Deze maand bezocht ik twee concerten van grootheden uit de midden-70's. PIL (John Lydon alias Johnny
Rotten) en Patti Smith. Allebei revolutionair zowel muzikaal als maatschappelijk.
London vs New York. Voorpaginanieuws vs underground. Arbeidersklasse vs intellectuelen.
59 jaar vs 68 jaar. (*)
Het publiek bij
Patti Smith was gevarieerder. Ook duidelijk maatschappelijk geslaagder. Hoewel
de 50'ers en 60'ers in de meerderheid waren, was er een flink aandeel jongeren.
De hippy-spirit zat er ook in: toen de stoelen op de galerij allemaal bezet
bleken, ging menigeen in kleermakerszit op de grond.
De toetsenist
zette de eerste noten in van Gloria,
het begin van de integrale uitvoering van Horses.
In de stevigere nummers ontpopte Patti zich als een ware rock chick, met ritme in de stem en swing in het lichaam, van links naar rechts over het podium bewegend, leunend
over de monitoren, handjes gevend aan
het publiek op de eerste rij, zwaaiend naar de bovengalerijen.
In de meer poëtische
nummers schreeuwde ze, krijste ze het publiek toe als een ontketende messias,
vloekend en tierend als Jezus in de tempel. De lange grijze haren wapperend, de armen breed
uitgestrekt, het publiek bezwerend.
Haar stem was
bepaald niet meer van fluweel, maar dat maakt ze goed met een intensiteit en
energie waar John "Anger is an
energy" Lydon niet van terug zou hebben.
In aanmerking
genomen dat Horses 40 jaar oud is,
bleef de uitvoering dicht bij het origineel. Alleen kregen we een extra stuk Gloria na het titelnummer, en werd Elegie een aangrijpende klaagzang voor een lange
lijst te vroeg overleden musici. Bekenden als Jim Morrison, Jimi Hendrix, Kurt
Corbain en Amy Winehouse, waar ze allemaal songs ter nagedachtenis voor geschreven heeft, en
minder bekenden als Johnny Thunders, Johnny Winter en natuurlijk haar eigen man
Freddy "Sonic" Smith.
Na Horses werd
een song opgedragen aan het publiek van Paradiso. Toen de Patti Smith Group
midden jaren '70 begon met touren, vond Patti het zo jammer dat het publiek
nooit meezong. Pas na drie jaar, in Paradiso, werd ineens uit volle borst van
begin tot eind meegezongen met Dancing
Barefoot. Nu weer.
Daarna was er
soort pauze, een intermezzo waarbij de band een medley van Velvet Underground
nummers speelde. Toen Patti terugkwam op het podium, zei ze dat ze een costume change had ingepland om als
hedendaagse rock star mee te kunnen.
Alleen was ze vergeten zich om te kleden en deed dat alsnog on stage.
In het volgende
blok van drie nummers zaten die andere grote hit, Because The Night, en twee nummers van de latere albums Dream of Life en Gone Again. De bandleden wisselden eens
van instrument, Patti praatte wat meer en gaf opmerkingen uit het publike
steeds een gevat weerwoord. Ze kwam bijna niet meer uit haar woorden van het
lachen, omdat ze zo blij, zo gelukkig was. Na een onderonsje met de bassist
volgde een vertederend ...my boy...
Het was haar zoon.
Als toegift
kregen we, hoe kon het ook anders, My
Generation. In een concert dat in het teken stond van leven en dood, hoop
en vrijheid, was de tekst toepasselijk veranderd in "hope I live untill I get old".
Wellicht met het idee "de jeugd heeft de toekomst" werden twee
tiener-rasta-meisjes uit het publiek het podium opgehesen, om een dansje te
doen. Ze waren te verbijsterd van geluk en versteenden bij vlagen. Patti deed
een gitaar om om de feedback effecten
uit dit lied te bewerkstelligen. De gitaar in de versterkers kapotslaan zoals
Pete Townshend in 1965 deed, ging misschien te ver, maar wel werd de ene na de
andere snaar geknapt. Onder een nagalmende feedback
verliet de band het podium. De zaallichten gingen aan en Jimi Hendix' Freedom klonk. De roadies deelden set-lists, bloemen en prullaria uit onder het
publiek.