Nederlandstalige blogs

dinsdag 1 mei 2018

Londen, zomer 1978 (deel 1/2) Punk achterna

"Bij de meest populaire nummers werd de pogo ingezet, een dans die bestond uit en masse op en neer springen. Desondanks was het allemaal heel gemoedelijk, en na afloop zaten de vermoeide jongeren op een rijtje op de grond, in de gang, met hun rug tegen de muur."


Londen is de happening place

Begin jaren '70 waren de belangrijkste stromingen in de popmuziek de "glitterpop", waarbij het meer om het uiterlijk dan de inhoud leek te gaan, en de trend naar "symphonische rock", waarbij muziek steeds meer uitgesponnen werd.

Als reactie daarop ontstond een tegenbeweging die teruggreep naar de kern, uiterst eenvoudige en korte liedjes waarvoor je geen muzikale aanleg nodig had. Tegelijk was dit in het Engeland van toen een protest tegen de economische uitzichtloosheid voor een jonge generatie. Punk werd geboren.

Mijn eigen muzikale ontwikkeling in de eerste helft van diezelfde jaren '70 ging via pop en luistermuziek naar de "betere" rock van Who en Led Zeppelin. Maar die nieuwe muziek was ook heel interessant.

Na mijn reis in de winter van 1977-1978 zei ik wel eens "het enige wat ik onderweg gemist heb, is muziek". Al die dingen samen waren dus genoeg reden om in de zomer van '78 naar Londen te gaan: daar gebeurde het, wat de muziek betrof.

King's road en Wardour street

Met slechts een tas bagage trok ik half april naar Londen. Als eerste naar het enige bekende punt, het adres van Gill en Sean dat ik in Marokko gekregen had. King's Road, de verbindingsweg van Chelsea naar Fullham was meteen een landmark in de Punk scene, want daar was ook de kledingwinkel waar Malcolm McLaren de Sex Pistols had verzameld en opgericht.

Mijn doel was verderop in de straat, na de knik, waar het niet meer zo hip was. Het bleek een basement apartment te zijn, vrij klein en donker. Meteen die eerste avond gingen we naar een punk-concert in The Marquee in Wardour Street. Een vriend van Sean, Dave, speelde in de band Pinpoint die in het voorprogramma stond. Het hoofdprogramma was Adam and the Ants, waarvan Adam Ant als solo-artiest later nog vrij populair werd - overigens meer dankzij zijn imago dan dankzij zijn muziek.
Adam and the Ants in The Marquee, 1978

De Marquee was een kleine zaal met zwartgeverfde muren en plafonds. Het was er behoorlijk druk met jonge punkers: bleke kinderen in zwart-leren jasjes met glimmende ritssluitingen, en zwart haar, soms opgespoten in de klassieke hanenkam. De muziek was eenvoudig en hard. Ik vond al meteen dat Pinpoint beter was dan Adam Ant. Bij de scene hoorde dat je onverstoorbaar doorspeelde als er bekers bier naar het podium gegooid werden. Bij de meest populaire nummers werd de pogo ingezet, een dans die bestond uit en masse op en neer springen. De meer agressieve types maakten daarbij een zijwaartse beweging, tegen anderen aanduwend. Desondanks was het allemaal heel gemoedelijk, en na afloop zaten de vermoeide jongeren op een rijtje op de grond, in de gang, met hun rug tegen de muur.


Kingston en Teddington

Het basement apartment was alleen van Gill. Sean woonde met een paar vrienden in een huis in Kingston upon Thames. Daar kon ik wel een tijdje logeren. Het was een twee onder een kap met een statige zijingang. Binnen was het nogal een kale bedoening. Iedere bewoner had een kamer en er was een gedeelde keuken met een toaster en een elekrische fluitketel.

Eten bestond nogal eens uit toast met witte bonen in tomatensaus. Soms haalden we fish and chips bij de lokale snackbar, die dan in een oude krant meegegeven werden. Alsof de drukinkt nog wat aan het aroma toevoegde. En we gingen wel eens naar de pub om een pint of lager te drinken.

