Het boek is gebaseerd op een “onleesbare warboel”, zoals
Kader de chaotische stapel aantekeningen noemt die een vriend hem overhandigde.
Aan Kader de taak er een “leesbaar boek” van te maken.
Tegen deze achtergrond is
het eerste wat opvalt, hoe rommelig het boek van start gaat, vol sprongen en
half-afgemaakte verhalen. Als dit geordened is, hoe onleesbaar moet het
origineel dan wel niet geweest zijn?
Deel 1: Sprookje
Gelardeerd door hedendaagse overpeinzingen van de vriend
lezen we zijn jeugdherinneringen. Zo wisselen heden en verleden, Nederland en Iran,
djin en djoon, herinnering en fantasie elkaar steeds af. De vroege
jeugdverhalen lijken rechtstreeks uit een sprookjesboek te komen en nemen je
mee naar een wereld die onwerkelijk lijkt. Het provinciale leven ten tijde van
de Shah wringt tussen tradities en vernieuwing.
Terwijl de jongen gaat puberen,
komt er langzaamaan toch steeds meer lijn in het verhaal. Zo begint het te
boeien en te leven.
Deel 2: Perzische cinema
In deel 2 vertrekt onze vriend naar Teheran en wordt
filmregisseur. Zijn eerste films verwerken en verbeelden zijn jeugdtrauma's en
zijn “per ongeluk” taboe-doorbrekend. Daar is de geestelijkheid niet van
gediend, maar de Shah en de koningin wel – zij zijn immers bezig het land te
Amerikaniseren.
Op verzoek van de verzetsbeweging zoekt hij toenadering tot
de Shah. Zo wordt hij uitgenodigd de befaamde documentaire te maken over de
legendarische kroning van de Shah in Persepolis (hier kruist het verhaal onze eigen wegen!!).
Gemotiveerd door de wens iets onsterfelijks te doen, helpt onze
vriend mee met de ontvoering van de koningin, om haar te ruilen tegen zeven ter
dood veroordeelde verzetstrijders. Het levert hem een levenslange
gevangenisstraf op.
Het is een spannend en meeslepend verhaal.
Deel 3: Tijden van revolutie
Als de revoltie uitbreekt en de Shah verjaagd wordt, komt onze vriend weer vrij. Hij heeft het onmiddelijk druk met het filmen van de chaos die heerst tussen de verschillende fracties. Het leger, de opstandelingen en de geestelijken strijden om de macht. Ayatollah Khomeini trekt aan het langste eind. En neemt al snel maatregelen tegen verderfelijke zaken als de speelfilm. Documentaires mogen nog wel gemaakt worden.
Intussen valt Saddam Husein het land binnen. Een half jaar lang filmt onze vriend aan het front, tot hij zwaar gewond raakt. De films van het front hebben indruk gemaakt op Khomeini en hij wordt gevraagd een documentaire over de ayatollah te maken. De geschiedenis herhaalt zich: weer vraagt de verzetsbeweging onze vriend om zich op te offeren. Dit keer weigert hij mee te werken, maar na een mislukte aanslag moet hij toch vluchten.
Deel 4: Boerderij
In deel vier verliest het verhaal weer wat richting.
Onze vriend woont in Nederland. Na een jaartje wennen, gaat
hij weer aan het werk. Hij maakt documentaires voor o.a. de BBC en reist de
wereld rond langs de Iraanse diaspora. Hij was immers een bekend cineast vóór
de revolutie.
Als hij verhuist van een tijdelijke woning naar de
boerderij, staat dat symbool voor het opgeven van de hoop op terugkeer: hij
gaat zich settlen.
Het verhaal van zijn laatste reis eindigt met een ontmoeting op het strand die de voorbode van iets nieuws lijkt te zijn. Dit komt verder niet terug.
Het verhaal van zijn laatste reis eindigt met een ontmoeting op het strand die de voorbode van iets nieuws lijkt te zijn. Dit komt verder niet terug.
Deel 5: Goudkleurige bijen
Op de boerderij komt de djin
uit zijn jeugd weer opdagen. Hij legt de camera neer en pakt de pen op. Dat
resulteert in de stapel aantekeningen waar dit boek van gemaakt is. Er nestelt
zich een bijenzwerm in de boom en een onbekende vrouw trekt bij hem in. Is dit
waargebeurd of een fantasie gebaseerd op een oude Perzische mythe? In het
eindspel worden aan nieuwe inzichten en een nieuwe levensfase gehint, maar echt
duidelijk wordt het allemaal niet.
Ondanks het warrige begin en vage einde, is de kern van het
boek een meeslepend verhaal dat een inkijk geeft in Iran voor, tijdens en na de
revolutie.