
verderop was ineens een pleintje met een bankje, waar we even konden zitten. In
twee uur hadden we hemelsbreed 200 meter afgelegd. Maar zo veel gezigzagd en zo
veel gezien, dat we al bijna verzadigd waren.
Met
de riksja naar een restaurant voor de lunch. Met z’n vieren achterin gepropt
was de kleine driewieler overladen. Een kamikaze rit door het waanzinnige
verkeer, links en rechts uitwijkend, in ieder gaatje duikend, remmen en
optrekken. Vanuit andere riksja’s en vrachtautootjes werden we vrolijk
toegezwaaid door sjofele mannetjes. Achter op een motor twee mooie meiden in
moderne kleding, helemaal opgemaakt en gekapt. Als we stilstonden in het
verkeer rook je pure uitlaatgassen. Hoe lang voor Amdevad vast zou lopen?
Stepwells
Een
stepwell is een waterput met een trap
uitgegraven tot het grondwaterniveau. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Om
geleidelijk af te dalen tot de dieptes die hier nodig zijn, 20 tot 50 meter,
moet je ofwel een soort trappenhuis uithakken, of een lange rechte helling
bouwen. Deze was van dat laatste type. Die helling en de put zelf waren
vervolgend bebouwd met hoogst geornamenteerde zijkanten, bogen, platforms. Over
de volle lengte gaf dat mooie doorkijkjes, over de volle diepte zo'n vijf
etages met balkons boven de waterput. Diep onder de grond met alle afdakjes was
het ook een relatief koele plaats, en daarmee een soort dorpsplein rondom de
pomp, waar roddels en nieuwtjes konden worden uitgewisseld. Er vlak achter was
nog een put die wel met een katrol gebruikt kon worden. De elegantie van het
totaalontwerp én de details van het steenhouwwerk waren prachtig. Eigenlijk was
het een soort driedimensionaal binnenstebuiten gekeerd ondergronds kunstwerk,
wat dan ook absoluut niet op foto’s te vatten was.
In
totaal bezochten we 7 stepwells in
Junagadh, Amdavad en Patan. 950 tot 500 jaar oud, eenvoudig tot rijkelijk
bewerkr, in goede en in minder goede staat, in lijn of met trappenhuis, dieper
en minder diep. Juist die variatie gaf een goed idee over de verschillen en
overeenkomsten.
Noord-Zuid
Amdavad was een waardige afsluiting van Vibrant Gujarat, zoals de slogan van het
toerisme-bureau luidt. Het was lang geleden dat ik India zo intens beleefd heb,
en we waren hard toe aan een rustigere fase om het allemaal te laten bezinken.
Geen beter moment, geen betere plek daarvoor dan onze vrienden in het zuiden.
De
grootte en diversiteit van India werd er nog maar eens mee onderstreept. De
taal en ethniciteit van de noord Indiërs is verwant aan die van Europa; de zuid
Indiërs behoren tot de Dravidische groep. Hoewel Moslims ook in Gujarat een
minderheid zijn, zijn ze daar veel zichtbaarder aanwezig, zowel in de
architectuur als in straatbeeld en kledij – wellicht dankzij een paar eeuwen
Moghul heersers.
Gujarat
is semi-woestijn ipv tropisch. Graan en katoen ipv rijstvelden en
kokosplantages; kamelenkarren ipv ossenkarren; de infrastructuur was beter; het
weggedrag was veel beter (lees: minder suicidaal dan in het zuiden).
De
dames in Gujarat waren gemiddeld moderner gekleed en gekapt, spijkerbroeken
waren geen uitzondering. De mensen spraken minder Engels, maar waren spontaner
en opener, dus je maakte toch sneller een praatje met ze. Overigens waren ze overal
even vriendelijk als je ze eenmaal beter leerde kennen.
De
koffie (slappe nescafe) in het noorden haalde het niet bij de echte filterkoffie
in het zuiden. Maar de Gujarati thali's waren dan weer veel lekkerder dan de
Tamil meals.