Een van de medebewoners was Dave, die speelde in de band Pinpoint. De zanger van Pinpoint, Arthuro,  was eerder lid geweest van de Lurkers, een band van naam. In die tijd had je "de grote vier" van de punk-scene: Sex Pistols, The Clash, de Stranglers en The Damned; twee dozijn bands van naam (Adverts - Lurkers - Adam Ant - Siouxsie and the Banshees - Generation X (Billy Idol) - Elvis Costello - X Ray Spex - Sham 69 - The Tourists (Ann Lennox en Dave Stuart) - Stiff Little Fingers - The Buzzcocks (Pete Shelley en Howard Devoto) - Boomtown Rats (Bob Geldoff) - The Jam (Paul Weller) - ... ), en oneindig veel bandjes die al blij waren met een enkel optreden hier en daar, of als ze een singletje konden uitbrengen.

Ik had de voorafgaande winter vier maanden rondgereisd en nauwelijks spaargeld meer. Dus ik moest een baantje zoeken. Het Job Centre was een nieuw en toegankelijk instituut, waar je terecht kon. Engeland zat sinds 5 jaar in de EEG, een werkvergunning kreeg je automatisch.

Ondanks de hoge werkeloosheid hadden ze meteen een invalsbaantje voor me. De National Physical Laboratory (NPL) in Teddington was een soort TNO, een onderzoeksinstelling cq standaarden-bewaker (The National Measurements and Regulations Office hoorde er bij). Het was een vrij groot complex met verschillende afdelingen in verschillende gebouwen. Als iemand iets had laten uitrekenen door de computer, werd de uitkomst geprint op grote vellen zigzag gevouwen papier, met gaatjes aan de zijkant om het door de printer te leiden. Die stapels papier moesten vanuit het computer-gebouw rondgebracht worden naar de diverse andere gebouwen. Degene die dat deed was een paar weken met ziekteverlof. Nu kon ik dat mooi doen.

Ik reed rond in een blauw miniatuur-vrachtautootje en bezorgde de post bij de lobby / receptionist / portier van de verschillende gebouwen. Soms moest ik ook een envelop mee terugnemen. Het was heel eenvoudig werk, met volop gelegenheid met deze en gene een praatje te maken.

Zo kon ik ook iedereen laten weten dat ik woonruimte zocht. Woonruimte vinden in Londen was een stuk moeilijker dan werk vinden. Ik bleef wekenlang te gast bij Sean. Via via kwam het bericht terecht bij Mrs Allen. Een jonge weduwe met drie kinderen van rond de tien jaar oud. Ze had een kamer over en kon wel wat extra geld gebruiken. Ik betaalde 10 pond huur per week, ongeveer een kwart van mijn salaris. Het was een beetje een saaie, degelijk gemeubileerde kamer in een rijtjeshuis in een straatje op maar 200 meter van de rivier de Thames. Bloemetjesbehang. Ik had niet veel met het gezin te maken; soms zat ik in de tuin als zij daar ook zaten; soms kreeg ik 's avonds een beker "cocoa" als de kinderen die ook kregen.

Na een maand keerde de originele computer-output-bezorger terug van verlof. Het was een beetje een norse man waar ik verder geen contact mee had. Personeelszaken kon me aan een andere functie binnen NPL helpen. "Casual Experimental Worker V", daarmee verdiende ik 38 pond netto per week, inclusief Londen-toeslag. Wat het betekende was schoonmaker bij de afdeling metaalbewerking/draaibanken. Hier was de sfeer heel anders. Mannen in blauwe overalls die, hoewel ze geen fabrieks-productie draaiden, wel de uitstraling hadden van de arbeidersklasse. Ik moest een beetje de vloer aanvegen, waar metaalkrullen onder de werkbanken vielen. Ook dit was geen zwaar werk. En als ik eens iets extra's wilde doen, zoals de bijna ondoorzichtige ramen wassen, werd ik meteen tot de orde geroepen. Dat zou problemen geven met de vakbond van glazenwassers.

Hampton Wick Station, net over de Thames voorbij Kingston, was de halte voor mijn kamer bij mrs Allen. Teddington Station, eentje verder, was voor mijn werk, de NPL. Surbiton Station was aan de zuidkant van Kingston upon Thames, de halte voor het huis van Sean. Al deze stations hadden forensentreinen naar Waterloo station, maar vaak gebruikte ik de trein tot Wimbledon en daarvandaan de metro.


Lees verder in deel tweeeen hippie tussen de punkers

Links


Deel twee van Londen, zomer 1978 - een hippie tussen de punkers - media en concerten
Spotify playlist Londen 1978
Meer van 40 jaar geleden


Geen opmerkingen:

Een reactie posten